Premium

Columnist Leon Verdonschot vraagt: 'Vált er wel iets te doen aan migratie?'

Er is geen onderwerp in de Kamer waarbij de vlam zó snel in de pan slaat. Maar vált er überhaupt iets te doen aan migratie? Leon Verdonschot over het mijnenveld van het migratiedebat. 

Migratie

1.

Mocht er iemand denken dat het onderwerp ‘migratie’ verlost is van alle taboes, dan heeft Pieter Omtzigt op 2 september het tegendeel bewezen tijdens zijn HJ Schoo-lezing.

Nu heeft die lezing, georganiseerd door Elseviers Weekblad, inmiddels ook wel een reputatie van controverses. Sigrid Kaag greep hem enkele jaren geleden aan om het leiderschap van Mark Rutte eens op de grill te leggen (‘leiderschap is geen regelen en ritselen’), de man met wie ze op dat moment aan het formeren was. Dilan Yeşilgöz, toen nog minister van Justitie, gebruikte de lezing om te betogen dat woke niet slechts vermoeiend is, maar zelfs een gevaar voor de democratie. In die zin wist Omtzigt ook wel wat er van hem werd verlangd, en dat was geen beschouwing over de bestuurscultuur of staat der overheidsfinanciën. Reuring, graag.

Pieter Omtzigt wil meer baby's.

Omtzigt betoogde in zijn lezing dat de overheid kerntaken zelf moet vervullen, en ze niet aan de markt moet overlaten. Doet de overheid dat wel, dan verliezen burgers hun vertrouwen erin. Hij hekelde het doorgeschoten neoliberalisme. Tot zover het ophefloze deel van zijn toespraak, hoe fel zijn formulering soms ook was: ‘Delen van de samenleving zijn feitelijk vernield.’ Vervolgens begon Omtzigt over demografie. In West-, Oost- en Zuid-Europa worden minder mensen geboren dan er overlijden. De bevolking krimpt er dus, net al in bijvoorbeeld Oost-Azië. In delen van het Midden-Oosten en Afrika groeit de bevolking juist heel fors en snel. Omtzigt wees er op dat in bijvoorbeeld Ethiopië en Congo jaarlijks evenveel kinderen worden geboren als in alle 27 landen van de Europe Unie tezamen. Toen kwam een zin die zich net zo tegen hem keerde als ooit de zin ‘Omzigt, functie elders’ tegen de mensen die van hem af wilden: ‘Ik laat u raden wat dat betekent over twintig, dertig jaar.’ Misschien had hij beter niemand kunnen laten ráden wat dat betekent, maar kunnen vertellen wat hij zélf denkt dat het betekent, en wat daaraan te doen.

De algemene conclusie was nu: Omtzigt vindt dat we de krimp van de bevolking moeten tegengaan. Daar zijn grofweg twee mogelijkheden toe: meer migratie, of meer baby’s. Hij is tegen meer migratie, kortom: Omtzigt wil meer baby’s. Nieuwsuur stuurde meteen een verslaggever de straat op, met de vraag of De Man In De Straat ook vindt dat Nederlanders meer kinderen moeten maken. Vrijwel iedere columnist in het land roerde zich. Of om haar baarmoeder op te eisen, uit de baar-grage handen van Pieter Omtzigt, die kennelijk geïnspireerd was geraakt door The Handmaid’s Tale. Of om Omtzigt, al dan niet verkapt, tot white supremist uit te roepen. Zangeres en publicist Aafke Romeijn gebruikte die term zelfs letterlijk, en hoogleraar Leo Lucassen schreef een bijdrage voor NRC waarin hij Omtzigt met een staaltje retorsche guilty by association in één rijtje wist te persen met omvolkingsdenkers en met massamoordenaar Anders Breivik.

Omtzigt worstelt zich door de papieren en raakt vervolgens een gevoelige snaar met zijn verhaal over de lage geboortecijfers.

NRC zag zich na alle ophef genoodzaakt de samenvatting van Omtzigts lezing te rectificeren: ‘Correctie. In een eerdere versie stond dat Pieter Omtzigt in zijn lezing zei dat Nederlandse vrouwen meer kinderen moeten krijgen. Dat zei hij niet letterlijk, maar was een interpretatie van de opinie-auteur.’ Pieter Omtzigt krijgt vaak het verwijt dat hij een emotioneel mens is. Bedoeld wordt dan: een té emotioneel mens. Wanneer het gaat over migratie, blijkt hij vooral emoties op te roepen bij ánderen. Dat ligt niet aan hem, dat ligt aan het onderwerp. Geen debatonderwerp waarbij de vlam zo snel in de pan slaat als migratie. Of nou nee, dat is niet helemaal waar. Israël en de Palestijnen. Maar vlak daarna: migratie.

2.

Boven vrijwel elke verkiezingsdag in Europa hangt inmiddels een grote donkere wolk met dezelfde vraag: heeft radicaal- of extreemrechts gewonnen?

De AfD in Duitsland.

Le Pen in Frankrijk.

Vlaams Belang in Vlaanderen.

De PVV in Nederland.

Orbán in Hongarije.

Giorgia Meloni in Italië.

In alle analyses van hun electorale succes gaat het over allerlei oorzaken (van het wantrouwen in de overheid na de coronajaren en de grote sociaaleconomische ongelijkheid tot weerstand tegen milieumaatregelen), maar één ervan domineert altijd en overal: migratie.

Het onderwerp is zó beladen en kent zoveel aftakkingen en zijstappen, met zoveel al dan niet verkapte politieke agenda’s, dat je het overzicht al snel kwijtraakt

Wat is hét verkiezingsonderwerp in de Verenigde Staten, in de strijd tussen de Republikeinen van Donald Trump en de Democraten van Kamala Harris? Migratie. In de Verenigde Staten gaat het niet over Afrika en het Midden-Oosten, maar over Mexico. En gaat het niet over vaarroutes voor gammele bootjes, maar over het grensgebied tussen Mexico en de VS. Wat bij ons in Europa momenteel de Canarische eilanden zijn (de entree naar het beloofde continent), is in de Verenigde Staten de grensrivier Rio Grande. Wat bij ons Hongarije is, het land dat het strengste migratiebeleid voorstaat van heel Europa (kortweg: niemand er meer in), dat is in de VS de staat Texas. Zowel in Hongarije als in Texas komt migratiebeleid uiteindelijk neer op: prikkeldraad. Ook een overeenkomst: het enorme aantal migranten dat omkomt tijdens de oversteek. En de term die altijd samenhangt met migratie: crisis.

Niet alleen als oorzaak ván die migratie, maar ook als omschrijving van de migratie zélf.

Voor ons nieuwe kabinet Schoof-1 is ‘crisis’ zelfs een bewust doel. Als we in Nederland eenmaal officieel de vluchtelingencrisis kunnen uitroepen nadat we alles eerst uit de hand hebben laten lopen (de asielzoekers in Ter Apel niet meer spreiden over het land door de spreidingswet in te trekken, aansturen op meer overlast in grote steden door de rijksbijdrage aan de bed-bad-brood-regelingen stop te zetten), kan Nederland, zo is de hoop, naar Europa stappen om te verzoeken onder de Europese bijdragen uit te komen.

Symboolpolitiek

Wat te doen met migratie? Of niét te doen? Vált er überhaupt iets te doen aan migratie? Moet je dat willen? Mág je dat willen, zonder dat je net als Pieter Omtzigt wordt ingedeeld bij Breivik? Is elke maatregel tegen migratie symptoombestrijding, of zelfs symboolpolitiek? Het onderwerp is zó beladen en kent zoveel aftakkingen en zijstappen, met zoveel al dan niet verkapte politieke agenda’s, dat je het overzicht al snel kwijtraakt, ook omdat het er soms op lijkt dat al die verschillende visies erop allemaal hun eigen feiten kennen. Toch is er volgens mij wel een indeling te maken in visies op migratie. Niet aan de hand van politieke stromingen, maar aan de hand van prominente deskundigen.

We zeggen mensen te willen helpen, en in de praktijk betekent het dat we ze hun leven laten riskeren, en dat ze hun familiefortuin aan smokkelaars moeten betalen

Aan de ene uiterste kant, namelijk de linker, zit hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis Leo Lucassen, directeur van Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Lucassen is eigenlijk altijd positief over migratie. Het is gezien de vergrijzing nodig, het kan geen kwaad en de nadelen worden altijd ofwel verzonnen, dan wel overdreven. Migratie zorgt niet voor problemen, en als er wel problemen zijn, zijn die de schuld van onszelf, het Westen. Dat Lucassen achter iedere boom, en anders minstens achter iedere voorstander van streng(er) migratiebeleid een xenofoob ziet en dat ieder opiniestuk van hem (en dat zijn er nogal wat) minstens één keer de term ‘extreemrechts’ of ‘racistisch’ bevat, maakt zijn standpunten vooral geschikt voor iedereen die zich op dat onderwerp graag opsluit in zijn eigen morele gelijk.

Wie op een verjaardagsfeest het gespreksonderwerp ‘migratie’ graag zo snel mogelijk afsluit, en eenieder die er iets kritisch over opmerkt de mond wil snoeren door hem voor racist uit te maken: google snel een bijdrage van Leo Lucassen en citeer een willekeurige passage. Grote kans dat daar ook een zin in langskomt die gaat over een migratiestroom van eeuwen geleden (immers: hoogleraar migratiegeschiédenis), en je kunt met de dooddoener ‘migratie is van alle tijden’ dit onderwerp afsluiten, en het verjaardagsgesprek gewoon weer terugbrengen op B&B Vol Liefde.

Kosten van asielmigratie

Aan de andere uiterste kant, de rechter, zit Jan van de Beek. Toen die laatst was uitgenodigd om de gemeenteraad van Den Haag bij te praten over demografische ontwikkelingen (Den Haag is de meest dichtbevolkte stad van Nederland), kondigde de linkse oppositie meteen aan die bijeenkomst te boycotten. Je ging toch ook niet over corona praten met Willem Engel? Nu is Jan van de Beek geen Willem Engel, want er is maar één Willem Engel, en laten we daar vooral iedere dag weer onze dankbaarheid over uitspreken. Maar een onomstreden deskundige is hij ook bepaald niet. Hij is van huis uit wiskundige en antropoloog en gepromoveerd in de sociale wetenschappen, en in het dagelijks leven is hij freelance docent wiskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en economie. Wie zoekt naar publicaties van Jan van de Beek over migratie, is snel klaar. Zijn boek Migratiemagneet Nederland moet nog verschijnen. Wel schreef hij enkele jaren gelden het onderzoek Grenzeloze Verzorgingsstaat: de gevolgen van immigratie voor de overheidsfinanciën, en onderzocht hij voor eerst de PVV en later voor FvD en JA21 de kosten van asielmigratie.

Vindt Leo Lucassen niets aan migratie problematisch, Jan van de Beek vindt álles aan migratie problematisch. Maar vooral toch datgene waar hij zich het meest op concentreert: de kosten. Zijn standpunt is niet veranderd sinds 2017, toen hij een uitvoerig interview gaf aan Wierd Duk, toen nog verslaggever van het Algemeen Dagblad, en stelde: ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat niet-westerse asielzoekers heel vaak in de bijstand zitten en economisch nauwelijks bijdragen. Mijn stelling is: de verzorgingsstaat wordt door de massa-immigratie onhoudbaar.’ Hij voegde er aan toe: ‘Gebeurt er niets structureels, dan stort de verzorgingsstaat onherroepelijk in. Nederland is een rijk land, dus we houden het wel enige tijd uit. Maar het is een kinderlijk naïef idee dat we tot in het oneindige mensen uit derdewereldlanden kunnen opvangen. Daarmee richten we onze samenleving te gronde.’

Dat zijn de twee flanken.

Geen beperkingen aan migratie, en iedereen die dat wil is een xenofoob. En: grenzen dicht, anders gaat onze verzorgingsstaat en daarmee onze samenleving eraan. Van beide standpunten en de vertolkers ervan (Lucassen en Van de Beek) kun je zonder meer zeggen dat ze glashelder zijn. Ik vind het wat lastiger om te stellen dat ze daarmee ook interessant of prikkelend zijn. Wie dát zoekt, komt volgens mij bij twee andere deskundigen uit.

3.

Joost Eerdmans van JA21 vroeg staatssecretaris Eric van der Burg tijdens een Kamerdebat eens of hij het boek De Asielloterij op zijn nachtkastje had liggen. Hij zelf wel, namelijk.

Het boek is geschreven door Ruud Koopmans, die enkele jaren geleden met Het vervallen huis van de islam een volstrekt onontkoombaar boek over de islam schreef. Koopmans toonde zich daarin zeer kritisch over de islam en had daar geen enkele retoriek voor nodig; het in kaart brengen van de feiten was voldoende. Hij bleek ook geen islamofoob, om dat vreselijke woord maar eens te gebruiken. Koopmans vond het juist spijtig dat een religie die ooit in delen van de wereld in bloei stond, zo massaal in de ban van het fundamentalisme was gekomen, en op het gebied van onder meer democratie, mensenrechten, vrede, welvaart en de positie van vrouwen er zo dramatisch slecht voor staat.

Het spookbeeld dat al zo lang pijnlijk zichtbaar is: vluchtelingen op zinkende bootjes.

In De Asielloterij toont hij zich net zo onorthodox. Hij legt glashelder uit wat er mis is met ons huidige migratiesysteem. Om met het meest macabere te beginnen: het is dodelijk. Van alle doden die in de hele wereld vallen bij migratiebewegingen, valt bijna zeventig procent dat onderweg naar Europa. Door de Sahara en de Arabische woestijn, en bij de boottocht over de Middellandse Zee: de enige routes om Europa te bereiken en gebruik te maken van die rechten die voor ze zijn vastgelegd in allerlei verdragen. Het zijn bovendien niet de allerarmsten die onze kant opkomen, sterker nog: het zijn de rijksten en fysieke sterksten. We zeggen mensen te willen helpen, en in de praktijk betekent het dat we ze hun leven laten riskeren, en dat ze hun familiefortuin aan smokkelaars moeten betalen. Lukt het ze wel om Europa levend te bereiken, dan beginnen de volgende problemen: de integratie verloopt zeer moeizaam, de criminaliteit onder vluchtelingen is hoog en de arbeidsparticipatie is laag.

Vooral Koopmans’ nadruk op die criminaliteit ligt gevoelig. Want veel asielzoekers zijn jonge, laagopgeleide mannen, en precies dat zijn in alle criminaliteitsstatistieken altíjd de hoogst scorende categorie. Bij iemand als Jan van de Beek leidt deze opstelsom van vooral slecht nieuws tot de conclusie dat we dus onze grenzen moeten sluiten. 120 miljoen vluchtelingen in de wereld, maar ja, we kunnen hun problemen niet oplossen, anders gaan we er zelf aan, dus: brug omhoog, opgelost, klaar.

Vrekkigheid

Maar voor Ruud Koopmans zijn de problemen die samenhangen met migratie geen reden om te pleiten voor een einde aan ons aandeel in de wereldwijde migratie. Het is voor hem een reden om terug te keren naar de kernvraag: wat was het doel van dat aandeel? Mensen elders in de wereld helpen, toch? Lukt dat op deze manier? Waar Jan van de Beek steeds waarschuwt dat we het niet kunnen betalen als alle vluchtelingen onze kant op komen, benadrukt Koopmans dat verreweg het grootste deel van de vluchtelingen over de hele wereld helemaal niet onze kant op komt, maar in de eigen regio wordt opgevangen. Oeganda ving in 2020 1,4 miljoen vluchtelingen uit Oost-Congo op. Dat zijn 700 Ter Apels. In een land waar het gemiddelde maandinkomen nog geen 100 euro bedraagt. Een land als Oeganda moet dat allemaal alleen oplossen, zonder hulp uit Europa. Dat geeft zijn geld liever uit aan een migratiebeleid dat mensen massaal de dood in jaagt, de armsten niet helpt, en leidt tot ontwrichting in eigen land. Dat moet anders, betoogt Koopmans. En dus niet uit vrekkigheid. ‘Humanitaire hulp mag immers iets kosten, en het belangrijkste voordeel moet zijn dat mensen in nood worden geholpen.’

De mensensmokkelaar als dienstverlener op vrijwillige basis doet een beetje denken aan Thijs Römer die betoogde dat hij minderjarige meisjes alleen maar ‘een goed gevoel wilde geven’

Hoe moet het dan wel? Koopmans stelt dat illegale migratie (en de risico’s daarvan voor migranten zelf) moet worden tegengegaan door geen asiel meer te verlenen aan mensen die uit eigen beweging naar Europa komen. Dat betekent niet dat hij niemand meer asiel wil geven. Sterker nog: hij is ook niet voor mínder asielzoekers. Alleen voor ándere, via een andere route, letterlijk en figuurlijk. De selectie ervan moet elders plaatsvinden, namelijk in de landen van herkomst. Dat betekent dus dat de enige migranten die nog asiel krijgen, de migranten zijn die we zélf hebben geselecteerd en uitgenodigd. Wij, en niet: mensensmokkelaars.

Het criterium is: nood. Waar de nood het hoogst is, daar worden de meeste mensen uitgenodigd. Nu is Koopmans verre van naïef, dus hij weet ook dat zelfs dan nog steeds veel mensen zullen proberen Europa te bereiken, voor desnoods een leven als rondzwervende illegaal. Voor die mensen stelt hij de Australische aanpak voor: vluchtelingenkampen elders, aan de randen van Europa. In Australië komt dat neer op: pushbacks van de boten op zee, en het opsluiten van mensen die toch proberen het land te bereiken in offshore detentiecentra op een eiland van Papoea-Nieuw-Guinea. Eenmaal daar hebben ze geen kans meer op asiel, en zitten ze in de praktijk vaak jarenlang vast. Koopmans kent de kritiek op het volgens critici onmenselijk harde Australische beleid, en gaat daar ook op in. Zijn stelling: sinds Australië dit beleid voert, verdrinken minder bootvluchtelingen dan voorheen. In Europa vinden we dat beleid inhumaan, maar bij het oversteken van de Middellandse Zee vallen meer doden. We willen levens redden, maar in de praktijk kóst dat meer levens. Wat is daar humaan aan?

4. 

Het komt niet vaak dat Johan Derksen even zijn mond houdt en naar een ander luistert; dat betekent immers dat je de indruk wekt iets niet béter te weten. Maar toen onlangs migratiedeskundig en socioloog Hein de Haas te gast was in Vandaag Inside om antwoord te geven op de vraag of we een asielcrisis hebben in Nederland, viel zelfs Derksen stil. Het antwoord op die vraag van De Haas was overigens: nee, wel een politieke crisis. Moet Jan van de Beek nog steeds met zijn eerste boek over migratie komen, het laatste van Hein de Haas geldt inmiddels als een standaardwerk over migratie. De Haas heeft zijn boek Hoe migratie echt werkt opgebouwd als een afrekening met mythen, 22 in totaal.

Het is voor een deel een retorische truc, want het boek telt (als je de inleiding en epiloog niet meetelt) ook maar 22 hoofdstukken, dus De Haas noemt feitelijk élke gangbare opvatting over migratie, zowel die in progressieve als in conservatieve kringen, een mythe. Ook bijvoorbeeld ‘mensenhandel is een vorm van moderne slavernij’. Want, stelt De Haas: mensenhandel heeft niets te maken met migratie, mensensmókkel wel, en dat is ‘in wezen een vorm van dienstverlening, waarvan migranten vrijwillig en tegen betaling gebruik maken’. De mensensmokkelaar als dienstverlener op vrijwillige basis: het doet een beetje denken aan Thijs Römer die voor de rechtbank betoogde dat hij minderjarige meisjes alleen maar ‘een goed gevoel wilde geven’. Hein de Haas’ mensbeeld zou je op basis hiervan rooskleurig kunnen noemen.

Maar dat is het niet.

Zijn belangrijkste stelling is dat hedendaagse debatten over migratie helemaal geen debatten zijn. ‘Wat je erin terug hoort zijn vrijwel uitsluitend meningen of staaltjes wensdenken en bijna nooit een op feiten gestoelde redenering. Er wordt gesproken over wat en hoe migratie zou moeten zijn in plaats over wat migratie daadwerkelijk is.’

5.

Rechts en de vakbonden overdrijven de nadelen van migratie, en links en de werkgevers overdrijven de voordelen ervan, stelt De Haas. Over dat laatste is hij het eens met Koopmans: die wijst er ook op dat juist de lobby van het grote bedrijfsleven vaak pleit voor meer soepelere migratieregels. Want: goedkopere arbeidskrachten.

De Haas en Koopmans hebben ogenschijnlijk een tegenovergestelde visie op migratie (en op veel deelterreinen zijn ze het inderdaad oneens: zo wijst Koopmans dus op de hoge criminaliteit onder vluchtelingen, die De Haas juist ontkent, en zo vindt Koopmans dat de integratie vaak mislukt, en De Haas niet, en zo is De Haas veel optimistischer over de islam, die volgens hem ‘net zo verscheiden is als de andere grote wereldreligies’), en De Haas wordt vaak bejubeld door linkse publicisten en politici, en Koopmans vaker door rechtse.

Poolse seizoensarbeiders houden pauze tijdens de appelpluk in Dreumel.

Maar ze delen drie belangrijke observaties.

Ten eerste: de vaststelling dat ‘opvang in de regio’ in werkelijkheid al decennia de praktijk is. Verreweg de meeste vluchtelingen blijven dichtbij huis; dat is altijd zo geweest, en dat is nog steeds zo.

Ten tweede: de observatie dat het migratiedebat niet wordt gevoerd op basis van feiten, omdat het wordt gegijzeld. Door dogma’s, door emoties en ook: door belangen. De Haas spaart in het rijtje belanghebbenden bij het goochelen met de feiten werkelijk niémand. Niet alleen rechts-populisten overdrijven de vluchtelingencrisis, stelt hij bijvoorbeeld, ook vaak als autoriteit beschouwde organisaties als de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR), ‘die de migranten- en vluchtelingencijfers opblazen om publiciteit en daarmee fondsen te genereren’.

Economische lusten

En ten derde: de vaststelling dat ons huidige migratiebeleid is mislukt. En ook bij wie de rekening daarvan terecht is gekomen. De Haas concludeert op het eind van zijn boek: ‘Uit het wetenschappelijke bewijs blijkt dat de meeste economische lusten van immigratie toevallen aan de toch al welvarendere leden van bestemmingssamenlevingen, terwijl de sociale lasten die immigratie met zich mee kan brengen in onevenredig hoge mate terechtkomen op de schouders van gewone burgers die zelf de afgelopen decennia toch al te maken kregen met afkalvende baanzekerheid en een stagnerende of dalende koopkracht en levensstandaard.’

En zo zijn weer terug bij De AfD in Duitsland. Le Pen in Frankrijk. Vlaams Belang in Vlaanderen. De PVV in Nederland. Orbán in Hongarije. En Giorgia Meloni in Italië.

De boeken van Koopmans en De Haas: ze horen beide op het nachtkastje van iedere politicus. En in het bijzonder op dat van minister Faber.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • NL Beeld / Regiofotografie, ANP