Zo ook Edwin Alofs en Donna Hofman. Ze proberen een acteercarrière op te bouwen, maar worden vooral gecast voor rollen waar om gelachen kan worden. Dat moet anders, vindt het duo dat niets liever wil dan een serieuze acteerrol bemachtigen. ‘We worden gediscrimineerd.’
Al op zijn tiende was Edwin Alofs (1977) te zien op het witte doek. In De Telegraaf stond een advertentie waarin werd gezocht naar kleine mensen voor Willow, een nieuwe film van regisseur Ron Howard en gebaseerd op een verhaal van regisseur en schrijver George Lucas. ‘Mijn moeder reageerde en een week later zaten we in Londen,’ zegt Alofs, die 1,15 meter meet. Samen met driehonderd andere kleine mensen nam hij tal van scènes op. ‘Uiteindelijk ben ik maar in één scène echt goed te zien, maar het was een onvergetelijke ervaring. Het was erg mooi om met die mensen samen te werken, dat gaf me echt een goed gevoel.’
Dat goede gevoel miste Alofs in zijn jeugd regelmatig. ‘Toen ik jong was, werd ik met voetbal al snel op doel gezet. Ik was kleiner dan mijn ploeggenoten en kon het niet goed belopen. Omdat ik klein was, kregen we een kleiner doel als ik keeper was. Maar dat was nog niet zo erg, het werd vooral lastig in de puberteit. Vriendjes kregen brommers en droegen stoere kleding. Dat wilde ik ook, maar dat was lastig. Kleding moest op maat worden gemaakt door mijn moeder en de orthopedische schoenen die er toen waren, zagen er niet uit. Dat waren toen nog van die grote bruine of zwarte dingen. Daardoor liep ik erbij als een houten klaas. Gelukkig zijn de schoenen van nu een stuk moderner. Tijdens mijn puberteit had ik zeker vriendjes, maar ik werd ook gepest omdat ik klein en anders ben. Ik moest ermee dealen en ben er hard door geworden, maar heb het er wel lastig mee gehad. Puberteit zal voor veel mensen een lastige periode zijn en ik denk dat bijna iedereen weleens wordt gepest, maar bij mij hakte die tijd er behoorlijk in.’
Minibar
Voldoening haalde Alofs uit het acteren. Steeds vaker kreeg hij rollen aangeboden, onder meer in Baantjer waarin hij circusdirecteur Herman Kramsky speelde. Hij genoot van het acteren met Piet Römer. Zijn hoogtepunt als acteur beleefde hij in 2005. Alofs speelde in meerdere videoclips en films, waaronder de komedie Deuce Bigalow: European Gigolo. ‘Ik deed auditie en werd gecast. De opnames voor die film vonden grotendeels plaats in Amsterdam. In de film speel ik in een scène met Chantal Janzen. Ik lig op haar op het moment dat Rob Schneider onze kamer binnenkomt en denkt dat ik met zijn vriendin bezig ben. Hij pakt me op en gooit me door het raam zo de gracht in. Daarna komt hij erachter dat ik niet op zijn vriendin zat. Als ik het water uitkom en hij excuses maakt, geef ik hem een kopstoot in zijn ballen.’
Hoewel Alofs trots is op zijn acteerwerk, merkt hij ook dat hij vooral wordt gevraagd voor rollen waarbij er om hem kan worden gelachen. ‘Eigenlijk word ik vooral getypecast, dus gevraagd wanneer ze expliciet een klein mens zoeken.’
Dat moet anders, vindt hij. Om meer aandacht te vragen voor mensen die anders zijn, richtte Alofs in 2010 DKOP-casting op. ‘Dat staat voor Different Kind Of People. Dus niet de standaard mensen, maar mensen die anders zijn. Dat kunnen mensen zijn die heel klein zijn, maar ook heel groot of bijvoorbeeld stevig of een drieling. Het gaat om mensen die buiten het zicht van de normale castingbureaus vallen, maar wel talent hebben. We beoordelen iemand daarbij niet op het uiterlijk, maar op het talent dat hij of zij heeft. Ook staan we op evenementen met bijvoorbeeld een minibar. Dat is in eerste instantie grappig, maar de mensen die achter de bar staan kunnen erg goede cocktails maken. We proberen dus alleen dingen te doen waarbij mensen inzien dat we erg talentvol zijn. Dat willen we graag laten zien aan de wereld.’
Alle goede bedoelingen ten spijt merkt Alofs dat er in de acteerwereld nog weinig is veranderd sinds hij ruim dertig jaar geleden zijn filmdebuut maakte. ‘Als klein mens word je in dit vak niet geaccepteerd, maar juist gediscrimineerd. Je ziet nooit een klein mens die een serieuze rol speelt in een vertolking van Shakespeare of in een oorlogsfilm. Maar waarom eigenlijk niet? Iedereen in de acteerwereld weet van het bestaan van mij en mijn castingbureau. Ik vind het ontzettend jammer dat John de Mol en de anderen die dit veld beheren niet eens een script maken met een serieuze rol voor een klein mens. Ze zien ons niet staan. Ik hoop echt dat dit ooit verandert. De enige echte serieuze rol die een klein mens heeft gehad, is die van Peter Dinklage in Game of Thrones. Ik kus de vloer als ik ooit zo’n rol zou krijgen, maar ik vrees dat dit in Nederland voorlopig niet gebeurt.’
JE ZIET NOOIT EEN KLEIN MENS DIE EEN SERIEUZE ROL SPEELT IN EEN VERTOLKING VAN SHAKESPEARE OF IN EEN OORLOGSFILM. WAAROM EIGENLIJK NIET?
‘Kijk, een dwerg’
Nog steeds wordt Alofs dagelijks geconfronteerd met zijn lengte, ook in zijn woonplaats Bergen. ‘Ik word nog steeds gepest omdat ik anders ben. Door de jaren heen heb ik alles wel gehoord. Zo zei een moeder op straat tegen haar kind eens: “Als jij je bordje niet leegeet, dan blijf je ook zo klein.” Dat zijn pijnlijke opmerkingen om te horen. Gelukkig merk ik wel dat het een andere tijd is dan vroeger. Mijn zoon van veertien is ook klein, maar hij wordt minder gepest dan ik vroeger. Volgens mij komt dat doordat er nu meer op wordt gelet. Ook kun je op internet veel vinden over kleine mensen, wat vragen wegneemt. Het scheelt ook dat mijn moeder klein is en ik op een normale manier ben opgevoed. Ik ken kleine mensen die door hun ouders jarenlang zijn weggestopt, later niet goed met de maatschappij konden omgaan en zelfmoord hebben gepleegd.’
Alofs heeft zelf een dikke huid gekregen en reageert gevat als mensen hem op straat nakijken of denigrerend aanspreken. ‘Als iemand zegt dat ik klein ben, vraag ik die persoon of hij daar een probleem mee heeft. Ik ben nu ook wat dikker geworden en laatst zei een meisje: “Kijk daar, wat een kleine, dikke opa.” Ik stapte op haar af en zei dat ze bijna gelijk had. Ik ben inderdaad klein en dik, maar nog geen opa. Mensen hebben ook vaak geen idee hoe mijn stoornis heet. Nooit zeggen ze: “Daar loopt iemand met achondroplasie,” maar altijd: “Kijk, een lilliputter” of “Kijk, een dwerg.” Maar dat ben ik niet. Lilliputters komen voor in het boek Gullivers Reizen van Jonathan Swift. Op het fictieve eiland Lilliput wonen alleen maar kleine mensen. Dat eiland bestaat niet, dus ik ben geen lilliputter. Dwergen komen voor in Sneeuwwitje en ik neem aan dat ik geen sprookje ben, want ik ben echt. Ik ben gewoon een mens, alleen ben ik kleiner dan de meeste anderen. Meer niet.
Geen respect
Ook Donna Hofman (1976) wil laten zien dat ze gewoon een mens is. De vrouw van 1,08 meter lang acteert, presenteert, geeft spiritueel advies en doet modellenwerk. En dat allemaal zoveel mogelijk met een glimlach op haar gezicht. Hofman bekijkt het leven graag op een zo’n positief mogelijke manier. ‘Net als ieder ander mens heb ik ups en downs, maar door in het negatieve te blijven hangen kom je er niet,’ zegt de Alkmaarse. ‘Ik kijk liever vooruit en wil het positieve van het leven inzien. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.’
In het dagelijks leven ondervindt Hofman wel hinder van haar gebrek aan lengte. ‘In de supermarkt staan producten soms te hoog en veel traplopen op een station kan zwaar zijn. En als ik op stap ga, kan ik pech hebben dat de wc boven is en ik eerst de trap op moet. Daarnaast pin ik liever geen geld op straat. Ik kan er niet goed bij, maar laat me daar liever niet helpen. Misschien gaan ze er met mijn geld vandoor. Dan pin ik liever binnen in de bank.’
Ook wordt Hofman op straat weleens aangestaard of nageroepen. Het doet haar weinig. ‘Vroeger kon ik er weleens tegenin gaan, maar tegenwoordig gaan opmerkingen het ene oor in en het andere weer uit. Het zegt meer iets over de ander als ze me naroepen, dan over mij. Die mensen hebben geen respect. Maar als ik me daar druk om ga maken, heb ik geen leven.’
Een leven, dat heeft Hofman zeker wel. ‘Ik heb een heel lieve man, die gewoon groot is. Samen hebben we een dochter van 21. Zij is wel klein. De kans dat we een klein kind zouden krijgen was 25 procent. Er waren mensen die me vroegen of ik wel zeker wist dat ik een kind wilde, omdat het ook klein kon zijn. Het is jammer dat mensen er soms zo negatief naar kijken. Ik heb ook recht op een gelukkig leven.’
Dat geluk vindt Hofman niet alleen in haar gezin. Ze ontplooit zich de laatste jaren steeds meer als actrice, model en presentatrice en geeft mensen telefonisch advies als ze ergens mee zitten. ‘Voorheen werkte ik jarenlang als telefonisch verkoper, maar nu werk ik voor mezelf. Het geven van telefonisch advies doe ik nu zo’n vijf jaar. Altijd al heb ik dingen gevoeld en gezien, het is mooi om mensen daar nu steeds meer mee te kunnen helpen. Als mensen advies willen, kunnen ze me bellen en probeer ik hen handvatten aan te reiken. Op Facebook deel ik vier keer per week een mooie spreuk en leg ik één keer per week digitale kaarten. Ook ben ik steeds drukker met mijn andere werk als Little Donna en mag ik meer en meer acteren, presenteren en modellenwerk doen. Ik laat me niet inhuren voor ordinaire dingen, maar wel voor bijvoorbeeld een bruiloft. Als de bruidegom voorheen eens een relatie had met een kleiner iemand, kan ik verkleed als bruid langskomen om als grapje de taart samen aan te snijden. Ik laat me niet inhuren voor vrijgezellenfeesten met dronken mannen. Ik ben blij dat er in de maatschappij steeds meer aandacht is voor inclusiviteit. Er zijn ook modellen met het syndroom van Down. Vroeger moest je als model standaard 1,70 meter zijn, maar dat is niet meer zo. Dat zorgt er ook voor dat er voor mij meer kansen zijn om iets te bereiken.’
Hetzelfde maar kleiner
Haar Droom? ‘Ik hoop ooit in Goede Tijden, Slechte Tijden te spelen. Ik kijk er graag naar, maar zie er nooit een klein iemand in acteren. Waarom niet? De serie gaat over de dingen in het dagelijks leven. Ik maak daar toch ook deel van uit?’ Maar Hofman ervaart dat niet altijd zo. Ze merkt regelmatig dat de buitenwereld anders naar haar kijkt, omdat ze een stuk kleiner is. ‘Als ik hetzelfde wil bereiken als een ander, moet ik me meer bewijzen. Mensen denken soms dat je een bepaalde handicap hebt of dat ik bijvoorbeeld niet oud kan worden. Maar ik ben gezond en kan gewoon oud worden, hoor.’
IK HOOP OOIT IN GTST TE SPELEN. HET GAAT OVER HET DAGELIJKS LEVEN, MAAR IK ZIE ER NOOIT EEN KLEIN IEMAND IN ACTEREN. IK MAAK DAAR TOCH OOK DEEL VAN UIT?
Groter zijn zou ze niet willen. ‘Ik leef nu en ga me niet afvragen hoe mijn leven eruitziet als ik groter zou zijn. Dan ben ik mezelf alleen maar aan het bedriegen. Het is nu eenmaal zoals het is. Dit is wie ik ben en mensen accepteren me maar op deze manier. Een ander heeft niet meer recht omdat hij groter is dan ik. Voor mij zijn we allemaal gelijk. Ik hoop dat er nog meer kansen komen en kleine mensen op een dag als volledig gelijkwaardig worden gezien. Als je een vooroordeel hebt, stap dan eens op iemand af in plaats van te wijzen of iets te roepen. Dat is namelijk niet leuk. Stap erop af en stel je vragen. Dan kom je erachter dat ik hetzelfde ben als een ander, alleen kleiner.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct