Premium

De Krottenkoning en het Verpauperparadijs

Wanhoop, woede en bovenal een lelijk uitzicht, dat is wat vastgoedondernemer Ronnie van de Putte achterliet in Leiden, Wassenaar, Noordwijk en Sluis. Al sinds de jaren 70 laat de Krottenkoning op prominente plekken gebouwen verpauperen.

Het Hoompje

Gemeenten zitten met de handen in het haar, de enige oplossing lijkt Van de Putte voor veel te veel geld uit te kopen. ‘Ik ben nu tien jaar wethouder, dit is echt heel bijzonder. Ik begrijp niet waarom Van de Putte zijn bezit zo laat verloederen.’

Badplaats Noordwijk, ten noordwesten van Leiden, mag dan een dorp zijn; de bekendheid en uitstraling reiken verder dan die van zomaar een kustplaatsje. Het is een vooral onder Duitsers geliefd vakantieoord, menig bedrijf houdt er personeelsuitjes, het was de pleisterplaats van het Nederlands voetbalelftal, het is een zetel van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en Harry Mens’ tv-programma Business Class wordt er opgenomen. Langs de parallel aan het strand gelegen Koningin Wilhelminaboulevard staan de imposante hotels Huis ter Duin en de Hotels van Oranje. De bebouwing aan de kust is minder lelijk dan in bijvoorbeeld Zandvoort, maar architectuurliefhebbers zal Noordwijk niet veel trekken.

De badplaats kende tot de jaren 70 nog veel binnenlands toerisme, maar dat publiek verplaatste zich vanaf medio jaren 70 via steeds goedkoper wordende bus- en vliegreizen naar warme buitenlanden. De kleinere hotels sloten en werden verbouwd tot appartementencomplexen, die populair bleken bij welvarende Duitsers op zoek naar een vakantiewoning. Huis ter Duin en de Hotels van Oranje overleefden mede dankzij congressen en personeelsfeesten. Op dit moment gaat het uitstekend met Noordwijk, afgaande op de plannen van het laatstgenoemde hotel om voor 100 miljoen euro uit te breiden met nieuwe congresruimten, appartementen en penthouses.

Het Gat van Palace

Er was nog een derde groot hotel aan de Koningin Wilhelminaboulevard, het Palace Hotel, maar dat moest in 1978 sluiten vanwege een brand die de bovenste verdieping verwoestte. De waterschade maakte het gebouw onleefbaar. Een mooie plek voor een nieuw hotel of voor appartementen, zou je denken. De eigenaar van het afgebrande hotel verkocht de resten aan de Amsterdamse, in België woonachtige handelaar Ronnie van de Putte (nu 73), op voorwaarde dat hij de onderverdieping in gebruik mocht nemen voor een restaurant, bardancing en bowlingbaan. Van de Putte kon naar keuze een hotel of appartementen erboven bouwen. Maar Van de Putte trok een heel ander plan: hij deed niets. Het hotel verpauperde tot het noodgedwongen moest worden gesloopt.

Tot op de dag van vandaag, veertig jaar later, is het ‘Gat van Palace’ nog steeds een opvallende, ontsierende open plek aan de dichtbebouwde boulevard, waarover gemeente en Van de Putte al even lang in conclaaf zijn. We treffen een stenen vlakte, bereikbaar via een halsbrekend trappetje. Aan de zijkant van het gat, achter een ander hotel, zit nog een kavel in bezit van Bever Holding, Van de Puttes vastgoedbedrijf. Volgens de website van de ontwikkelaar moet er een hotel of appartementencomplex verrijzen, maar er staan al sinds mensenheugenis witte schuttingen rond een gat waar roestige buizen overheen lopen.

Een 60-jarige onderwijzeres die haar hele leven in Noordwijk woont, herinnert zich het Palace Hotel nog goed. ‘In de kelder zat een discotheek. Alle bezoekers kregen een hotelpas, daardoor kon iedereen tot 06.00 uur door dansen,’ blikt ze weemoedig terug. ‘Dat die Van de Putte het voor elkaar krijgt dat er hier al decennialang niets kan, verbaast iedereen. Die man moet echt hondsbrutaal zijn. Ik begrijp ook niet dat je als vastgoedontwikkelaar niets wilt ontwikkelen. Hoe verdien je dan geld? Er gebeurt nooit iets in dat gat; geen markt, geen straatvoetbal, niets. Het is een hoofdpijndossier, of zeg maar gerust een migrainedossier.

Dat die Van de Putte het voor elkaar krijgt dat er hier al decennialang niets kan, verbaast iedereen. Die man moet echt ­hondsbrutaal zijn

Van de Beerputte

Van de Putte, van oorsprong bloemenkoopman, stapte rond 1975 in het onroerend goed in Amsterdam. Enkele banken, zoals het roemruchte Slavenburg, FGH, Westland-Utrecht en Tilburgse Hypotheekbank financierden speculanten als Van de Putte met vele tientallen miljoenen guldens om de omzet aan te jagen. Al snel is ‘Van de Beerputte’, die door de hele stad blokken huurhuizen opkoopt, vanwege achterstallig onderhoud en horizontale splitsing de schrik van de hoofdstad. Actiegroepen tegen woningnood stellen dat hij zich van knokploegen bedient en sleutelgeld vraagt. Schattingen van het aantal huurwoningen die hij op dat moment beheert lopen in de jaren 80 op tot duizend. Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Amsterdam nam in 1981 zelf het achterstallig onderhoud ter hand, maar bedachtzaam, want Van de Putte heeft dan al de reputatie een meester te zijn in het niet betalen van rekeningen. Ook onder schuldeisers gaat dan al het verhaal dat Van de Putte als geen ander juridische vertragingstactieken beheerst. Op kritische verhalen hierover zat (en zit) hij niet te wachten. Eind 1981 liet hij na kritische artikelen beslag leggen op de bezittingen van Nieuwe Revu-journalisten Pieter Storms en Bert Voskuil.

In de jaren 70 is dat opkopen en splitsen van panden lucratief, maar in de jaren 80 stopte de gemeente Amsterdam met het makkelijk verstrekken van vergunningen daarvoor. Tegelijk is door de vele kredieten en levendige handel in huizenblokken een bubbel ontstaan in de onroerend goedmarkt. Van de Putte staat in 1982 op omvallen. Om de schade te beperken, gaan zijn bankiers ermee akkoord dat de gemeente Amsterdam voor 12,5 miljoen gulden 559 woningen, 33 bedrijfspanden en vijftien gekraakte panden opkoopt. De gemeente verrekent met dat bedrag meteen zo’n vier ton die Bouw- en Woningtoezicht had voorgeschoten voor onderhoud. De schade voor de banken bedraagt vele miljoenen, maar een faillissement zou nog erger zijn geweest.

Altijd dikke pret

Het weerhoudt Van de Putte er niet van actief te blijven in het vastgoed. Hij heeft nog bezit over, zoals in Noordwijk. In de jaren 90 werkt de vastgoedondernemer nauw samen met makelaar Harry Mens. Met Mens en een inmiddels overleden zakenpartner koopt Van de Putte 97 procent van de aandelen in het beursgenoteerde vastgoedfonds Enhobel. De drie blokkeren enkele jaren een overname door vastgoedbelegger Uni-Invest, ze eisen een hoger bod. Van de Putte probeert dit trucje in 2001 en 2002 nog een keer. Wanneer Hans Breukhoven aankondigt zijn winkelketen Free Record Shop van de beurs te halen, koopt de vennootschap Southside Property Developments op Kanaaleiland Guernsey een groot pakket in, en probeert een hoger bod af te dwingen. Van de Putte ontkent dat hij eigenaar is van Southside, maar niet iedereen in zijn omgeving gelooft dat. Mens (die inmiddels al jaren geen contact meer met de Krottenkoning heeft) en andere insiders wijzen in de pers op Van de Putte als brein en financier achter deze operatie.

De beurs blijft voor Van de Putte een favoriete manier om geld op te halen. In 2007 koopt hij het beursgenoteerde Bever Holding. Dat was een zogenaamd hoekmansbedrijf dat aandelenhandel faciliteert, maar inmiddels was het een lege bv. Van de Putte schuift zijn vastgoed in dit Bever Holding, dat nog steeds actief is. De ondernemer en zijn vrouw bezitten zo’n 70 procent van de aandelen.

In de vastgoedwereld ligt hij nog wel goed. ‘Ik heb hem vorig jaar een keer ontmoet,’ vertelt een grote Amsterdamse vastgoedbelegger die anoniem wil blijven. ‘Het zal een keiharde zijn, maar als je hem spreekt is het aimabele man, ik kan niet anders zeggen.’

Ronnie is een ontzettend leuke man,’ bevestigt de Amsterdamse makelaar en horeca-exploitant Jan Wieger van der Linden. ‘Hij kan een hele harde zakenman zijn, die niet altijd even sympathiek overkomt, maar daarbuiten is het heel plezierig om met hem om te gaan. Ik ga weleens met hem lunchen in Antwerpen, dan is het altijd dikke pret.

Frustratiedossier

Het zal wrang klinken in Noordwijk, waar ze Van de Putte allesbehalve gezellig vinden. Het Gat van Palace is niet zijn enige bezit in Noordwijk. Hij bezit aan de andere kant van de boulevard het Vuurtorenplein, een pleintje met winkels achter de vuurtoren van Noordwijk. Een restaurant bij het lichtbaken is noodgedwongen gesloopt door het uitblijven van onderhoud. Het pleintje biedt een troosteloos aanzicht. Op een snackbar en twee winkeltjes na staan de ruimtes aan het plein leeg. Er is al lange tijd geen verfkwast overheen gegaan. Aan enkele van de winkelramen zijn brieven geplakt van mensen die de ruimtes hebben gekraakt. Langetermijnhuurders heeft Bever liever niet, lezen we in de notulen van de algemene aandeelhoudersvergadering van juni 2018.

De voormalige kostschool Het Hoompje in het Zeeuwse Sluis verkeert in verwaarloosde staat.

Recent is er een nieuw ‘gat’ bijgekomen in Noordwijk; een manege in eigendom van Bever in het noorden van de kustplaats is afgebrand en gesloopt. De bestuurders van Noordwijk lijken bitter weinig te kunnen doen om Van de Putte te bewegen iets moois van zijn bezit te maken. De gemeente legde regelmatig boetes en dwangsommen op omdat Bever panden niet wilde slopen of opknappen, maar trok die meermaals weer terug als het bedrijf met een plan kwam. Eenmaal weer gevrijwaard van die bekeuringen, strandden de goede bedoelingen in ruzie. ‘Dat is toch wel mijn grootste deceptie,’ verzuchtte de voormalige burgemeester Jan Rijpstra over zijn contact met Bever in een afscheidsinterview. ‘Een frustratiedossier waarvan er niet een ander in Nederland is.’ Bever Holding wijst de beschuldigende vinger naar steeds veranderende toekomstvisies en structuurnota’s, en bezwaar- en beroepsprocedures van niet-meewerkende bestuurders en buren. In 2017 had de gemeente er zo genoeg van dat het een dwangsom doorzette. Het totaalbedrag was opgelopen tot meer dan een half miljoen, wat weer leidde tot eindeloze rechtszaken. Om van de claims af te komen, betaalde Bever in 2017 425.000 euro, ongeveer driekwart van de opgelegde boetes. Het Twentse bouwbedrijf Volker-Wessels heeft in 2016 nog getracht de boel in beweging te krijgen, nadat Bever in 2015 in aanvaring kwam met financier Staalbankiers. Dat legde beslag op het onroerend goed en wilde geen krediet meer verstrekken, wat bijna de nekslag werd voor het bedrijf. Maar Reggeborgh, het financieringsbedrijf van Dik Wessels (van Volker-Wessels) wierp een financiële reddingsboei toe. Volkerwessels sprak de intentie uit om met Bever de gaten te gaan ontwikkelen, maar ondertussen ligt die samenwerking weer stil.

Nog nooit iets gebouwd

Noordwijk is de zwaarst gehavende gemeente, maar Van de Putte heeft in meer plaatsen gaten geslagen. In Leiden bijvoorbeeld. Hij kocht in 1993 een pand vlakbij het Centraal Station, dat in 2001 is gesloopt. Op papier had Bever mooie plannen met dit kavel en de naastgelegen, gekraakte flat. Maar in de praktijk gebeurde er niets, waardoor de plek in de volksmond ‘Het Gat van Van de Putte’ werd genoemd. Volgens Bever werd het bedrijf gehinderd in de ontwikkeling van het gebied, volgens criticasters was sprake van een bewuste strategie van verwaarlozing om de gemeente te dwingen veel te veel geld voor het gebied te betalen. In 2008 strandde een poging van de gemeente het plot te onteigenen. De gemeente loste het probleem in 2010 op door Van de Putte inderdaad veel te veel te betalen, 18 miljoen euro. Het Gat en het kantoorpand waren getaxeerd op respectievelijk 11,2 miljoen euro en 3,6 miljoen euro, maar die waardeschatting was nogal aan de hoge kant, waardoor Bever en dus Van de Putte miljoenen aan belastinggeld meer heeft gekregen dan het eigenlijk toekwam. ‘Hij heeft nog nooit iets gebouwd en hij wordt er nog rijk van ook,’ zegt een verwonderde oud-zaken-partner Harry Mens tegenover het Leids Dagblad. In Wassenaar bezit Bever een villa die inmiddels ook is gekraakt. De krakers worden zowaar gewaardeerd in het chique villadorp, omdat ze het pand wel onderhouden.

Nieuw aanvalsplan

Recent kwam Van de Putte in het nieuws doordat hij een rijksmonument in het Zeeuwse Sluis, de voormalige kostschool Het Hoompje, zodanig heeft verwaarloosd dat het binnenkort mogelijk moet worden gesloopt. Peter Ploegaert, verantwoordelijk wethouder te Sluis, blikt teleurgesteld terug. ‘Ik begrijp niet helemaal waarom Van de Putte zijn bezit zo laat verloederen. Dat Leiden zo veel geld heeft betaald is wellicht de insteek. Ik ben nu tien jaar wethouder, dit is echt heel bijzonder. De gemeente had een dwangsom laten verlopen omdat Bever met een plan kwam, om dat vervolgens nooit uit te voeren. We zijn teleurgesteld in het verloop van de contacten. Bij het laatste gesprek was iemand van bouwbedrijf Volkerwessels aanwezig, dat zag mogelijkheden en gaf vertrouwen. Eindelijk schot in de zaak, dacht ik. Dat was naïef van mij, ijdele hoop. Volkerwessels heeft er inmiddels een kruis door gezet. Het hoorde niks meer van Bever en afspraken werden niet nagekomen. De ingezette dwangsom is weer verlopen, we zijn terug bij af. Dat is de strategische aanpak van Van de Putte. Nu heb ik helemaal geen contact meer met hem, ik wil nooit meer met hem aan tafel, daar heb ik geen zin meer in. Een collega in Noordwijk is op een vervelende manier gecompromitteerd. Hij werd uitgenodigd voor een gesprek, kreeg iets aangereikt en net op het moment dat hij iets in ontvangst nam, liep een fotograaf naar binnen. Het was niks, maar de suggestie leek heel raar. Daar leen ik mij dus niet voor. Ik hecht aan mijn integriteit.’

Ploegaert verklaarde in mei nog dat de gemeente in Zeeuws-Vlaanderen het maar heeft opgegeven. Inmiddels probeert de wethouder toch nog iets te redden. Hij is in overleg met het Cuypersgenootschap, een stichting die zich inzet voor het behoud van bouwkundig erfgoed, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en andere getroffen gemeenten om nog eens alle opties te bekijken. ‘We hopen met een gezamenlijke aanpak een nieuw aanvalsplan te kunnen maken. We hebben verder contact met de gemeente Amsterdam opgenomen, waar we een uitwisseling mee hebben, en we zijn nog op zoek naar gevallen van verpaupering die de pers nog niet bereikt hebben. Of het opzetten van nieuwe acties nog leidt tot het behoud van Het Hoompje is een vraagteken. Als wind en water nog langer vrijuit hun werk kunnen doen, zal het snel gaan. We gaan er nog eens goed kijken of we letterlijk nog iets overeind kunnen houden.’

Als wind en water nog langer vrijuit hun werk kunnen doen, zal het snel gaan. We gaan er nog eens goed kijken of we letterlijk nog iets overeind kunnen houden

Niet opgewassen

Hoe kan het toch dat gemeenten zo weinig grip kunnen krijgen op dit type ondernemer? ‘Dit is vervelend,’ zegt wethouder Ploegaert. ‘Ik voel me ook wel verantwoordelijk, maar we kampen nu eenmaal met beperkingen en grenzen. De publieke taak stopt waar de private begint. Wederrechtelijk gezien heeft de gemeente in dit geval geen verantwoordelijkheid. We hebben als taak te waken over openbare orde en veiligheid. In het geval van verval kunnen we ingrijpen als bijvoorbeeld gevaar dreigt dat dakpannen vallen daar waar mensen lopen, dan kunnen we het repareren en de rekening naar de eigenaar sturen. In dit geval gaat het om een afgelegen gebouw met een hek eromheen. Als iemand daar overheen klimt en gewond raakt door vallend puin, is het eigen schuld. Onteigening kan wanneer algemeen belang prevaleert boven privaat belang. Bij de aanleg van een ringweg bijvoorbeeld, op basis van een bestemmingsplan is dan onteigening mogelijk. Een bekend voorbeeld hier in Zeeland is het omzetten van landbouwgrond in natuurgebied. In het geval van Het Hoompje zou het wellicht kunnen dat er een algemeen belang is omdat het gaat om een Rijksmonument. Het had wellicht gekund, maar wij zitten hier ook maar met een beperkte organisatie. En Van de Putte kan verweer voeren, zo’n proces kan heel lang duren.’

Het verval van Het Hoompje is politiek Den Haag niet ontgaan. Tweede Kamerlid Sandra Beckerman (SP) stelde vragen aan minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De minister antwoordde dat er voor gemeenten voldoende wetten en regels zijn om dit soort vastgoedbazen aan te pakken. Beckerman is niet tevreden over die antwoorden. ‘De minister komt met een keurige opsomming van de regels en, wat we vaker zien, ook met andere dossiers, terugverwijzing naar de gemeenten. “Hier heb je de wetteksten, kijk maar hoe ver je komt. Wij zijn niet verantwoordelijk, zoek het maar uit.” Het lijkt nu alsof gemeenten heel veel mogelijkheden hebben. Er is ook een nieuwe erfgoedwet die eigenaren verplicht monumenten te onderhouden, maar je ziet regelmatig dat gemeenten financieel en strategisch niet zijn opgewassen tegen dit soort ondernemers. Het betreft hier Rijksmonumenten, dus dan zou het rijk best samen met gemeenten iets mogen doen tegen dit soort praktijken. Dit is een monument, dus blijkbaar belangrijk om te behouden. Dan kun je als rijk niet zeggen: ach, dat zeiden we toen wel, maar we vinden het toch niet belangrijk.’

Deze villa in Wassenaar is ook eigendom van Van de Putte.

Slecht signaal

De zaak-Van de Putte is een zeldzame, vermoedt ook SP-Kamerlid Beckerman. ‘Ik denk dat het niet vaak voorkomt, maar er is geen overzicht van. Daarbij: maakt dat het minder erg, dat het weinig voorkomt? En wat betekent het voor de toekomst? Juist dat het zo weinig voorkomt, maakt het zo ingewikkeld, vooral voor kleine gemeenten. Hoe moet je hiermee omgaan? Slimme jongens en meisjes kunnen hier blijkbaar heel lang mee wegkomen. De Raad voor Cultuur en de Erfgoedinspectie waarschuwden recentelijk in een advies dat veel van de driehonderd kleine gemeenten de taak tot behoud van Rijksmonumenten niet aankunnen. Veel gemeenten hebben geen visie daarop en geen mankracht ervoor. Dat Sluis hierover klaagt, lijkt mij terecht. Ik wil gemeenten niet vrijpleiten van hun taken, maar dit is wel een groot probleem, vandaar die waarschuwing van die instanties. Gemeenten zijn hier niet klaar voor.’

Dat Van de Putte overal mee weg lijkt te komen, geeft een slecht signaal af aan andere vastgoedexploitanten, vreest Beckerman. ‘Veel eigenaren van monumenten zetten het belang van hun monument voorop en steken er hun hart en ziel in. Die voldoen aan alle lastige regels en investeren flink in hun pand. Voor die eigenaren is het heel vervelend dat je zelf zo je best doet en Van de Putte ermee wegkomt zo’n monument te laten verpauperen.’ 

Bever Holding reageerde niet op per e-mail gestuurde vragen.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct