Er ligt een jongetje onder een kledingrek. Hij is een jaar of zes, zeven. Hij ziet er niet gelukkig uit. Hij heeft geen broek aan. ‘Wat doe je hier?’ vraag ik. ‘Mijn moeder haalt broeken,’ zegt hij. ‘Maar waarom ben je niet in een pashokje?’ ‘Allemaal vol.’ Dat zie ik.
Ik zie zelfs in een hoek van de winkel twee meisjes die beha’s aan het passen zijn, waarna ik heel erg de andere kant op kijk. Een vrouw van rond de vijftig zegt tegen een medewerkster: ‘Er zit een scheur in deze jurk.’ De medewerkster kijkt en lacht: ‘Dat is een split. Dat hoort zo.’ ‘Lach je me nu uit? Hè?’ ‘Nee, nee, echt... Ik probeer alleen maar uit te...’ ‘Val jij lekker dood,’ zegt de vrouw en beent woedend de winkel uit.
Verderop schreeuwt een jonge vrouw tegen de pashokjes: ‘Schiet op! Schiet op! Straks is de winkel dicht! Schiet toch op!’ Als er een pas- hokje leegkomt, wil ze naar binnen gaan, maar tot haar stomme verbazing stormt iemand haar voorbij. ‘Hé! Ik was aan de beurt! Kom eruit!’ ‘Ach, stik mens!’ ‘HÉ! HÉÉÉÉÉ!’ ‘STIK! MENS!’
Welkom in de Primark Utrecht, gevestigd op Hoog Catherijne, in het vier etages tellende pand waar nog niet zo lang geleden V&D gehuis- vest was. Het is de twintigste Primark in Nederland. Primark Utrecht werd aan het begin van de zomer geopend, en een Primark die zijn deuren opent is per definitie als volgt te omschrijven: gek-ken-huis.
Het is donderdagavond en geen gekkenhuis, maar wel druk. Correctie: het is ontzettend druk. Sommige klanten bekijken de kleding en raken af en toe een kledingstuk aan, voorzichtig. De meerderheid doet dat een tikje anders: die graait. Die kijkt vaak boos naar een kleding- stuk – jazeker: boos; boos worden op een kledingstuk dat je niet bevalt is hier helemaal niet vreemd – en gooit het dan weer terug. Of heel af en toe gewoon op de grond. Nogal wat tamelijk normale mensen krijgen eenmaal binnen in een Primark tamelijk tokkie-achtige neigingen.
Primark is een fenomeen. De kleding die er wordt verkocht is niets om je voor te schamen en zelfs een beetje modieus. Maar eerst en vooral, natuurlijk: de kleding is spotgoedkoop. Ongeloof lijk goedkoop. Dit is het hele businessmodel van Primark: wij zijn spotgoedkoop, ongeloof lijk goedkoop, goedkoper dan H&M en Zara, goedkoper dan wie dan ook. Punt uit. Zonnebril: 3 euro. Hoed: 5 euro. Jeans: 12 euro. Tas: 16 euro. Sneakers: 18 euro. Sokken: 2,50 euro. Oorbellen: 2 euro. Trenchcoat: 28 euro. Jas: 10 euro. Jersey short: 3 euro. Enzovoort. Een vrouw, kennelijk voor het eerst in een Primark, stelt zichzelf de vraag: ‘Is het hier uitverkoop?’ ‘Nee hoor,’ zeg ik. ‘Poeh.’ En nogmaals: ‘Poeh. Poehé.’
Meisje tegen haar vriendin: ‘Wow!’ Haar vriendin: ‘WO-HO!’ Ze kijken naar een T-shirt, een niks bijzonders, maar ook allerminst lelijk T-shirt. Bij nader inzien kijken ze naar het prijskaartje: 4 euro. Meisje: ‘4 euro! Wow!’ Vriendin: ‘4 EUROOOOTJES!’ Samen: ‘WOHOHO!!!’
Meisjes, overal meisjes van 13, 14, 15 en 16 jaar in de winkel. Ze vormen de ultieme fanclub van de textielgigant. Voor deze meisjes is een Primark een kledinghemel, ze hebben er graag reistijden van één, twee of zelfs drie uur voor over. Een Primark bezoeken is een uitje, of eigenlijk: het ultieme uitje. Samen binnenkomen, samen graaien, samen passen, samen lachen, samen tevreden de winkel uitlopen.
Ja, dat doen meisjes ook bij H&M en Zara en in de rest der kledingwinkels, maar in de Primark gebeurt alles in de overdrive. Intenser. Geluk is hier voor deze meisjes: 80 euro uitgeven, dan heb je twee volle tassen, misschien wel drie. En dan heb je kleding – leuke kleding – voor de rest van het jaar. Ja, daar ga je als meisje van gillen – HIIIIIIIII!!! YEAHHHHHH!!! – middenin de winkel, of in een pashokje, samen met je vriendinnen.
Het is eigenlijk best ontroerend. De Nederlandse Primark-meisjes: je kan er een stuk of zes keer de Arena mee vullen. Er zijn natuurlijk ook mensen die niet van Primark houden, in te delen in de volgende vier groepen:
– mensen die er hun neus voor ophalen.
– mensen die zeker weten: zulke lage prijzen, dat kan gewoon niet, dat stinkt. Daar komen vast kinderhandjes uit Bangladesh of India aan te pas.
– mensen die zeker weten: dit is het tegengestelde van duurzaam. Voor die prijs kun je alleen kleding kopen die na maximaal twee, drie maanden uiteenvalt. Ze vinden Primark een wegwerpwinkel. Dé wegwerpwinkel.
– mensen die tot alle drie bovenstaande groepen behoren.
Diezelfde mensen hebben vast ook een hekel aan die andere o zo populaire ultradiscountketen: de Action, de Primark voor huishoudelijke artikelen. Eveneens spotgoedkoop en eveneens niet al te gericht op duurzaamheid. Het zijn al jaren twee van de meest succesvolle ketens van het land; ze groeien en groeien en groeien, in Nederland, in de rest van Europa. Zeg, die trend om wat meer geld uit te geven voor wat meer kwaliteit en voor wat meer duurzaamheid – bestaat die trend eigenlijk wel?
Lees het hele artikel in Nieuwe Revu 28 of op Blendle.