Khalid Khudarhim lijkt aan de grens met Irak te zijn gepakt op de vlucht voor de Syrische Democratische Strijdkrachten. Dit artikel verscheen eerder in Nieuwe Revu 44, 28 oktober 2015
De dood van Nederlands meest beruchte Syriëganger, Khalid Khudarhim, is al vele malen gemeld in de media. Maar de man uit Almere die op Twitter poseerde met afgesneden hoofden, was volgens een getuige nog in leven. Khudarhim, beter bekend als Khalid K., zat zelfs hoog in de leiding van Islamitische Staat in Syrië. Ik ben er in oktober 2015 in geslaagd om twee mensen in Syrië te spreken die Khalid K. kennen uit Syrië en Irak.
De eerste bron, die anoniem wil blijven maar wiens identiteit ik ken, had in de nazomer van 2015 nog contact met Khalid, vertelt hij nadat ik hem een foto van de man uit Almere heb laten zien. ‘Hij is Abu Abdulrahman al-Iraqi,’ zegt deze bron, ‘Ik ken hem nog uit Aleppo. Hij is nu een hoge leider binnen IS, een van de topmensen. Twee maanden geleden had ik nog contact met hem. Het gaat goed met hem.’
Mijn tweede bron, een Syrische dokter, maakte Khalid K. gedurende een week mee in Aleppo tijdens de gewelddadige zomer van 2012. Ook deze bron, wiens naam en gegevens ik heb, wil graag anoniem blijven.‘Deze man was in Aleppo tijdens de gevechten en de bevrijding van de stad,’ zegt de arts. ‘Hij kwam naar ons toe in de Bakdash-moskee, die toen dienst deed als een veldziekenhuis. Hij was alleen en vertelde dat hij voor de jihad van Nederland naar Syrië was gekomen en een Nederlandse vrouw had.
Volgens de dokter maakte Khalid K. een niet geheel normale indruk. ‘Aan de onlogische manier van praten kon ik duidelijk opmaken dat deze man een psychisch probleem had,’ vertelt hij. ‘Hij zei ook zelf dat hij zonder medicijnen zat en op zoek was naar bepaalde pillen omdat zijn voorraad op was. Ik weet niet meer precies welke medicijnen hij nodig had, maar in ieder geval hadden we die pillen niet voorradig in ons ziekenhuis.’
De arts herinnert zich hoe de man uit Almere een geweer bemachtigd had en dagenlang in het ziekenhuisje zat. ‘Hij zat een week lang op de trappen van het noodhospitaal met een wapen. Hij zei de hele tijd: 'Waar zijn de kufar, de ongelovigen, ik wil de ongelovigen vermoorden!' Ik kon vaststellen dat hij leed aan schizofrenie. Met zulke patiënten moet je dus heel voorzichtig omgaan. Vanzelfsprekend waren wij bang voor hem, zeker omdat hij bewapend was.’
Na een week dreigde het uit de hand te lopen. ‘Hij begon gek naar de ziekenhuiszusters te kijken,’ herinnert de dokter zich. ‘Toen hebben we aan een rebellengroep gevraagd of ze hem konden weghalen uit ons ziekenhuis. Dat is nog een hele toer geweest, want hij wilde niet weg. Ze hebben hem uiteindelijk het ziekenhuis uitgelokt door te zeggen dat ze een plek wisten waar ongelovigen woonden die hij kon vermoorden. Ja, toen wilde hij wel mee.’
De dokter zegt dat hij een tijdje geleden een foto van Khalid K. met afgehakte hoofden op het internet zag. ‘Ik schrok, want ik dacht: dat is die vent uit het ziekenhuis!’ zegt hij. ‘Ik vermoedde dat hij ondertussen wel om het leven zou zijn gekomen in de oorlog. Maar ik ben niet verbaasd dat zo’n wreed figuur uiteindelijk bij IS terecht is gekomen. Dat IS zo’n man in haar gelederen heeft, lijkt me niet meer dan logisch.’