Het wil maar niet lukken, die Brexit. Premier May heeft met heel veel hangen en wurgen weer een klein stapje naar een deal gezet, maar het kost weken van politieke spanning met vertrekkende ministers en ondertussen zwelt de roep om een nieuw referendum over de Brexit-deal steeds luider aan.
Theresa May is de minst te benijden vrouw op het Europese politieke podium. Het Engelse volk wil uit de EU. Een meerderheid, een krappe weliswaar, maar een meerderheid desalniettemin, stemde daarvoor in 2016. Dat democratische besluit moet worden uitgevoerd door conservatieve politici die dat grotendeels helemaal niet willen doen, terwijl ze worden uitgekafferd door opportunistische opponenten van Labour en de LibDems.
Vanaf het vasteland doet Brussel er alles aan om de exit zo ergerlijk, ellendig en eindeloos mogelijk te rekken. Het feit dat ze de enge überfederalist Guy Verhofstadt in hun onderhandelingsteam hebben opgenomen, bewijst dat. Het mag er nooit aantrekkelijk uitzien om de EU te verlaten.
Al 2,5 jaar duurt dit pijnlijke politieke steekspel en wie nog weleens in Engeland komt, reist door een land waar een nieuwe grijzige filterlaag van gelatenheid over een onzekere toekomst de romantische somberheid van Engelands eeuwige regen heeft verdrongen.
Het is de wil van het volk. Is Engeland op weg naar een betere toekomst? Soevereine zelfbeschikking ‘in this day and age’, kan dat eigenlijk nog wel? Je hoopt het voor ze. Als de EU naar behoren functioneerde en opereerde, zou niemand weg willen. Maar de EU is een moloch die op te veel dossiers (migratie, monetaire unie, toetredingsbeleid, een eerlijke arbeidsmarkt, cultureel zelfvertrouwen, interne corruptie, gebrekkige democratische correctie) vaak ernstig verzaakt.
De EU is als Hotel California, hoor je vaak: je kan uitchecken, maar nooit vertrekken. Dat is het niet. De Europese Unie is veel meer als een piramidespel, waarin de smalle top profiteert van waar de brede bodem voor betaalt. Wie, zoals de kiezers in het Verenigd Koninkrijk, probeert om er tussenuit te stappen, raakt al zijn inzet, zijn plaatsje in de rangorde en het zicht op de voorgespiegelde rijkdommen voorgoed kwijt.
Ligt dat aan de spelers, of aan het spel? Je kan je, met name vanwege het gebrekkige democratische mandaat van de ongekozen, zelfbenoemde Europese Commissie, afvragen in hoeverre dit politieke piramidespel legaal is. Het grootste gevaar zit echter niet in de schimmige regels, maar in het wankele spelverloop: als de bodem uitcheckt én vertrekt, stort het hele spel in elkaar.