Sinds een jaar of vijf slik ik escitalopram. Iedere dag een pilletje van 10 milligram. Zonder zou ik – diagnose gegeneraliseerde angststoornis – 90 procent van m’n waking hours kwijt zijn aan piekeren, doemdenken en totaal gestresst om niks zijn. Dat is nu nog maar zo’n 20 procent, dus echt topspul, dat escitalopram.
Enige nadeel is dat ik iedere maand moet bellen voor een herhalingsrecept. Ik weet niet precies waarom ik niet meteen voor een half jaar krijg. Misschien omdat het ook als antidepressivum wordt voorgeschreven en ze bang zijn dat patiënten die het even niet meer zien zitten handenvol van die pillen achterover slaan en het loodje leggen.
Nu zal je zeggen: ‘Kom Sjerrie, eens in de maand een belletje naar je huisarts, is dat nu zoveel moeite?’ Nee, in principe niet, maar zoals de huisarts de poortwachter van de gezondheidszorg is, zo is de huisartsassistente de poortwachter van de poortwachter, en de assistente die bij mijn praktijk de telefoon opneemt, neemt haar taak uiterst serieus. Haar ‘Goedemorgen!’ klinkt als een ‘Wat moet je godverdomme nu weer, hypochonder?!’
Maar eerst krijg je een door haar hoogstpersoonlijk ingesproken bandje aan de lijn: ‘Spoed? Druk 1. Wilt u een afspraak maken of een herhalingsrecept aanvragen? Bel dan voor 11.00 uur met de huisartsassistente. Druk 2.’
De eerste keer dat ik een herhalingsrecept nodig had, belde ik om 14.00 uur, want ik ben niet zo’n ochtendmens. Ik werd direct getrakteerd op een stevige oorwassing. Voor deze ene, eerste en allerlaatste keer zag ze het door de vingers, maar: ‘Voortaan is voor 11.00 uur ook écht voor 11.00 uur en zo niet, dan laat ik u gewoon de volgende dag weer terugbellen.’ Dit alles met de ingeleefdheid en intonatie van Jerney Kaagman in haar gloriedagen als Idols-jurylid.
En zo belde ik haar eens per maand, voor 11.00 uur, als ik aan de laatste strip pillen was begonnen. Altijd hetzelfde, mechanisch dreunende riedeltje. ‘Achternaam? Geboortedatum? Wat heeft u nodig? Morgenmiddag ligt het voor u bij de apotheek. Goedemorgen.’ Altijd weer een klein beetje opgelucht dat dat klusje weer was geklaard.
Aber das war einmal. Gister heb ik me – na van Rotterdam naar Amsterdam te zijn verhuisd – bij een lokale huisartsenpraktijk ingeschreven. Vanochtend belde ik – uiteraard voor elven – met m’n oude assistente. Of ze m’n digitale dossier naar Amsterdam wilde mailen. ‘Achternaam? Geboortedatum? Vanmiddag hebben ze het. Goedemorgen... en veel succes daar.’
Hoorde ik bij die laatste zin haar stem nou omhoog gaan? Bespeurde ik daar iets van emotie? Zou ze m’n maandelijkse belletje gaan missen? Of beeldde ik het me maar in? Ga juist ik het misschien wel missen? Snel, voor ik aan het piekeren sla, m’n pillen!