Op donderdag 12 oktober kreeg ik een tip van iemand uit het mediawereldje: je moet zien te achterhalen wie de Nederlandse Harvey Weinstein is. De tipgever kon me wel op weg helpen. Mijn geschreven antwoord: 'Leidt deze weg naar Kemna/Gosschalk?'. 'Bel me ff'.
Aan de telefoon was de strekking van mijn reactie: ja maar iedereen weet dit toch allang? Dit is toch helemaal geen nieuws? In het Hilversumse kent iedereen al jaren – decennia – de verhalen over jonge acteurs die dingen moeten doen die ze eigenlijk helemaal niet willen doen. De naam die daarbij valt, is al die jaren dezelfde: Job Gosschalk. Geen nieuws dus. Aan de andere kant: door #MeToo is het wel ineens actueel. Plus de naam was nog niet genoemd, dus daar moesten we maar eens achteraan gaan.
Frank Waals was de man die het verhaal rond moest gaan krijgen. Als freelance journalist voor Nieuwe Revu maar ook voor De Telegraaf heeft hij genoeg telefoonnummers van acteurs, regisseurs en andere mensen uit de mediawereld in zijn telefoon staan. Een weekendje bellen zónder zelf de naam van Gosschalk te noemen (de naam viel wel aan de andere kant van de lijn) voedde de gedachte: hier zit een verhaal in, dit moeten we gaan brengen. Dus Frank verder bellen.
Maar we hadden één probleem, en die was groot ook: hoeveel mensen we ook spraken, niemand wilde met zijn eigen naam in Nieuwe Revu de naam noemen die op ieders lippen lag. Wat resulteerde was een coververhaal over seks, macht en misbruik in Hilversum waarin de vraag 'Wie is de Nederlandse Harvey Weinstein' wel gesteld werd, maar niet beantwoord.
Achter de schermen was toen al contact met Kemna Casting. Voor wederhoor ('Geen commentaar'), maar ook om een Kemna-directeur te laten weten: iedereen die wij spreken noemt de naam Job Gosschalk, er zit iets goed fout bij jullie. Iemand die het kan weten vertelde ons al snel in vertrouwen: Gosschalk is naar aanleiding van het Nieuwe Revu-artikel op non-actief gesteld.
Nadat ons eerste artikel op woensdag 25 oktober verscheen, meldden meer bronnen zich bij Frank en mij. Bronnen die met vermelding van hun eigen naam de naam Job Gosschalk wel in Nieuwe Revu wilde noemen. Althans... Eén acteur met voor- en achternaam, één met alleen zijn voornaam en één zonder naam, maar die naam mocht wel achter de schermen aan Gosschalk worden gemeld. Dat laatste zal wel weer een journalistiek novum zijn, zoals NRC-columnist Marcel van Roosmalen over onze eerste publicatie schreef (anonieme bronnen beschuldigen een anonieme dader), maar so be it.
Ons journalistieke uitgangspunt was: als twee niet-anonieme bronnen onafhankelijk van elkaar de naam Job Gosschalk in Nieuwe Revu willen noemen, dan hebben we een verhaal. Op vrijdag 3 november bleek dat we onze bronnen rond hadden. In totaal spraken we zeven mensen die zichzelf slachtoffer noemen, waarvan er dus drie in het artikel belandden. Daarnaast spraken Frank en ik een hoop mensen die verhalen ook kenden, maar dat was via-via dus die zijn niet in het stuk beland.
En toen ging het snel. Nieuwe Revu gaat elke week op maandag 12:00 naar de drukker, dus Frank kon het weekend gaan tikken. Intussen had ik contact met een mediarechtadvocaat die het artikel in verschillende stadia heeft getoetst op juridische houdbaarheid. Zijn oordeel: ik zie juridisch geen enkele reden om het artikel niet te publiceren. Mooi.
We hebben het stuk uiteraard voorgelegd aan Kemna en Gosschalk, en hen maandag 6 november 9:00 als deadline gesteld. Dat bleek een gouden greep, want RTL Boulevard deed ook onderzoek naar de zaak, maar die hadden woensdag 8 november 10:00 als deadline voor een reactie gesteld. Wilde Gosschalk zijn deel van het verhaal dus kunnen vertellen, moest hij dat eerst aan Nieuwe Revu doen.
Maandagochtend 9:00 zat Gosschalks reactie in de inbox van Frank. We stonden versteld: hij bevestigde een belangrijk deel van de beschuldigingen in ons artikel (acteurs naakt audities laten doen), en betuigde spijt. Wow. Eenzelfde statement stuurde Kemna ruim een dag later, dinsdag 7 november einde ochtend, naar het ANP, waarmee het nieuws op straat kwam te liggen.
Gosschalk dwong Nieuwe Revu zo om het artikel eerder te publiceren dan we hadden bedacht. Ons plan was: dinsdag 7 november in de middag zetten we het artikel op www.revu.nl, dan zitten we 's avonds bij De Wereld Draait Door. De Telegraaf zou, geschreven door Frank, woensdagochtend vroeg met het verhaal komen, waarna de Nieuwe Revu met het coververhaal later die ochtend in de winkels ligt.
Met deze vlucht naar voren moesten wij dus een paar uur eerder met het nieuws en – als eerste – bronnen die de naam Job Gosschalk noemen, naar buiten komen: 'Job Gosschalk beschuldigd van seksuele intimidatie en machtsmisbruik', luidde de kop op onze website. RTL Boulevard, dat bij monde van Peter R. de Vries over meer dan zeventig bronnen zegt te beschikken, zat daarmee flink in de shit, want die hadden hun verhaal nog niet rond en moesten dus hals over kop een uitzending in elkaar draaien.
De rest is geschiedenis. Dé mediascoop van het jaar...in Nederland althans, want overzee hadden ze natuurlijk al de Amerikaanse Harvey Weinstein. Ik had kritiek verwacht op onze heftige 'Dirty Job'-cover, maar het enige tegengeluid dat ik op het outen van Job Gosschalk heb gehoord, is: waarom gebeurt dit in de media, en niet in de rechtbank? Het antwoord is simpel: de journalistiek heeft als taak om misstanden aan de kaak te stellen. Dat hebben we gedaan. Daarbij hoeft Gosschalk van het merendeel van onze bronnen niet achter de tralies. Ze willen dat het stopt. De stelselmatige, geïncorporeerde seksuele intimidatie en machtsmisbruik, daar moet een einde aan komen. Met het vertrek van Gosschalk (en vooral: zijn manier van werken) bij Kemna lijkt dat doel bereikt.