Leon Verdonschot

'Waarom geen discussie over de vraag of Churchill inderdaad een racist was?'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan cabaretier Hans Teeuwen.

Leon Verdonschot

Beste Hans Teeuwen,

Ik zag een filmpje waarin je over straat loopt terwijl je ‘Ik ben tegen racisme!’ roept naar willekeurige voorbijgangers, aan het zadel van een vrouwenfiets ruikt en doorloopt terwijl je zwarte auto’s troostend voorhoudt dat ze niet minder zijn. Ik moest er keihard om lachen. Is dat racisme? Nee, dat is satire. 

Het verschil tussen satire en racisme behoeft geen uitleg, zou je zeggen, maar dat blijkt vaak te simpel gedacht. Netflix heeft alle afleveringen van Little Britain verwijderd, de BBC heeft de meest legendarische aflevering van Fawlty Towers, Don’t mention the war! nu van haar streamingdienst gehaald. Don’t mention the episode. In de originele versie maakt Basil Fawlty, gespeeld door John Cleese, enkele racistische opmerkingen over het West-Indische cricketteam. Die waren er al uitgehaald door de BBC. Mensen zouden immers kunnen denken dat een denkbeeldige hoteleigenaar het meende. 

In al de Black Lives Matter-demonstraties tot nu toe heb ik geen ‘Weg met Little Britain’- of ‘Verban Fawlty Towers!’-protestborden gezien. Het is dan ook geen eis van een protestbeweging, het is een reactie van bange omroepbazen op wat zij kennelijk vrézen dat misschien ooit een eis wórdt. En waar ze nu dan maar alvast op vooruitlopen, om een ongemakkelijk gesprek uit de weg te gaan. 

De eerste ironie is dat ik in elk bericht vanuit de Black Lives Matter-beweging juist de oproep lees om ongemakkelijke gesprekken aan te gaan. Waarom geen debatavonden over de mate van terugwerkende kracht van nieuwe inzichten en opvattingen? Waarom geen discussie over de vraag of Winston Churchill, wiens standbeeld werd besmeurd, inderdaad een racist was, of juist onze bevrijder van fascisme? Waarbij de uitkomst ook maar eens zou kunnen zijn dat het allebéi waar was: dat hij een paar racistische opvattingen huldigde, maar ook de man was van ‘We shall never surrender’. Of is dát juist ongemakkelijk: dat dat dus ook tegelijk kan?

De tweede ironie is dat ongemak en satire nu juist heel veel met elkaar te maken hebben. Juist vanwege dat ongemak dwingt satire tot nadenken. 

Nog geen zes jaar geleden waren we allemaal Charlie Hebdo, nadat twaalf medewerkers van het blad om het leven kwamen, omdat satire bij fundamentalistische moslims niét aanzet tot nadenken, maar tot geweld. Het vrije woord werd heilig verklaard, de satire moest beschermd worden tegen de humorloosheid van de politieke correctheid. Het lijkt opeens veel langer geleden. 

Dat filmpje van jou bleek een promo voor je nieuwe voorstelling, die je schreef over deze tijd, speelde zonder publiek en door Powned wordt uitgezonden. Ik zal kijken voor hij uit een archief verdwijnt.