Leon Verdonschot

'Uw inbreng was op het volume van iemand die denkt dat de microfoon het niet doet'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan Farid Azarkan van Denk.

Leon Verdonschot

Beste Farid Azarkan van Denk,

Voormalig SP-fractievoorzitter Jan Marijnissen zei in 1997 tegen waarnemend Kamervoorzitter Weisglas: ‘Even dimmen.’ Het gold als een zeer onparlementaire uitdrukking, die Marijnissen van Weisglas moest terugnemen. Daarop antwoordde hij: ‘Dat ben ik absoluut niet van plan.’  

Vloeken gebeurt in de Tweede Kamer niet: als een Kamerlid wil vloeken, zegt het ‘verdorie’ of zelfs het nog oudbakkener ‘potverdriedubbeltjes’. Wouter Bos gebruikte ooit het woord ‘lullig’ in een debat, maar werd gecorrigeerd door – alweer – Weisglas: dat moest ‘nullig’ worden, zoals sommige ouders ‘shit’ in het bijzijn van hun kinderen vervangen door ‘chips’.

Sinds Wilders’ ‘knettergek’ richting minister Vogelaar is er veel gebeurd. Kamervoorzitter Arib heeft het druk met het parlementair houden van het taalgebruik, zeker sinds er nieuwe partijen in de Tweede Kamer zitten die graag grote woorden gebruiken, zoals Forum voor Democratie (al dan niet in het Latijn) en uw Denk. 

Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer over racisme. Uw inbreng was, zoals altijd, geborneerd, gezwollen en op het volume van iemand die denkt dat de microfoon het niet doet. Het was allemaal de schuld van de partijen die al ‘honderden jaren’ de regeringen vormen in dit land, zei u tegen Lilian Marijnissen, volgens u vertegenwoordiger van zo’n partij, wat op zichzelf al vermakelijk was, aangezien de SP is opgericht in 1973 en nooit in de regering heeft gezeten. Toen Lodewijk Asscher en vervolgens Marijnissen u aanspraken op de schofterige politiek van Denk (met gemanipuleerde filmpjes Erdogan-aanhangers opzetten tegen Kamerleden met een Turkse achtergrond), ontplofte u. Denk, zogenaamd tegenstander van etnisch profileren, doet er zélf aan, stelde Marijnissen terecht. Waar haalde ze het ‘gore lef’ vandaan, vroeg u zich af. 

Vervolgens kwam uit uw mond de volgende zin: ‘Ik krijg de indruk dat mevrouw Marijnissen een beetje praat als een beschonken komkommer.’  

Ik pakte het summum van tirades er nog eens bij, Ilja Leonard Pfeijffers Het Grote Baggerboek, en sloeg het willekeurig open. ‘Snotter je geil in een zwangere ezel met wratten. Raak toch je stem kwijt en val in een wak, schreeuw om hulp. Neem toch een moeilijke godsdienst en leef naar de letter. Klim op een toren en pleurt dan je eigen te pletter.’

Kijk, als je dan toch wilt schelden: dát is schelden. Wat is in vredesnaam een ‘beschonken komkommer’? Humanistisch Verbond-voorzitter Boris van der Ham plaatste een recept op social media met de mogelijke oplossing: een Aziatische zomercocktail, op basis van komkommer.

Praten als een beschonken komkommer. Laten we ’m onthouden, als symbool van de nulligheid van Denk.