Ik voel me eigenlijk vet genaaid door je,’ zegt Ida, terwijl ze onderweg naar de reclassering de langskomende mensen scant of ze een sjekkie kunnen missen.
‘Ida, het is geen geheim dat ik zelf verslaafd en dakloos ben geweest en hier twee boeken over geschreven heb. Maar het is ook niet iets wat ik tijdens de eerste ontmoeting vertel,’ zeg ik. Ida wrijft bokkig met haar nagel langs haar wenkbrauwpiercing. ‘Kijk, deze heeft wel een sigaret voor je,’ zeg ik achteloos terwijl ik een voorbijganger aanwijs. Ida duikt erop af en krijgt haar zo verlangde sigaret. ‘Zoho, meissie...’ zegt ze onder de indruk.
De flamboyante vrouw zuigt hard aan de sigaret die steeds uitwaait. Haar ene oog is lui en kijkt de andere kant op als ze tegen me praat. ‘Ik zie er enorm tegenop, weet je dat? Straks gelooft die vrouw niet dat ik echt niet buiten kan gaan staan schoffelen voor mijn taakstraf. Of dat ik epilepsie heb en dat ik medicijnen slik. En dan red ik het niet om te gaan. En dan komen ze op huisbezoek. En dan moet ik alsnog zitten.’
‘Ida, ik denk niet dat het zo’n vaart gaat lopen. Je gaat gewoon je verhaal doen en dan zien we wel verder.’
‘Ik heb stiekem op je Facebook gekeken,’ zegt ze tussen neus en lippen door. ‘Ik heb wat foto’s op mijn telefoon opgeslagen. Maar je moet het zeggen als je het vervelend vindt, hoor. Ik kan je trouwens via Messenger bellen, je moet daar wel mee oppassen,’ zegt ze terwijl ze aan mijn arm trekt.
Gestaag lopen we door. Ze verontschuldigt zich voor haar nieuwsgierigheid. Bij het gebouw van de reclassering maakt ze haar sigaret uit en steekt het stompje in haar jaszak. Voor het dubbelglas van de receptie nemen we plaats op een van de harde houten stoeltjes die in de vloer vastgeschroefd zijn.
‘Ida van Koppens?’ roept een dame. We volgen de vrouw naar een klein hokje met dubbelglas. Ida doet in detail haar verhaal, hier en daar wat aangedikt.
‘Inpakwerk,’ zegt de dame kort. ‘Dat is wat ik je kan bieden. Binnen.’ Ik hoor Ida opgelucht zuchten. ‘Er is een wachtlijst dus je hoort met een maand of drie wanneer je terechtkan!’ Als we weer buitenstaan, wil Ida het hele eind teruglopen. ‘Ja, ik heb je nu eindelijk even helemaal voor mezelf, ik heb nog heel veel vragen,’ zegt ze terwijl ze het stompje sigaret weer aansteekt en losbarst.
- ANP