Hij heeft lef, een stel ijzersterke benen onder zijn geblokte lijf en een kop van graniet. Maar bovenal is wielrenner Dylan Groenewegen (24) ervan overtuigd dat hij in de Tour de France kan schitteren. Een tweede plaats telt niet. In mijn ogen is dat niet goed genoeg. Ik wil gewoon winnen, overal. Dus ook in de Tour.
Fotografie ANP
Stel nou dat hij er straks vier heeft gewonnen. Nee, niet deze zomer al, das gekkenwerk. Je wint niet zomaar een etappe in de Tour de France, laat staan een kwartet van die ritten. Dat is voorbehouden aan de grootsten in zijn vakgebied. Marcel Kittel, Mark Cavendish en Andre? Greipel: zij zijn de topsprinters van het mondiale wielrennen, de gevestigde orde. Die leg je niet e?e?n, twee, drie het zwijgen op.
Maar Dylan Groenewegen is ervan overtuigd dat hij ze allemaal de baas kan zijn. Als het in andere wedstrijden is gelukt, waarom dan niet in de Tour? Met die gruwelkoers maakte hij vorig jaar kennis. Op 1 juli start zijn tweede rondje door Frankrijk. Drie weken buffelen e?n loeren op kansen. Wij sprinters krijgen er dit jaar misschien wel zeven of acht. Dat is best veel, zegt Groenewegen. Zijn ogen flonkeren erbij.