‘Ik ben niet te regisseren, tenzij ik ervoor word betaald’

Harddrugs laat hij tegenwoordig links liggen, maar zijn voorliefde voor jonge vrouwen is er eentje voor het leven. Johnny Kraaijkamp (66) is er de man niet naar om achter de geraniums te zitten, en viert het leven.

Johnny Kraaijkamp

‘Ik hou van mijn vrijheid, en die vind ik belangrijker dan mijn behoefte aan geborgenheid.’

Andere mensen gaan op jouw leeftijd met pensioen, jij dacht: ik ga eens in een soapserie spelen.

‘Ik zou niet weten waarvan ik met pensioen moest gaan. Misschien als ik geen alimentatie had moeten betalen, twaalf jaar lang. In die tijd verdiende ik goed geld, dus dat was een hoog bedrag. Ik heb mijn huis, en dat is het. Daarbij vind ik het leuk om te werken. Ik heb die pensioengerechtigde leeftijd niet bedacht hè, dat is iets van vroeger. Tegenwoordig gaan we ervan uit dat het beter is om bezig te blijven dan achter de geraniums te zitten.’

Was het vleiend dat je werd binnengehaald als de redder van Goede Tijden, Slechte Tijden?

‘Dat mogen de media zeggen, maar het is heel wat anders dan mijn bijdrage aan Het Zonnetje in Huis. In die serie was ik een van de weinige spelers, waardoor ik dicht op de inhoud zat. In Goede Tijden, Slechte Tijden heb ik ook mijn verantwoordelijkheden, maar dat is maar een partje. Ik ben onderdeel van een veel groter iets, en dat vind ik prettig.’

In hoeverre is het jouw verdienste dat de kijkcijfers dit voorjaar een beetje uit het slop kwamen?

‘Ik ben niet zo van de borstklopperij, maar ik doe altijd mijn best, en ik denk dat ik een manier heb gevonden om daar binnen de marges mijn eigen draai aan te geven. Die vrijheid krijg je ook. Niet als je zeventien bent en net begint met acteren, maar wel als je zoals ik al een aardig tijdje met het bijltje hebt gehakt. Mijn karakter in de serie, opa Henk, moest herkenbaar worden, maar hij is ook een straatvechter met een gevaarlijk kantje in z’n karakter. Ik vind het leuk om daarmee te spelen.’

Lijk je op opa Henk?

‘Geen enkel karakter dat ik speel, lijkt op mij. Dat is ook niet belangrijk. Amateurs maken dergelijke vergelijkingen.’

Had je twintig jaar geleden ook ja gezegd als ze je hadden gevraagd voor een soapserie?

‘Dat is speculeren, dus dat weet ik niet. Alle aan- biedingen neem ik serieus, waarbij ik erop let of het in mijn straatje past. Ik doe graag televisie, en het liefst producties waar mensen naar kijken. In die zin past het goed, maar ik had dit niet gedaan toen ik nog met Het Zonnetje in Huis bezig was.’

Is je acteercarrière verlopen zoals je dat vroeger als klein ventje had gehoopt?

‘Nou ja, dit is Nederland natuurlijk. Als je ziet wat er om ons heen wordt gemaakt in landen die armer zijn dan wij, dat verschil is zo groot. Daar wordt het gesteund om internationaal aansprekende series te maken, hier blijft het toch allemaal op een bepaald niveau hangen. Ons land is een cultureel derdewereldland.’

Wat zegt dat over de rollen die je zelf hebt gespeeld?

‘Ik kan tevreden zijn, maar als je het hebt over hoe hoog de lat ligt, dan weet ik wel dat we het hebben over een latje met een verlaagd plafond. Er worden in Nederland nog geen tien goede films per jaar gemaakt, eerder één goede in de tien jaar.’

Welke productie beschouw jij als je hoogtepunt?

‘Op tv-gebied ben ik nogal trots op de serie Blauw Blauw. Het is lang geleden, maar dat was een geslaagde serie over een politiebureau in de Pijp.

Hier blijft het toch alle­ maal op een bepaald niveau hangen. Ons land is een cultureel derdewereldland

Had je ook zo ver gekomen als je vader niet de grote Johnny Kraaijkamp senior was geweest?

‘Ja, dat denk ik wel. Toen ik net begon, wilde hij graag met me samenwerken. Dat hebben we gedaan, in De Verlegen Versierder. Daarna heb ik dat een beetje afgehouden, om mijn eigen draai te vinden. Jaren later kwam mijn vader in de stal van Joop van den Ende, en een van zijn eerste wensen was om met mij samen te werken. We hebben daarna The Sunshine Boys in het theater gedaan, waar Het Zonnetje in Huis uit voortvloeide. Maar ik heb altijd mijn eigen broek opgehouden, anders had het ook nooit gewerkt. Mijn vader was erg streng op mensen die hun werk niet goed deden.’

Hoe was het om op te groeien met een vader die wereldberoemd was in Nederland?

‘Mijn moeder deed haar best om het een normaal gezin te laten zijn, en dat lukte af en toe. M’n vader was natuurlijk geen doornsnee huisgezinsvader, om het zo maar te zeggen, en zijn gedrag was niet al te best. Hij was vaak weg en veel met z’n eigen dingen bezig. Op mijn dertiende zei ik tegen mijn ouders dat ze niet bij elkaar moesten blijven voor de kinderen. Ik heb mijn vader nog nooit zo snel z’n koffers in zien pakken.’

Was jij zo’n cliché-kind dat als kleuter al voor de spiegel stond te performen?

‘Nee, helemaal niet. Na de lagere school ging ik naar het lyceum, maar dat haalde ik niet, omdat ik absoluut geen wiskunde kon. Ik stapte over op de mulo, waar je boekhouden kreeg in plaats van wiskunde. Maar daar was ik ook niet goed in, nog steeds niet trouwens. Op mijn zestiende werd ik een drop-out, waarop een vriendin van mijn moeder haar attendeerde op het feit dat er een selectieprocedure kwam voor de Toneelschool Amsterdam. Toen ik daar kwam, had ik mijn roeping gevonden.’

Waarom is acteren je roeping?

‘Omdat ik niets anders kan. En omdat het ’t leukste is wat er is. Mensen plezier geven, of dat nu met comedy is of met drama, om ze te bereiken... (er valt een stilte) Ach ja, dat gelul over acteren. Je doet het of je doet het niet. De theorie over het vak, daar ben ik niet zo van. Bewust.’

Is het hard werken geweest om te komen waar je nu bent?

‘Tuurlijk, het is hard werken, ook om in the picture te blijven in deze tijd waarin iedereen die hardop kan praten zichzelf acteur noemt.’

Ergert het je dat iedere hansworst zichzelf acteur mag noemen?

‘Ik erger me er niet aan, het is de realiteit. Vaak zijn het ijdeltuiten die in de belangstelling willen staan. Die kunnen beter hun eigen YouTube-kanaal beginnen.’

Zijn er momenten geweest waarop je het allemaal niet meer zag zitten?

‘Dat heb ik nog nooit gehad, maar ik heb het weleens moeilijk gehad om mijn hoofdje boven water te houden. Ik heb vaak in het theater gestaan, dan ben je vijf à zes maanden onder de pannen, of langer als je mazzel hebt. Maar een jaar heeft twaalf maanden, en die waren niet altijd gevuld. Misschien had ik m’n eigen producties moeten beginnen, maar dat trok me nooit zo, omdat ik weet wat de marges zijn. Ik ben sowieso niet in de wieg gelegd om verantwoordelijk te zijn voor andere mensen.’

Is een weerspiegeling daarvan te zien in je relatieverleden?

‘Ik heb negen jaar een vaste relatie gehad, ik ben zeven jaar met de moeder van mijn zoon samen geweest, ik was in totaal vier jaar getrouwd, ik heb een keer tweeënhalf jaar verkering gehad en ik heb verschillende relaties gehad die na anderhalf jaar uitdoofden. Ik heb het dus wel geprobeerd.’

Waarom lopen je relaties altijd op de klippen?

‘Omdat ik niet te regisseren ben, tenzij ik ervoor word betaald. Ik ben geen persoon die genoegen neemt met een situatie waarin je veel concessies moet doen. Of je maakt elkaar gelukkig, en daar moet je wel je best voor doen, of je gaat uit elkaar. Ik doe geen water bij de wijn, zo zit ik niet elkaar. Als ik mannen zie die zichzelf niet meer zijn in een relatie, die niet kunnen doen wat ze zelf willen, dan vind ik dat heel erg zielig.’

Heb je bindingsangst?

‘Ik hou van mijn vrijheid, en die vind ik belangrijker dan mijn behoefte aan geborgenheid.’

Is het een beperkende factor dat je alleen valt op, ik citeer, ‘veel jongere vrouwen’?

‘Nou, dat is waar. Kijk, mijn smaak is in de loop der jaren gewoon niet veranderd.’

Maxim Hartman, medeliefhebber van jonge vrouwen, heeft de bovengrens van de leeftijd van z’n vriendinnen op 35 jaar gesteld. Waar houdt het voor jou op?

‘Ik ben het zelden met Maxim Hartman eens, maar in dit geval wel.’

Wat hebben jonge vrouwen dat vrouwen van middelbare leeftijd niet hebben?

‘Ik ben gelaserd, dus ik heb een scherp oog voor het uiterlijk. Maar dit is ook een onderwerp waarvan ik op mijn leeftijd denk: hebben mensen daar iets mee te maken?’

Is er op dit moment een vrouwspersoon in je leven?

‘Niet dat ik weet, ik ben daar niet meer zo mee bezig. Alhoewel ik het gezellig zou vinden om de stoute schoenen aan te trekken en het weer eens te proberen, maar dan niet meer met samenwonen en dat soort gedoe. Dat is een gepasseerd station, heb ik het idee.’

Twee van je exen klaagden je aan wegens mishandeling. Wat heeft dat met jou gedaan?

‘Dat heeft er bij mij ingehakt, ook wat de beroepsleugenaars in de blaadjes over me schreven. Dat heeft me de ogen geopend, waardoor ik voorzichtiger ben geworden. Ik zie tegenwoordig al gauw wat er mis is aan een betreffende dame. Een stabiele vrouw zien te vinden die een goed zelfbeeld heeft, dat is toch een zeldzaamheid.’

Is je imago beschadigd door de beschuldigingen?

‘Ik ben twee keer vrijgesproken, en nooit veroordeeld geweest. Maar door het internet blijft het je achtervolgen, die onzin. Dat is vervelend, maar ik probeer er niet meer mee bezig te zijn.’

Voel je je weleens eenzaam?

‘Dat niet, nee. Ik heb veel vrienden en ben een sociaal diertje. Maar ik hou ook van rust, en kan goed alleen zijn. Dat vind ik een goed punt.’

Wat is je grootste zonde?

‘In het verleden heb ik dapper meegedaan met harddrugs, maar dat wordt zo’n way of life. Dat is voor je gezondheid niet goed, en je wordt er ook niet grappiger van. Als je erop terugkijkt, dan valt er maar weinig te lachen als je aan de harddrugs zit. Ik was daar op een gegeven moment klaar mee, dus dat doe ik niet meer. Ik vind het nu gezellig om lekker een wijntje te drinken en ik rook weleens een blowtje, maar that’s it.’

Iets anders: geld. Ben je een materialistisch type?

‘Nee, totaal niet. Nooit geweest ook. Je moet genoeg geld hebben om zorgeloos te kunnen leven, daar ligt mijn ambitie. Maar als ik zie dat rijke mensen nog rijker willen worden, zodat ze een grotere boot kunnen kopen, dan denk ik: daar worden ze echt niet gelukkiger op.’

Baal je er nooit van dat je je pensioenzaken niet beter op orde hebt?

‘Dat is niet te doen in dit land. Los van de alimentatie gaat het grootste deel van wat je in Nederland verdient naar de Staat der Nederlanden.’

Vind je dat oneerlijk?

‘Ik vind het niet oneerlijk, maar ik vind wel dat het duur is om hier te leven.’

Heb je ooit overwogen om te verkassen naar een ander land?

‘Nee, maar dat had vooral te maken met het feit dat ik vader werd. In die periode boerde ik heel goed, en als ik in een andere situatie had gezeten, dan had ik wel naar het buitenland gewild om daar mijn vak uit te oefenen. Maar toen mijn zoon werd geboren, wilde ik natuurlijk bij hem blijven. Ik heb er geen spijt van dat het zo is gelopen, maar ik zou jonge acteurs wel aanraden om hun acteeropleiding in het buitenland te volgen. Nogmaals, Nederland is geen land waar een weelderige film-, televisie- en theaterindustrie bestaat.’

Wie is je grote voorbeeld?

‘Ik kijk graag naar de Robert De Niro’s, Al Pacino’s en Jack Nicholsons van deze wereld. Als ik die mannen zie spelen, dan inspireert mij dat wel. Ik ben nu Perry Mason aan het kijken, de remake. Dat is nogal een dure serie, ze hebben er duizenden figuranten tegenaan gegooid, en het zit goed in elkaar. Maar ik kijk ook graag naar Spaanse, IJslandse en Noorse series.’

Wat doe je verder graag in je vrije tijd?

‘Ik woon in Zandvoort aan het strand, daar ben ik graag te vinden als het rustig is. Veel vrienden van me hebben een boot, dus ik vaar regelmatig. En ik ben een voetbalfan, een Ajacied.’

Trap je zelf nog een aardig balletje?

‘Ik ben 66, lieverd. Ik zou mezelf niet heel sportief willen noemen, maar ik ben nog wel een beweeglijk type. Ik wandel veel en dans graag. Voor de coronacrisis ging ik graag naar liveconcerten, maar dat kan nu niet meer.’

Ben je streng met het naleven van de regels?

‘Ik hou me aan de voorschriften, en ik word in Zandvoort af en toe een beetje unheimisch van de hoeveelheid mensen die zich daar niet aan houden. Dan ben ik snel weg. Dat is de afgelopen maanden een tweede natuur geworden.’

Beangstigt het idee van de dood je?

‘Nee, daar heb ik geen last van. Ik vier het leven, en ik ben het niet helemaal eens met de dood, maar ik leef niet in angst. Dat vind ik ook waanzin, waarom zou je dat doen?’

Een stabiele vrouw zien te vinden met een goed zelfbeeld, dat is toch een zeldzaamheid

Hoe ga je om met de rimpels die met de jaren onvermijdelijk zijn verschenen?

‘Och ja, ik ben blij dat ik gezond ben en geen dikke kale man. Er zijn leeftijdsgenoten, of zelfs jongere mannen, die minder mazzel hebben.’

Heb je weleens aan jezelf laten sleutelen om de schade te beperken?

Lachend: ‘Nee hoor.’

Wat vind je ervan dat fillers en botox gemeengoed lijken te worden?

‘Ik vind dat ze er een beetje door ontmenselijken. Vrouwen bij wie je ziet wat ze hebben gedaan, komen erg onnatuurlijk over. Ik ben daar geen voorstander van.’

Hoe kijk je naar de toekomst?

‘Ik ben met veel plezier aan het werk bij GTST, en ik heb daar nog een contract tot volgend jaar zomer. Dat wil ik dus nog even volhouden. Kijk, als je jong bent en je hebt een tijdje in zo’n serie gezeten, dan snap ik dat je op een gegeven moment iets anders wilt. Om andere ervaringen op te doen, je kijk op het acteervak te verbreden. Ik ben juist wel toe aan een beetje vastigheid, maar er zijn ook nog andere ambities. Als er een echt goede serie of film wordt gemaakt, dan hou ik me aanbevolen. Het is zo raar dat je bij Nederlandse producties vaak denkt: hé, daar heb je die ene acteur weer, maar nu zonder baard. Dat is vooral bij romcoms, en elke keer komt er weer zo’n overbodige feelgoodmovie bij. Nou, ik voel me er niet beter door.’

Heb je een plan B als het acteerwerk opdroogt?

‘Ik zou niet weten waarom mijn werk zou opdrogen, maar anders kan ik een deel van mijn huis gaan verhuren. Daar ben ik nooit zo’n voorstander van geweest, maar als je ziet wat het oplevert, dan wordt het wel interessant. Ik zou misschien ook nog weleens iets in de regie willen doen, maar een echte ambitie zou ik dat niet willen noemen. Wat ik wel erg leuk zou vinden, is om eens met een klein ploegje na te denken over een comedyserie, zoals we dat bij Het Zonnetje in Huis hebben gedaan. Hoelang geleden is het dat er een écht goede comedyserie is gemaakt, hier in Nederland?’

Als je terugkijkt, had je dan iets anders willen doen?

‘Misschien had ik verstandiger kunnen omgaan met mijn geld, in de tijd dat het goed ging. Ik had het huis op de Amsterdamse gracht kunnen kopen, dat we destijds huurden. Dan was ik nu miljonair geweest, maar daar waren we toen helemaal niet mee bezig. Nu nog steeds niet, maar ik had wel wat zakelijker kunnen zijn.’

Ben jij een zakelijk drama?

‘Ik heb heus weleens gezegd: “Voor dat geld kom ik niet,” en ik ben niet onzakelijk en kan prima voor mezelf opkomen. Maar dat laat ik over het algemeen over aan mijn agent, want dat is niet waarom ik dit werk doe. Dan had ik ook beter iets anders kunnen gaan doen.’

NIEUWE REVU ONTMOET JOHNNY KRAAIJKAMP

Waar? In Zandvoort, waar een hittegolf aan de gang is. Nog iets genuttigd? Kopje koffie, glazenwasser? Verder nog iets? Johnny Kraaijkamp wenst met ‘je’ aangesproken te worden en de toevoeging ‘junior’ hoeft wat hem betreft niet achter zijn naam, mensen weten inmiddels wel dat het over hem gaat en niet over wijlen zijn vader. Het interview wordt last-minute een dag vervroegd, omdat Johnny opdedagvande eigenlijke afspraak naar een begrafenis moet van een oude vriend, met wie hij al vijftig jaar bevriend was. Dat hakt erin, en Johnny vreest dat het de dag erop knokken zal worden tegen het verdriet. Tijdens het gesprek komt hij desondanks relatief vrolijk en kwiek over.

Showbizz
  • Karen Scheffers