Premium

Acteur Fedja van Huêt: ‘Ik ben een oude lul aan het worden’

Fedja van Huêt (50) gaat op de actieheldentoer in de nieuwe film Invasie. Over een plotselinge aanval van een fictief dictatoriaal buurland op Curaçao en Aruba. Is er aan de acteur een heldhaftige militair verloren gegaan? ‘Als ik kijk naar de mensen die voor de krijgsmacht werken, het groepsgevoel dat zij onderling hebben, dan had ik het wel naar mijn zin gehad, denk ik.’

Fedja van Huêt

Nieuwe Revu ontmoet Fedja van Huêt
Waar? Amsterdam. Nog iets genuttigd? Nee, helemaal niets. Verder nog iets? Normaal gesproken trek je voor een interview van dit formaat zo’n anderhalf uur uit. Kletspraatje, vraagje hier, even nadenken daar. Wegens de drukke agenda van Fedja van Huêt kwamen we met het management uit op ruim een uur, maar door een miscommunicatie bij aanvang werd dit ingekort tot een half uur. Daarbij hadden wij duidelijk geen rekening gehouden met de snelheid van denken en antwoorden van onze interviewkandidaat. Op elke vraag volgde meteen een antwoord, ad rem en beslist, zonder twijfel of geschipper, geen bedenktijd of niks. Weer een ervaring rijker.

Wat is de laatste actiefilm die jij in de bioscoop hebt gezien?
‘Jeetje, dan moet ik even goed nadenken... Laatst heb ik thuis Die Hard teruggekeken. En ik moet meteen denken aan The Equalizer 3 met Denzel Washington. Hij neemt daarin wraak op alles en iedereen, maar volgens mij heb ik die film thuis gezien. Er is net een deel twee, zag ik onlangs. Vroeger had je de Death Wish-filmreeks, dat leek er een beetje op. Ik vond dat destijds heel cool.’

Ben je een liefhebber van het genre?
‘Zeker.’

Op de een of andere manier lijk jij niet het prototype acteur dat in actiefilms speelt.
‘Ik hou ervan als de film goed is gemaakt. Anders had ik ook niet meegedaan aan Invasie.’

Wat gaf voor jou de doorslag om ja te zeggen tegen Invasie, een actiefilm van eigen bodem?
‘Ik kan geen nee zeggen tegen producer Errol Nayci. Wij tweeën gaan zó ver terug. Ik ken hem van de film Karakter, later hebben we Rosenstrasse en De grot gemaakt. We ontmoeten elkaar steeds weer, voor het laatst bij Hoogvliegers vier jaar geleden. Die serie heb ik in Arizona mogen draaien, wat natuurlijk al fantastisch was. Ik mocht rondkijken in de wereld van de F16’s, hoe dat in z’n werk gaat, wat daar allemaal bij komt kijken. Dat was een jongensdroom die uitkwam. Toen ik hoorde dat Errol Invasie ging maken, zei ik gelijk: ik ben erbij.’

De film gaat over een thema dat heel actueel is: het plotseling binnenvallen van een buurland. Maakt dat van Invasie een extra interessant project?
‘Ik vond de titel in eerste instantie best heftig, maar “invasie” dekt wel de lading. Het is superactueel natuurlijk, met alle oorlogen die gaande zijn. Maar wat er voor mij interessant aan was: ik kreeg weer een inkijkje in een wereld die ik nog niet kende. Bij Hoogvliegers was dat de wereld van de F16’s en de mensen die daarin werken. Ik heb gesproken met jachtvliegers, met grondpersoneel. In Invasie mocht ik de kapitein-luitenant-ter-zee spelen, Stan Bot. Voordat de opnames begonnen, heb ik een dag meegevaren. Ik mocht meelopen met commandant Lex van der Kraan op de OPV (Ocean Patrol Vessel, red.), wat heel indrukwekkend was. Je loopt niet met een wapen of wat dan ook, het is kijken naar monitoren en bevelen geven via een telefoon. Het was een geweldige ervaring om dat van dichtbij mee te maken, los van het feit dat de opnames op Curaçao plaatsvonden, wat ook niet heel verkeerd was. Niet heel milieubewust, ik ben de eerste om dat toe te geven, maar zoveel vlieg ik gelukkig niet. Het mooie van Invasie is ook dat je door de film ziet wat defensie betekent. Daardoor heb ik er een heel ander beeld van gekregen.’

Wat is er veranderd?
‘Laat ik vooropstellen dat ik voor vrede op aarde ben. Maar als je ziet wat het bij Defensie teweegbrengt als om de hoek in Europa een land wordt aangevallen door een grootmacht, dan kan ik alleen maar heel veel bewondering hebben voor de mensen die daar werken. Ze doen dat zo met hart en ziel. Ik heb daar ongelofelijk veel respect voor.’

Vind jij het een goede ontwikkeling dat de Nederlandse krijgsmacht, na jaren van inkrimping, weer wordt uitgebreid?
‘Jemig, dat vind ik een moeilijke vraag. Ik zou niet in die wereld willen staan, waarin je zulke keuzes moet maken. Maar uitbreiding lijkt mij noodzakelijk, jammer genoeg.’

Stond je te trappelen om zelf in dienst te gaan?
‘Ik heb de medische keuring nog gehad, maar ik hoefde niet meer. Dat kwam mij wel goed uit, want ik wilde naar de toneelschool. Maar als ik kijk naar de mensen die voor de krijgsmacht werken, het groepsgevoel dat zij onderling hebben, dan had ik het wel naar mijn zin gehad, denk ik.’

Welke militaire skills had jij graag willen hebben?
‘Ik heb in 2019 meegedaan aan het programma Verborgen verleden, waarin je op zoek gaat naar je voorouders. Als mensen gaan graven in hun verleden, komen ze vaak migranten tegen of mensen die naar een ander land zijn gegaan om te vechten. Ik kwam een hele lijn van militairen tegen, zelfs tot aan de Militaire Willems-Orde aan toe. Dat vond ik heel grappig, ergens zit het er dus wel in. Maar specifieke skills die ik graag had willen hebben, zijn er niet.’

Ben je bezorgd over de ontwikkelingen op de wereld, de oorlogen, de bedreigingen over en weer?
‘Ja, daar maak ik me heel veel zorgen over. Het is angstwekkend.’

‘Ik ben gelukkig bevriend met Jeroen van Koningsbrugge, dus ik kan in zijn kelder. Als hij de deur opendoet. Op zulke momenten leer je wie je echte vrienden zijn’

Je collega Jeroen van Koningsbrugge werd weggezet als gekkie toen hij jaren geleden aangaf dat hij een schuilplek heeft waar hij het in geval van nood een tijdje kan uitzingen. Schuilt er in jou ook een prepper?
‘Nee. Maar ik ben gelukkig bevriend met Jeroen, dus ik kan in zijn kelder, haha. Als hij de deur opendoet, tenminste. Op zulke momenten leer je wie je echte vrienden zijn.’

Je hebt vorig jaar Abraham gezien. Was dat een dingetje voor je?
‘Nou, nee. Het blijft wel een soort van gek, dat je ineens vijftig bent. Maar ik heb er geen last van.’

Veel medeacteurs van jouw leeftijd hebben zich op het fanatieke afval- en trainingsprogramma van Dag één gestort om toch eindelijk een sixpack en benen en armen als staalkabels te krijgen. Is dat ook iets voor jou?
‘Haha, nee joh. Ik sport wel, hoor. Ik boks. En als het meezit, dan zwem ik ook. Maar op dit moment heb ik het zwembad al heel lang niet gezien. Boksen doe ik niet superfanatiek, maar ik probeer het wel twee keer per week te doen. Ik wil mijn conditie op peil houden, je lijf is als acteur toch je instrument. Als je een beetje een neutrale acteur wilt blijven, wat betekent dat je in principe voor alle rollen gevraagd zou kunnen worden, dan moet je daar wel een beetje aan werken. Dat hoort erbij als je langer wilt meegaan in dit vakgebied. Niet op een overdreven manier, maar ik ben me er wel van bewust dat ik in beeld ben. Ik ben ook nog vader, dus ik wil gewoon gezond blijven. Zodat ik mijn kind kan bijhouden.’

Geen sixpack voor jou?
‘Nee, hooguit voor een rol, maar dan ook liever niet. Soms hoort het erbij, dan moet je voor een rol aankomen of afvallen. Dat is moeilijker dan je denkt en niet heel gezond. Ik ben weleens flink afgevallen voor een rol en eigenlijk was dat allemaal niet erg leuk. In Nederland is er vaak ook niet zoveel tijd voor. Het moet allemaal binnen een paar maanden gebeuren en ze betalen je er niet voor. In het buitenland gebeurt dat wel, dan is het een ander verhaal. Over het algemeen speel ik het liefst karakters waarbij je geen rekening hoeft te houden met postuur.’

Je hebt jarenlang in het theater gestaan, toen veel film gedaan, daarna was je vaak op tv, toen ging je terug naar het theater, nu doe je weer film. Is er een rode draad te ontdekken?
‘Mijn liefde ligt echt bij toneel, maar ik heb ook altijd wel films en series gedraaid. Dat is begonnen met Karakter en daarna nooit meer opgehouden. Dat mocht ook altijd van de gezelschappen waar ik speelde. Ik ben heel lang verbonden geweest aan het vaste ensemble van Toneelgroep Amsterdam, maar daar ben ik in 2013 mee gestopt. Als je een gezin hebt, dan is het fijn als je wat meer je eigen baas bent. Als je bij een toneelgroep zit, dan ben je dat niet. Er wordt voor jou besloten wat je gaat doen en wanneer je dat doet. De rode draad in mijn loopbaan is misschien dat ik zoveel mogelijk verschillende projecten probeer te doen. Mijn geluk is dat ik niet in een bepaalde hoek zit, zoals sommige andere acteurs. Ik mag heel uiteenlopende rollen spelen, dat is een zegen.’

Moet je nog weleens auditie doen of word je gevraagd voor rollen?
‘Soms doe ik auditie, soms krijg ik een rol aangeboden. Dat verschilt heel erg.’

Waar moet een productie aan voldoen wil jij eraan meewerken?
‘Ik kijk allereerst wie het heeft geschreven. Dat zegt vaak al heel veel. En het script moet goed zijn. Dat zijn twee criteria die heel belangrijk zijn.’

Een tijdje terug speelde je samen met je vrouw Karina Smulders een uitzonderlijk bizar koppel in de Deense horrorfilm Speak No Evil. Hoop je stiekem nog op een internationale doorbraak?
‘Deze audities waren gewoon in Nederland. Ze zochten een Nederlands stel, dus dat paste goed. Dat komt dan op je pad en het was hartstikke leuk. Maar het is niet iets wat ik bewust zelf heb opgezocht. Nadat de film uitkwam, merkte ik wel dat er meer aanvragen kwamen vanuit het buitenland. Geen scheepsladingen vol hoor, ik wil niet overdrijven. Maar Speak No Evil was in première gegaan op het Sundance Film Festival, wat dan internationaal toch voor meer interesse zorgt. Twee zomers geleden heb ik meegewerkt aan een grote wereldwijde serie van Amazon Prime die binnenkort uitkomt. Ik weet niet wat ik er al over mag vertellen, maar ik speel de slechterik. Dat is te gek, maar aan de andere kant zat ik wel de hele zomervakantie in Berlijn. Dat zeggen ze niet van tevoren: je mag de rol spelen, maar je moet wel je vakantie opgeven. Dat vond ik minder leuk, want dan zie je je gezin dus gewoon niet. Internationale projecten hebben altijd twee kanten. Vooraf lijkt het prachtig en leuk, er is zekerheid over het budget, je zit in een fijne trailer en er wordt uitstekend voor je gezorgd, maar gek genoeg is het ook wat eenzamer. Ik dacht tijdens de opnames van de Amazon Prime-serie op een gegeven moment: ik wil nu eigenlijk wel naar huis.’

Ben jij een honkvast type?
‘Ik hou van reizen, maar probeer er altijd wel te zijn voor mijn gezin. Tijdens de opnames in Berlijn twee zomers terug moest ik vaak om 6 uur ’s ochtends al op. ’s Avonds was er ook vaak geen tijd om elkaar nog echt te spreken. Ik vond dat wel pittig.’

Je vrouw zei ooit over jou: ‘Ik zag Fedja en dacht gelijk: dit is ’m.’ Had jij hetzelfde gevoel?
‘Dat was wel echt een ontmoeting, zeker.’

Kun je zonder nadenken zeggen hoeveel jaar jullie inmiddels bij elkaar zijn?
Lachend: ‘Ik denk sinds 2005. Ja, sinds 2005.’

Is het handig om een relatie te hebben met iemand die hetzelfde werk doet?
‘Ik zou niet zeggen dat het handiger is dan een relatie met iemand uit een ander vakgebied, maar in principe kun je daar wel uitkomen. Wij hebben altijd gezegd: we gunnen het elkaar als er iets komt. We proberen elkaar daarin af te wisselen, wat soms lastig is. Dat heb je volgens mij in elk gezin, het geworstel met agenda’s. Bij ons resulteert dat er soms in dat je nee moet zeggen op een rol die je leuk had geleken. Daar kun je dan enorm van balen, maar ik denk op zulke momenten: het komt uiteindelijk allemaal op hetzelfde neer. Je wordt vroeg opgehaald en het zijn lange dagen.’

‘Ik blijf altijd afhankelijk van wat een ander in mij ziet. Dat is inherent aan het acteursbestaan. Ik denk nog steeds: het kan zomaar ophouden.’

Klinkt als een topbaan.
‘Dat is het meestal ook wel. Count your blessings. Als je als acteur werk hebt, dan moet je blij zijn.’

Ben je weleens bang dat je zonder werk komt te zitten?
‘Altijd. Ook al ben ik een van de usual suspects in het Nederlandse acteerlandschap, ik blijf altijd afhankelijk van wat een ander in mij ziet. Dat is inherent aan het acteursbestaan. Met de jaren wordt die angst niet minder. Ik denk nog steeds: het kan zomaar ophouden.’

Wat ga je doen als het zomaar ophoudt?
‘Ik denk dat ik dan wel een oplossing kan vinden om ervoor te zorgen dat het toch niet ophoudt. Acteren vind ik nog steeds het leukste dat er is om mijn boterham mee te verdienen. Daarom tel ik elke dag mijn zegeningen.’

Wat doe je als je niet bezig bent met je werk, je gezin of boksen?
‘Uit eten gaan. Met m’n gezin of met vrienden. Ik vind het leuk om thuis op de bank een film te kijken. Of een boek te lezen. En ik zit graag achter mijn drumstel, al doe ik dat te weinig. Ik drum al sinds ik negen ben. Dat moet je bijhouden, maar dat komt er niet altijd van. Het gaat bij mij in vlagen. Ineens komt het op, dan zit ik elke dag achter het drumstel. Dan weer weken niet. Ik verveel me sowieso nooit, dat is fijn. Sommige mensen vinden het moeilijk om niks te doen. Daar heb ik totaal geen last van. Ik ben heel goed in de tijd voorbij laten gaan. Gewoon een beetje denken, naar muziek luisteren. Dat lukt mij uitstekend.’

Ben je iemand die ervan houdt om zichzelf te blijven ontwikkelen?
‘Er zijn collega’s die films of series gaan produceren. Zij hebben dan een bepaald idee waarvan ze denken: dit zou weleens iets kunnen worden. Soms zit er bij mij ook zoiets in mijn hoofd, maar ik ben geen schrijver. Ik ben echt uitvoerend kunstenaar. Er komt ook zoveel bij kijken. Ik ben bevriend met een aantal filmregisseurs en voordat je iets op poten hebt... Daar gaat makkelijk een paar jaar overheen. Ik heb daar veel respect voor, maar ik moet er zelf niet aan denken.’

Doe je op een vrije avond nog weleens het licht uit in een kroeg?
‘Dat kan ik me niet eens meer herinneren, zo lang geleden is het. Weet je, ik hou dat al heel lang niet meer vol. Bij mij gaan de lichten om elf uur ’s avonds uit. Het klinkt heel saai, maar zo is het gewoon. Ik ben een oude lul aan het worden en dat vind ik prima.’

Hou je er wel van om je onder de mensen te begeven?
‘Dat wel, maar ik ben geen heel sociaal type. Ik heb een paar vrienden, maar ik kan heel goed alleen zijn.’

De laatste jaren worden er meer Nederlandse films en series gemaakt dan ooit. Hou je dat allemaal bij?
‘Ja, te gek dat er zoveel wordt gemaakt. Daar word ik blij van. Ik zie niet alles, voor mij zit het plezier vooral in het maken, maar er zitten zeker pareltjes tussen. Laatst heb ik een aflevering gezien van de serie die zich afspeelt in Rotterdam, Santos. Dat is fantastisch.’

Welke rollen staan er dit jaar nog meer voor jou op stapel?
‘Ik ben op dit moment een serie aan het draaien, waarschijnlijk komt er een tweede seizoen van de Amazon Prime-serie en ik heb net een heel geweldige film gedaan: Fabula, een internationale film met Duitse en Nederlandse acteurs. De regisseur is Michiel ten Horn, hij heeft ook Aanmodderfakker gemaakt. Ik doe het verhaal hiermee tekort, maar het gaat in een notendop over een drugscrimineel in de herfst van zijn carrière. Het is bijna een zwarte komedie, waarin ik zelf een te gekke rol speel. Ik ben heel benieuwd hoe het wordt, volgens mij komt de film in 2025 uit.’

Zijn er internationale acteurs die jij bewondert?
‘Ik kijk heel graag naar Tom Hardy. Leonardo DiCaprio vond ik te gek. En vroeger keek ik heel graag naar mannen als Robert De Niro en Al Pacino. Die mannen krijgen tegenwoordig nog steeds kinderen. Dan denk ik: doe eens normaal, joh.’

Je mag je nog tot je 52ste als reservist aanmelden bij de marine. Zou dat iets voor jou zijn, als tweede loopbaan?
‘Ik vond het te gek, maar ik mocht gewoon weer naar huis. Als je op zo’n OPV zit, dan zit je daar een paar weken vast. Dat is niks voor mij.’

Smaakte het spelen in een actiefilm wel naar meer?
‘Als er weer een actiefilm op mijn pad komt, dan vind ik dat te gek. Mits het script goed is. En de rol die ik mag spelen.’

Hoe komt het eigenlijk dat er zo weinig Nederlandse actiefilms worden gemaakt?
‘Dat is een budgetkwestie. Wij konden Invasie op deze manier maken omdat Defensie meewerkte. Zij leverden de manschappen en het materieel. We hadden een groep mariniers en mensen van de vloot die gewoon meededen tijdens de draaidagen en figureerden. Als wij een duikboot nodig hadden, dan kregen we een duikboot. Stel je voor dat je dat allemaal zelf zou moeten financieren. Daar hebben wij in Nederland de budgetten helemaal niet voor. Dat dit is gelukt, is eigenlijk ongelofelijk. Dat vond ik bij Hoogvliegers trouwens ook. Als de luchtmacht niet aan die serie had meegewerkt, dan hadden we nooit dit resultaat kunnen krijgen.’

Waarom moeten we allemaal als de wiedeweerga naar Invasie?
‘Ik denk dat het echt een vette actiethriller is. Het is geweldig dat we in Nederland zo’n actiefilm kunnen maken. Alleen al daarom moet je ernaartoe. Er zitten een heleboel jonge acteurs in die ik tof vind. Daarvoor moet je er ook naartoe. Ik weet zeker dat je een leuke avond gaat hebben.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • Invasie