Er waait een gezondheidshype over Nederland en die heet: CBD-olie, in de volksmond ook bekend als wiet- of cannabisolie. Het besef groeit dat die een bijzondere, geneeskrachtige werking heeft. Een wondermiddel, of creëert het valse verwachtingen? Martijn Haas ging op onderzoek uit en nam de proef op de som.
Fotografie: Nieuwe Revu
Nieuwe Revu probeert de CBD-olie gedurende enkele weken uit. Iedere avond voor het slapen gaan nemen we een paar druppeltjes en bij het opstaan volgt hetzelfde ritueel. Het effect? Allereerst is er een soort hartslagversnelling die wel wat aan de inname van een bak koffie doet denken. Daarop volgt een prettig soort loomheid; slapen gaat prima op de olie, zo merken we. s Ochtends hebben we zelfs wat lichaamsbeweging nodig om die loomheid er weer uit te krijgen, hoewel we ook merken dat we ons aangenaam prettig en kalm voelen. Heel anders is onze ervaring met het broertje THC-olie. Dat nemen we een paar weken later, na het ergens onder de toonbank te hebben verkregen. We zijn dan nog in de veronderstelling dat de psychoactieve werking wel mee zal vallen en nemen het dan ook tijdens een etentje met vrienden. Na een half uur begint het echter duidelijk te worden dat de ingenomen olie een veel krachtigere werking heeft dan CBD-olie. Een uur na inname is er de grootste moeite om op een normale manier een fiets te bestijgen, laat staan dat het nog lukt om een stel schoenveters te knopen. De high zal nog een uur of drie aanhouden en pas de volgende dag helemaal weg zijn.