Premium

'Deze lijkgeur vergeet je nooit'

Steeds vaker worden professionele crime scene cleaners ingeschakeld om de plek schoon te maken waar iemand op een bloedige manier om het leven is gekomen.

Chris Kiel (rechts) en Marco Collaris.

Zij draaien hun hand niet om voor de meest ranzige taferelen, zoals in een woning in Maastricht, waar Thom Mandos een dagje met hen meeliep. ‘Iémand moet het schoonmaken.’

Op een zonnige maar koude woensdagmorgen arriveren we rond half negen bij een mooie twee-onder-een-kapwoning in een rustige straat in Maastricht. Het crime scene cleaningteam van Schoonmaakbedrijf R. Janssen uit Sittard bestaat vandaag uit vier man, van wie er twee straks gaan schrobben. Niets aan de buitenkant van het huis verklapt wat we zometeen binnen aan zullen treffen.

Wanneer we de voordeur openen, vallen gelijk de gele krijtstrepen in de hal naast de open trap op. ‘Die zijn van de politie,’ zegt Bas Janssen, algemeen manager en verantwoordelijk voor het schoonmaken van plaatsen delict bij het schoonmaakbedrijf van zijn vader. Op de begane grond valt behalve de krijtstrepen en de berg dode vliegen niet zoveel te zien. Het ruikt muf, misschien een beetje vreemd, maar niet de verwachte ontbindingsgeur. ‘Dat komt doordat we vorige week al een eerste behandeling hebben gedaan. Er staat een speciaal apparaat aan dat ervoor zorgt dat de geur aan het pand wordt onttrokken. Daarnaast hebben we een behandeling uitgevoerd om de vliegen te doden, dat maakt het voor mijn mensen werkbaarder,’ legt Janssen uit.

IK WERK AL JAREN IN DEZE BRANCHE, EN DE GEUR DOET ME EIGENLIJK NOG WEINIG. EEN MONDKAPJE HOEFT VOOR MIJ NIET PER SE

De grote schok komt pas als we de trap oplopen. Nog voor we op de overloop zijn, zien we bloedsporen op de traptreden. Ondanks dat de hal open is, ruikt het boven toch heel anders. Een penetrante, zure, weeïge lucht hangt op de eerste verdieping. Het is een ondefinieerbare geur, niet te vergelijken met iets anders. ‘Deze lucht ga je nooit meer vergeten. Het is een heel herkenbare geur.’

Boven aan de trap wordt al snel duidelijk waar de lucht vandaan komt: een spoor van bloed loopt naar de openstaande badkamer. De vloer ligt bezaaid met bebloede doeken. Het bloed zit overal: op de tegels, de wasbak, de wc, het bad en zelfs de dichte douche. Het gestolde, opgedroogde bloed is donkerder dan je zou verwachten. Een gedeelte is zwart en een gedeelte is bruin, dus niet meer rood. De stank in de badkamer is ondraaglijk. Het is tijd voor het team om zich voor te bereiden op de schoonmaak.

Extra sterke lijklucht

De schoonmaakspullen worden uit het busje gehaald, net als twee witte overalls, mondkapjes en handschoenen. In de keuken trekken Chris Kiel (27) en Marco Collaris (44) de overalls over de bedrijfskleding aan. Omdat ze zo dicht op de viezigheid zitten, pakken ze zichzelf goed in. ‘Ik werk al jaren in deze branche, en de geur doet me eigenlijk nog weinig. Een mondkapje hoeft voor mij niet per se, maar ik moet wel aan mijn gezondheid denken. De geur en bacteriën hier zijn niet goed, dus vandaar dat ik er in het begin wel een draag,’ zegt Collaris.

Eenmaal aangekleed beginnen ze in de badkamer met het verwijderen van het grofste vuil. Ze gooien alle grote en kleine doeken en andere losliggende viezigheden in een grote, blauwe vuilniszak. Vooral de doeken, volgezogen met bloed, verspreiden bij aanraking een extra sterke lijklucht. De mannen lijkt het allemaal niet zoveel te doen. ‘Voor ons is dit gewoon werk. Je kunt er ook niet al te lang bij blijven stilstaan dat je de overblijfselen van een overleden persoon aan het opruimen bent,’ zegt Kiel.

De sfeer tijdens het poetsen blijft luchtig. ‘Een dolletje is zo nu en dan nodig, anders word je helemaal gek tijdens dit werk.’

Voor de door ons aangetroffen situatie draaien beide schoonmakers de hand niet om. Het valt hier in Maastricht allemaal wel mee, zegt Collaris. ‘Ik maak liever dit schoon dan dat ik tot mijn enkels in de poep sta bij een woninguitzetting. Er zijn zoveel viezere dingen dan dit, en ook die komen we geregeld tegen.

Chris Kiel blijft vooral onder de indruk van de eerste keer dat hij een crime scene schoonmaakte. ‘Op dat moment is alles nog nieuw. Mijn eerste geval was ook gelijk best wel extreem. Degene waar ik toen moest schoonmaken lag al een lange tijd in het huis. Dat in combinatie met de hoge temperaturen zorgde ervoor dat het niet alleen heel erg stonk, maar dat er op de bank waar deze man gestorven was, enorm veel viezigheid achterbleef.’ Desalniettemin is hij het werk blijven doen. ‘Vroeger zag je het weleens in de film, dat vond ik fascinerend. Toen ik ben gaan schoonmaken en dit op mijn pad kwam, heb ik het met beide handen aangegrepen. Ik doe het altijd vanuit de gedachte dat iémand het moet doen. Toch blijft het nog elke keer spannend wat je ergens aantreft. Ik vind het wel heel mooi om een woning weer helemaal schoon te maken. Nabestaanden zijn vaak heel blij met wat we doen, je hebt veel eer van je werk.’

IK MAAK LIEVER EEN CRIME SCENE ALS DEZE SCHOON DAN DAT IK TOT MIJN ENKELS IN DE POEP STA BIJ EEN WONINGUITZETTING

Emmers met uitwerpselen

Ervaren rot Bas Janssen heeft ook al veel bijzondere dingen meegemaakt. ‘Ik zit al vanaf mijn tienerjaren in het bedrijf van mijn vader. Daardoor heb ik al zoveel gezien op schoonmaakvlak. Qua crime scenes vind ik het vooral heftig als er kinderen bij betrokken zijn, dat horen we dan weleens als we er bezig zijn. Een andere zaak die me heel erg is bijgebleven is die van een man die al negen maanden dood in zijn huis lag. Zijn katten hadden van de man gegeten. Het stonk echt enorm ook naar kattenpis en -poep. Dat was heel heftig,’ zegt hij. Hij komt de vreemdste zaken tegen. ‘Dan worden we naar een huis gestuurd en komen we bijvoorbeeld twintig katten tegen, maar we hebben ook wel eens een alligator in een appartement gehad en zelfs een huis waar mensen maanden zonder water hadden geleefd, daar stond het vol met emmers met uitwerpselen. Dit soort dingen zie je vaak bij ontruimingen.’

In de bijzondere branche is ook een bijzondere trend op te merken: de individualisatie van de samenleving zorgt er steeds vaker voor dat mensen een lange tijd dood thuis liggen. Janssen: ‘Vroeger kende je de buren goed en sprak je elkaar. Er was sociale controle. Tegenwoordig zijn mensen steeds meer op zichzelf. Het probleem dat wij daardoor zien is dat steeds meer mensen een langere tijd ergens blijven liggen voordat iemand ontdekt dat ze niet meer in leven zijn.’

Ook ziet de manager van het schoonmaakbedrijf een stijging in het aantal zelfmoorden. ‘Niet alleen bij eenzame ouderen, maar ook onder jongeren.’ Janssen komt steeds vaker op plekken waar eenzame ouderen of andere mensen die zelfmoord hebben gepleegd al weken of zelfs nog langer liggen. Gek genoeg speelt de automatische incasso hier een opvallende rol in. ‘Vroeger moest je alles met een acceptgiro betalen. Als dan niet betaald werd, nam men contact op, of kwam er iemand aan de deur. Betalingen lopen door de automatische incasso soms wel maanden door nadat iemand is overleden, zeker in het geval van eenzame ouderen kan het daardoor soms heel lang duren voordat iemand ontdekt wordt.’

Niet bang ingesteld

Waar het Sittardse Schoonmaakbedrijf R. Janssen een jaar of twintig geleden misschien eens per jaar een verzoek kreeg om een plaats delict schoon te maken, gebeurt dat tegenwoordig veel vaker. ‘Nu zijn het er soms meerdere per week,’ zegt de algemeen manager van het bedrijf. ‘Ik denk dat we gemiddeld wel over een keer of twintig per maand spreken, dat is echt wel veel.’ Janssen ziet dat er ook wat bedrijven zijn bijgekomen in die crime scene cleaningbranche. ‘Ik denk dat er in Nederland momenteel zo’n drie bedrijven zijn die dit specifieke schoonmaakwerk doen. Wij doen het het langst. Maar natuurlijk is dit niet het enige wat we doen, we maken ook schoon bij bedrijven en voor particulieren.’

Ondanks dat het schoonmaakbedrijf honderdvijftig medewerkers heeft, telt de crime scene-tak niet zoveel mensen. Het is een vak apart. ’Je moet het kunnen, maar vooral ook willen. Het is zeker niet voor iedereen weggelegd, en veel van onze medewerkers slaan dit soort klussen liever over. Daarom hebben we een klein team met zeven specialisten, dat vaak op pad wordt gestuurd.’

In principe mag iedereen het werk doen, er is geen speciale opleiding voor het schoonmaken van een crime scene. Janssen: ‘Je moet vooral tegen de stank kunnen, en niet bang zijn ingesteld. Binnen ons bedrijf hebben we een korte opleiding waarin we mensen leren hoe we een plaats delict schoonmaken. Iedereen in Nederland zou het mogen doen.’ Ondanks dat het oppoetsen van een crime scene steeds vaker nodig is, valt het volgens hem in Nederland nog best mee. ‘Mijn vader heeft een paar keer in Amerika meegelopen, daar trekken ze van klus naar klus, zoveel moorden worden daar gepleegd.’

JE MOET HET ­KUNNEN, MAAR VOORAL OOK WILLEN. HET IS NIET VOOR IEDEREEN WEGGELEGD, EN VEEL VAN ONZE MEDEWERKERS SLAAN DIT SOORT KLUSSEN LIEVER OVER

Veel respect

De kosten voor het schoonmaken van een crime scene of huis waar iemand zelfmoord heeft gepleegd, variëren nogal. ‘Het is helemaal afhankelijk van wat de klant wil,’ zegt Bas Janssen. ‘We worden veel ingeschakeld door woningstichtingen die zo snel mogelijk een pand weer bewoonbaar willen hebben. Aan de andere kant heb je particulieren die zelf voor de kosten moeten opdraaien. In dat geval laten ze ons vaak alleen het allervieste aanpakken qua stank en menselijke resten, en doen ze de rest zelf om de kosten te drukken.’ De kosten zijn ook afhankelijk van wat er wordt aangetroffen. ‘Dat hangt ook af van hoelang iemand al ergens ligt en van de temperatuur. Warmte komt de situatie zeker niet ten goede. Het is sowieso niet heel goedkoop, maar dat is ook omdat het specialistisch werk is en dus niet iedereen het wil doen,’ legt hij uit. Vergeleken met regulier schoonmaakwerk is het tot wel tien keer duurder.

Ondanks de prijs wordt het bedrijf door heel Nederland ingeschakeld. ‘Dat is vooral omdat we de geur heel snel wegkrijgen. Een woningbouwvereniging wil een woning zo snel mogelijk weer kunnen verhuren. Dat is eigenlijk best cru. Afhankelijk van de vervuiling kunnen we binnen twee weken een huis weer bewoonbaar opleveren.’ Bij particuliere woningeigenaren is er ook een dwingende reden om het gespecialiseerde bedrijf in te schakelen. ‘Hoe erg is het als je dit werk zelf moet doen en je weet dat bijvoorbeeld je vader is overleden? Onze jongens krijgen veel respect dat ze dit werk doen zodat de nabestaanden kunnen beginnen met het verwerkingsproces, en niet de resten van hun vader tussen de voegen uit moeten krijgen.’

Levende maden

In de badkamer in het huis in Maastricht worden onder de verwijderde doeken hoopjes levende maden gevonden. De vloer is zwart van het opgedroogde bloed en de huidresten. Marco begint met het inspuiten van de wc, de randen van het bad, de vloer, de wastafel en de douchedeur. Door het inspuiten komen niet alleen de geuren van de schoonmaakmiddelen in de lucht, de geur van de dood wordt ook enorm versterkt.

De partycrashers op elke crime scene: maden.

Wat voor reinigingsmiddelen er gebruikt worden, moet geheim blijven. Wat het schoonmaken van de crime scenes namelijk een stuk gemakkelijker maakt, is het gebruik van enzymen in de schoonmaakproducten. ‘We spuiten eerst de badkamer goed in en laten de enzymen hun werk doen. Met wat voor producten we dat doen is een beetje het geheim van de chef,’ zegt Chris Kiel. De eiwitten helpen in ieder geval bij het losweken van de viezigheid.

Wanneer het opgedroogde bloed voor het grootste gedeelte weg is, gaat zijn collega Marco Collaris beneden in de hal aan de slag. Hij zuigt alle vliegen op met een speciale stofzuiger die ook geschikt is voor het opzuigen van water en natte viezigheid. Boven gaat Kiel verder met de badkamer, waar het echt hardnekkige vuil tot diep in de voegen is getrokken. ‘Met een plamuurmes probeer ik nu de laatste resten uit de voegen te verwijderen. Het is een combinatie van huidresten en opgedroogd bloed. Het is een vettige substantie die je er moeilijk tussenuit krijgt,’ legt hij uit.

Met een plamuurmes haalt Kiel een combinatie van huidresten en opgedroogd bloed tussen de voegen vandaan.

Wanneer Kiel alles heeft losgemaakt en de badkamer er al een stuk schoner uitziet, worden de losgeweekte menselijke resten opgezogen met de zuiger. De badkamer ziet er weer nagenoeg uit alsof hier nooit iets is gebeurd. Nu is het de beurt aan de overloop, waar de laatste bloedresten worden verwijderd. Het enige wat nog enigszins verraadt dat hier iemand is overleden, zijn de krijtstrepen beneden op de houten vloer bij de voordeur. Die zijn tijdens het politieonderzoek getrokken en nog best lastig weg te krijgen. ‘Maar voor we hier de deur uitgaan is alles weer spic en span, alsof er nooit wat is gebeurd.’ 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct