Waarom we blagen als Lil’ Kleine nodig hebben

Beste Lil’ Kleine, Wat een verhaal, joh. Een seconde te laat. Eén seconde! En toen hadden ze de gate gesloten, en weg...

Beste Lil’ Kleine,

Wat een verhaal, joh. Een seconde te laat. Eén seconde! En toen hadden ze de gate gesloten, en weg was het vliegtuig. De piloot zwaaide zelfs naar je, schreef je op Twitter, in die tweet ná die woedende tweet in hoofdletters dat je NOOIT MEER met KLM zou vliegen.

Toen ik een jaar of acht was, mocht ik weleens in de cockpit van een vliegtuig, even kijken bij de piloot. Ik vond het erg indrukwekkend. Maar zelfs dié piloot zwaaide niet naar me. Die had wel iets beters te doen. Zijn stuurknuppel vasthouden, bijvoorbeeld.

Vroeger werkte bij dit blad een fotograaf met wie ik vaak op pad ging. Hij was heel goed, en dat vond hij zelf ook. Sterker: hij vond zichzelf een soort legende. Dus toen ons een keer in Spanje bij een nachtclub de ingang werd geweigerd, zei hij zelfs daar tegen een Spaanse uitsmijter: ‘Do you know who I am?’ Kennelijk werkte dat in Nederland weleens, schoot hier een uitsmijter ineens als een bliksemschicht alsnog de naam van de fotograaf binnen en gooide hij vervolgens met een royaal gebaar al excuserend de deur voor hem open. In Spanje niet.

Diezelfde fotograaf had nog een gewoonte: op vliegvelden net zo lang wachten met boarden tot ze zijn naam omriepen. Vond hij leuk: zijn naam uit de vliegveldspeakers, en dan heel onderkoeld aan komen wandelen, terwijl de rij al lang was verdwenen. Hij deed het twee keer waar ik bij was, en de tweede keer ging het mis: toen mocht hij niet meer binnen. Ik herinner me de discussie die toen ontstond nog goed. Hij deed namelijk hetzelfde als jij: benadrukken hoe ongelooflijk wéinig te laat hij was. Zover het ‘een seconde’ te noemen, ging hij niet, maar het scheelde niet veel. Wat ik me ook nog herinner: de blikken van het personeel. Meer verveeld dan geïrriteerd. Blikken die verraden: dit soort types hebben ze elke dag aan de gate staan. De mensen die een 747 boeken, maar eigenlijk een privéjet verwachten.

Je was dit weekend uiteraard het lachertje van social media, Lil’ Kleine. Ik zag allemaal berichten langskomen van mensen die ergens een seconde te laat waren. Met invoegen, bijvoorbeeld: meteen een ongeluk. Het waren stuk voor stuk uitingen van de Nederlandse volksaard, je weet wel: die met dat maaiveld en die zeis. Ik weet niet hoeveel necrologieën je hebt gelezen over Johan Cruijff, maar in elk daarvan kwam één anekdote terug: die waarin hij bij de Febo telefonisch kroketten bestelde, die een paar minuten later ging ophalen, en vervolgens gewoon in de rij aansloot. Zonder te vragen of mensen wisten wie hij was. Dat wisten ze wel. En een van de redenen dat ze zo van hem hielden, was nou precies dat hij die vraag niet stelde, en aansloot. Daar houden Nederlanders van.

Daar hou ik zelf ook van.

Tegelijk vind ik het ook wel amusant als daar af en toe iemand uitbreekt. Als iemand de polder-Kanye wil uithangen, en zichzelf Yeezus noemt, of zich in ieder geval zo gedraagt. Gewoon je zonnebril ophouden, ook binnen, de wereld opeisen en verwachten dat die zich vanaf dat moment naar jou voegt. We hebben een paar (niet te veel, maar een paar) van zulke mensen nodig. Om ons aan dood te ergeren, om naar te wijzen terwijl we elkaar vertellen hoe gewoon wij zijn gebleven, wij wel, en om belachelijk te maken.

Dus eigenlijk: bedankt.

Leon Verdonschot