Premium

Caroline van der Plas: ‘Ik ben een boerin zonder boerderij’

En daar was ineens, tot verrassing van vele opiniepeilers, BoerBurgerBeweging in de Tweede Kamer. Vertegenwoordigd door Caroline van der Plas (54) uit Deventer, ooit net als haar moeder actief in het CDA. Maar dat is voorbij. Over het voorbeeld van de Partij voor de Dieren, de noodzakelijke aandacht voor de ‘buitengebieden’ van Nederland en over de ambitie een buitenstaander te blij- ven. ‘Als PSV wint, wat roepen hun supporters dan op het plein? Bóéren! Bóéren!’

Caroline van der Plas: ‘Ik ben een boerin zonder boerderij’

Als jij vroeger Caroline werd genoemd op zijn Nederlands in plaats van op z’n Engels, reageerde je dan net zo fel als toen Hugo de Jonge je partij ‘triple B’ noemde?

‘Als mensen niet beter weten, vind ik het niet erg, zeker niet omdat mijn Twitternaam “Lientje” is. Maar ik had vroeger een leraar Nederlands die het wel wist en gewoon de Nederlandse uitspraak bleef volhouden, want Caroline op z’n Engels, “dat vind ik onzin, we wonen in Nederland”. Dat vond ik wel irritant, dus met hem heb ik wel ruzie gemaakt. Grappig genoeg kon ik later heel goed met hem opschieten, soms heb je daarvoor een clash nodig.’

Went het al dat inmiddels iedereen je kent, en daarmee ook van alles van je vindt?

‘Dat tweede volgt nou eenmaal uit dat eerste. En dan ook echt over álles van je. Laatst had ik tijdens het coronadebat een spijkerjasje aan en las ik op Twitter dat dat uit moest, omdat ik “underdressed” zou zijn. Ik sta een debat te voeren, loop geen modeshow. Al zou ik een cape aantrekken: nou en? Ik vind het juist leuk dat iedereen zijn eigen stijl heeft. Ik voel me heel ongemakkelijk in pumps.’

Op een foto van alle Kamerleden van jaren geleden droegen alle mannen een blauw pak en alle vrouwen dezelfde jurk. Dat is nu wel anders.

‘Ja, echt. Neem Sylvana, dat is gewoon een stijl- icoon. Die ziet er altijd prachtig uit; ik vraag me elke dag af wat ze nu weer draagt, en wat voor model haar ze heeft. Alles stáát haar ook, sommige mensen hebben dat.’

Je zat laatst weer bij de formateur om te praten over de formatie en over de premier tegen wie je nu al twee moties van wantrouwen hebt gesteund. En die het toch weer lijkt te worden.

‘Ja, daar verbaas ik me over. En tegelijk ook niet: er is niemand anders bij de VVD die het kan doen. Maar Rutte komt met wel heel veel dingen weg, en kennelijk is het een enorme drive voor hem om de langstzittende premier uit de geschiedenis te worden. Hij heeft veel fouten gemaakt. Er zijn ondertussen aardig wat ministers en staatssecretarissen opgestapt uit het kabinet. De spoeling wordt nogal dun, omdat we vastzitten in dat systeem waarin mensen dan ook altijd uit een partij moeten komen. Dat zie je nu ook met Dilan Yesilgöz-Zegerius, die staatssecretaris is geworden. Niet per se omdat het de juiste vrouw op de juiste plek is, maar omdat er niemand anders meer over is in de VVD.’

Zo’n Baudet laatst met zijn “Hans! Hans!”-act: ik schaam me dan echt, het lijkt wel een circus. Moet dat nu echt zo?

Jullie doken met BBB pas op het allerlaatste moment, net voor de verkiezingen, op in de peilingen, en dan niet eens in alle. Ben jij er altijd van uitgegaan dat je in de Tweede Kamer zou komen?

‘Ja, ik dacht altijd dat wij een zetel zouden kunnen halen. En naarmate de verkiezingen naderden, werd dat gevoel nog sterker. Zeker in het oosten van het land leefden onze thema’s enorm, merkte ik. Ook bij mensen die geen boer zijn, maar zich niet gehoord voelen in Den Haag.’

Toch hebben veel partijen vóór jullie dat ook gedacht, aangewakkerd door het enthousiasme dat ze tegenkwamen tijdens hun campagne, om dan op de verkiezingsdag verbijsterd te ontdekken dat ze niet eens in de buurt van een zetel kwamen.

‘Ja, zeker. Maar de landelijke media hebben onze opmars echt gemist. Zo’n boerenpartijtje uit het oosten: grappig, maar niet echt iets waar ze rekening mee hoefden te houden.’

Hand in eigen boezem: bij Nieuwe Revu kozen we in onze verkiezingsserie ook niet voor BBB, maar voor Richard de Mos van Code Oranje.

‘Stadse jongen, met zijn eigen partij al groot in Den Haag, dus als alleen maar 60.000 Hagenezen op hem stemmen, heeft hij al een zetel... Ja, ik snap het wel.’

Voor het tegendeel van ‘stads’ gebruik jij niet de term ‘provinciaal’ of ‘de provincie’, maar meestal ‘buitengebieden’.

‘Noord-Holland is ook “de provincie”, en Zuid-Holland eveneens. Wij gebruiken bewust ook vaak de term “platteland”, en dat is voor mij alles buiten de vier grote steden.’

Dus ook Maastricht, Tilburg of je eigen Deventer. Als je in het centrum van Deventer woont, woon je toch niet op het platteland?

‘Ik ervaar Deventer als het platteland, en met mij vele Deventenaren, dat weet ik zeker. Een plattelandsstad dan weliswaar, maar zelfs vanuit het centrum ben je binnen tien minuten in de uiterwaarden. De supporters van De Graafschap noemen zichzelf “Superboeren”, en die club komt uit de stad Doetinchem. Als PSV wint, wat roepen hun supporters dan op het plein? “Bóéren! Bóéren!” Dat is een saamhorigheidsgevoel dat zich niet beperkt tot alleen maar echte boeren. Een gevoel dat wij met BBB ook uitdragen.’

Wat voor partij wil BBB worden? Welke partij heeft een goed voorbeeld gegeven?

‘De Partij voor de Dieren. Die zijn als een focuspartij begonnen, wat anderen dan vaak “one issue” noemen, en is heel standvastig gebleven in hun kernwaarden. Inmiddels zijn ze in zetelaantal bijna een middenpartij, dat ben je tegenwoordig al snel, maar ook als kleine partij hadden ze al gigantisch veel invloed op het debat en op de politieke agenda. Wat zij met dieren, klimaat en milieu doen, kunnen wij doen voor het platteland. Het is een ander thema, maar de werkwijze is hetzelfde. Wat dat betreft ben ik ze heel dankbaar dat ze ons veel kosten hebben bespaard, want de blauwdruk hebben zij al voor ons neergelegd. Inhoudelijk ben ik het niet vaak met ze eens, soms ook wel, maar voor hun werkwijze heb ik veel respect, vooral voor dat vasthouden aan hun idealen. Dat vind ik voor ons ook belangrijk; we moeten niet afstappen van onze idealen. Zoals de PvdA. Die heet nog een partij van de arbeid te zijn, maar ik zie niet in wat zij nog voor de arbeiders betekenen, het is meer een elitepartij geworden.’

Heeft de PvdD ook voor jullie een beetje de functie die de PVV en D66 voor elkaar hebben: de ideale tegenstander, omdat ze in alles het tegendeel vertegenwoordigen van jezelf?

‘Zeker. Zij zitten heel erg op de emotie, met de dieren natuurlijk, en met al het gif dat volgens hen over ons land wordt uitgesproeid, waardoor onze bodem kapotgaat en we allemaal ziek worden en doodgaan. Dat kunnen wij dan weer weerleggen met feiten. Maar bij sommige onderwerpen, zoals veel internationale handelsverdragen, zijn we juist bondgenoten, daarover hebben we zelfs samen een motie ingediend. We willen in ieder geval allebei geen goedkope producten op onze markt die niet aan onze voorwaarden voldoen, dus ik vind ook dat we dan samen moeten optrekken. En daar krijg ik dan ook kritiek op uit de boerenhoek: “Weet je wel wat voor partij dat is?” Maar het gaat me uiteindelijk om het ultieme doel, en daarvoor werk ik samen met íédereen, ook unusual suspects. Ik stem met GroenLinks mee en ook met Wilders. Ik kijk alleen maar naar de inhoud van een motie.’

Je noemt Wilders, die er wonderwel in slaagt om zich na al die jaren nog steeds als een soort buitenstaander te profileren. Jij doet dat nu ook, net als bijvoorbeeld Sylvana Simons. Kun je dat blíjven doen? Over een paar jaar ben je nou eenmaal geen nieuwkomer meer.

‘Klopt, we zijn nu nog die nieuwe kinderen in de klas, dat blijven we niet. Maar je moet nooit alles als normaal blijven accepteren. Neem moties. Je móét die afsluiten met “en gaat over tot de orde van de dag”. Ik wil dat eruit hebben. Het moet iedereen vrij staan een motie af te sluiten zoals je wilt, vind ik. Mijn eerste motie heb ik afgesloten met “en gaat verder met het verspreiden van gezond verstand in de Tweede Kamer”. Dat bleek dus niet de bedoeling. Waarom niet? De verplichte afsluiting staat niet in het Reglement van Orde. Maar “zo doen we dit hier nou eenmaal”. Maar ik wíl niet overgaan tot de orde van de dag.’

Jij wil een níéuwe orde?

‘Ik wil iedere dag kijken wat er anders kan. Dus principieel wil ik die zin eruit. Wat is daar erg aan? Dat heb ik de Kamervoorzitter gevraagd. Nou ja, de angst is dan dat de een “Hoezee!” zegt, en de ander “Leve de republiek!” en weer een ander “Groeten aan mijn moeder”. Nou, dat denk ik dus niet. Dit is maar een klein dingetje, maar een voorbeeld van iets dat ik raar vind en ook raar ga blíjven vinden. Wat ik ook heel vervelend vind, is dat systeem van die rode en groene bolletjes dat sommige andere partijen steeds delen op social media, waarbij je in één keer kan zien welke partijen voor en welke tegen een motie hebben gestemd, uitgelegd in één zinnetje. Ik zou dat willen veranderen door bijvoorbeeld iets meer uitleg te geven over die motie. Dan brengt, zoal Wilders laatst deed, een partij bijvoorbeeld een puur voor de bühne geschreven motie in stemming over het Europees migratiepact. Heel rechts Nederland in rep en roer, omdat wij tegen die motie van Wilders hadden gestemd, en dat had Wilders gedeeld, met dat rode bolletje achter onze naam. In die motie van hem stond dat de grenzen gesloten moesten worden voor alle moslims en alle mensen uit islamitische landen. Ik stemde tegen vanwege dat woordje “alle”. Dus een moslim die hier komt werken als expat, een homoseksuele onderwijzer die op de vlucht is omdat hij vervolgd wordt in een islamitisch land, een Yezidi of een christen die door IS dreigt te worden vermoord: die mogen allemaal niet meer komen. Dat gaat mij dus veel te ver. Maar die uitleg staat er niet bij. Ik vind dat een heel nare manier van politiek bedrijven. Wij willen burgers dichterbij de politiek brengen, dit is een scoringsdrift dat voorkomt dat burgers eerlijk worden geïnformeerd. Het is ook zo kinderachtig allemaal, ook die bijdragen in de Kamer alleen maar om een filmpje te kunnen maken voor je eigen achterban. Zo’n Baudet laatst met zijn “Hans! Hans!”-act: ik schaam me dan echt, het lijkt wel een circus. Moet dat nu echt zo?’

Je moeder was actief voor het CDA, als gemeenteraadslid en als wethouder. Jij was ook actief voor die partij. Het vertrek zal je niet makkelijk zijn gevallen.

‘Ik was principieel lid van het CDA vanwege het landbouwstandpunt. Ik merkte tijdens de laatste campagne al dat er nauwelijks aandacht was voor de buitengebieden “want daar wonen toch nauwelijks mensen”. En toen kwam in september 2018 een discussie in Overijssel over een stop op de geitenhouderij, vanwege de vermeende gezondheidsrisico’s ervan. Nog voordat helemaal goed was uitgezocht hoe dat precies zat, en hoe groot die risico’s dan waren, werd die stop al doorgevoerd, nota bene dankzij de stem ervoor van het CDA. Dat viel me enorm tegen, ik vond dat bangmakerij, waarbij geitenhouders in de hoek werden gezet van ziekmakers. Juist van het CDA verwachtte ik iets anders, en daarmee waren ze definitief afgestapt van de principiële reden waarom ik lid was.’

Je vindt dat die geitenhouder ‘in de hoek wordt gezet’. Dat is toch ook emotiepolitiek?

‘Ja, maar ik onderbouw die politiek wel altijd met cijfers, met feiten. Of ik wijs erop dat boeren in ons land heel veel doen aan landschapsbeheer. En waar parkeren alle mensen uit de stad bij festivals? Bij de boer, die zijn weiland daarvoor beschikbaar stelt.’

En daar een tientje per auto per dag voor vraagt.

‘Om de grond die die auto’s hebben kapotgereden, waardoor hij nieuw gras moet inzaaien en moet ploegen. Het zijn geen wereldwonderen, net als de boeren die in de winter de kleine wegen strooien, of mensen uit de sloot trekken, maar het maakt ons land wel mooier. En ja, ik heb het soms over de laatste boer die het licht dreigt uit te doen en misschien klopt dat feitelijk niet, maar ik wil wel een ontwikkeling schetsen van lege stallen en een sector in de verdrukking. En daarmee van een steeds grotere af hankelijkheid van import.’

Hoe kijk jij nu naar de verwording van je oude partij?

‘Ik heb soms het idee dat ze nog steeds denken dat ze vijftig zetels hebben. Ik zou ze wel door elkaar willen schudden. Als je nu mensen vraagt waar het CDA voor staat, heeft niemand een antwoord. Ja, de “christendemocratische waarden”. Weet jij nog wat dat zijn? Ik heb geen idee.’

Die boer is gewoon op zijn erf bezig met voedsel maken, hè, van dag tot dag. En ondertussen zit iedereen ze te vertellen wat ze moeten doen

Terwijl het aantal rapporten inmiddels torenhoog is waaruit blijkt dat de veestapel moet worden verkleind, alleen al om te voldoen aan de stikstofnormen, blijft jouw partij een van de weinige die de woorden ‘verkleining’ en ‘veestapel’ nooit samen in één zin stopt.

‘Omdat ik daar niet in geloof. En die stikstofwet, die moet sowieso van tafel. Die is gebaseerd op modellen van het RIVM. Nou, tijdens corona hebben we opnieuw gezien dat die modellen vaak niet kloppen. En die stikstof-uitstoot stopt ook niet bij Nederland, hè? Bovendien hoeven heel veel bedrijven niet te meten wat hun stikstof-uitstoot is. Distributiecentra, bijvoorbeeld. Farmers Defence Force is dat nu in kaart aan het brengen, welke distributiecentra van bijvoorbeeld de Jumbo nu opereren zonder Milieubeschermingswet-vergunning. Om dan vervolgens naar de rechter te stappen om af te dwingen dat ze moeten stoppen. Precies zoals milieuactivisten dat bij boeren doen. Ik heb daar Mark van den Oever van Farmers Defence Force ook mee gecomplimenteerd. Een strakke actie, veel strakker dan Rob Jetten thuis bezoeken, of vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog maken.’

Laat je hem dat laatste dan ook weten?

‘Jazeker. Hij weet hoe ik daarover denk, vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog. Vorige week begon Gideon van Meijeren van FvD bij een debat ook weer met “Wir hebben es nicht gewusst”. En Roos Vonk vergelijkt de bio-industrie ook vaak met concentratiekampen. Laten we daar allemáál mee stoppen, die vergelijking, laten we met z’n állen afspreken dat we dat nooit meer doen, want dat is van een totaal andere orde.’

Een opvallend punt in jullie verkiezingsprogramma was een nieuw ministerie van Landbouw, dat minstens 100 kilometer van Den Haag zou moeten liggen. Wat zou dat schelen?

‘Nou, in ieder geval dat daar mensen gaan werken die vaak uit de regio komen. En dus minder ver van het platteland af staan. En andersom: de mensen in de regio staan dan ook minder ver van het ministerie. Den Haag is voor veel mensen op het platteland echt een andere wereld, letterlijk en figuurlijk.’

Het idee erachter lijkt een gevoel dat ook vaak spreekt uit je bijdragen in de Kamer: de Randstad begrijpt de regio niet.

‘Dat zie je ook als mensen uit de Randstad bijvoorbeeld in hun zomervakantie naar het platteland gaan, en een boer bezoeken. Die boeren krijgen de gekste vragen. “Hoe vaak per week melken jullie de koeien?” Per wéék, echt. Tegelijk staan mensen uit de stad wel ópen voor meer kennis, ze gaan niet voor niets graag wandelen of fietsen op het platteland. En die onwetendheid werkt twee kanten op, hè. Mensen op het platteland denken soms dat in de stad iedereen veganist is en op een bakfiets zit. Het voelt voor boeren als een groot onrecht dat ze steeds krijgen te horen dat er iets moet veranderen in hun sector, terwijl ze al sinds de jaren 70 de ene verandering na de andere hebben moeten doorvoeren. Die boer is gewoon op zijn erf bezig met voedsel maken, hè, van dag tot dag. En ondertussen zit iedereen ze te vertellen wat ze moeten doen. Het is nooit goed genoeg, en dat slaat ze lam. Daar komen die emotionele en soms agressieve reacties van boeren vandaan. Maar ik vertel de boeren ook steeds: het is echt niet zo dat gewone mensen uit de stad allemaal tegen jullie zijn.’

Je kwam op de dag van je beëdiging op een tractor naar het Binnenhof, terwijl je zelf helemaal geen agrarische achtergrond hebt, je komt uit de journalistiek. En je twee mede-oprichters komen uit de communicatie- en marketingwereld. Is dat niet raar?

‘Nee, want ik vóél me wel een van de boeren.’

Dat doet een beetje denken aan Sunny Bergman die films maakt over de gevolgen van racisme. Ze kan er nog tien films over maken, zelf blijft ze wit.

‘Je bedoelt dat ze eigenlijk zwart zou willen zijn, zoals ik een boer had willen zijn? Haha! Laat ik het zo zeggen: ik ben een boerin zonder boerderij.’

Je spéélt een boerin.

Hard lachend: ‘Ik speel geen boerin, ik werk al zeventien jaar in deze sector. Soms spreekt een sector je gewoon heel erg aan, en het soort mens dat daar werkt. Dat heb ik ook met visserij, ik heb veel met vissers.’

Vis je weleens dan?

‘Ook niet! Maar ik éét het wel, telt dat ook?’

NIEUWE REVU ONTMOET CAROLINE VAN DER PLAS

Wanneer?

Op donderdag 15 juli, van 11.30 uur tot 14.00 uur.

Waar?

Op een terras op het Plein in Den Haag.

Iets genuttigd?

Koffie, Pepsi Max en sigaretten (Caroline), cappuccino en Pepsi Max (Revu), uitsmijter ham-kaas (Caroline), toast met avocado (Revu).

Verder nog iets?

Na het interview moet Van der Plas meteen weg, vanwege haar Kamervragen over de 68 militairen naar het overstroomde rampgebied in Zuid-Limburg. ‘68! Als een paar trekkers naar het Binnenhof rijden, staan er al meer.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Politiek
  • Pro Shots