‘De onverschilligheid is het land in geslopen’
Migratieproblematiek, de woningcrisis, een ondemocratische Europese Unie: de Nederlandse burger wordt steeds onverschilliger, constateert Bart Nijman. 'Problemen in een samenleving zijn van alle tijden, maar ergens tegen het einde van de vorige eeuw zijn we gestopt met het oplossingsgericht adresseren van die problemen.'
In het kielzog van het chagrijn is de onverschilligheid het land in geslopen. Een land dat zich kwaad maakt, geeft tenminste een goeie godverdomme. Maar als de onverschilligheid het overneemt, is het dalende nationale humeur slechts nog een zandloper zonder zand. Ik weet niet of het door corona komt, of door een opeenstapeling van heel veel dingen, maar laten we voor de nuance bij dezen bepalen dat het de combinatie is die ons begint te nekken.
Problemen in een samenleving zijn van alle tijden, maar ergens tegen het einde van de vorige eeuw zijn we gestopt met het oplossingsgericht adresseren van die problemen. Nadat de Nederlander het water keerde, is hij uiterst tevreden over zijn eigen overwinning op de elementen in zijn luie stoel gezakt en heeft de boel, de boel gelaten. Het gestaag dalende onderwijsniveau is het eerste peil waaraan je dat afleest. De nieuwe watersnood is een geestesdood.
Nooit is daarnaast een serieus antwoord geformuleerd hoevéél migranten met een andere cultuur of religieuze achtergrond ons land kan verstouwen. Niemand die tot de in-groep wil blijven behoren, heeft het ooit gewaagd de Europese Unie als entiteit aan serieuze democratische kritiek te onderwerpen (laat staan die Brusselse uitvreters aan bepaalde minimumstandaarden voor volksvertegenwoordiging te houden).
De huizen raakten op, maar investeerders in (lees: opkopers van) socialehuurwoningen werd geen strobreed in de weg gelegd en plotseling bepaalt ‘het klimaat’ dat bijbouwen aan onhaalbare eisen is gebonden. Eerst moet de boerenstand van ’s werelds meest rendabele landbouwland worden gehalveerd.
De vrijesectorprijs blijft door lage (EU-) rentes maar stijgen terwijl buitenlandse arbeid de eigen markt ondermijnt en de steeds langer thuiswonende jonge middenklasse steeds minder van welvaartsgroei profiteert.
Onderwijl begon het Binnenhof al ver voor de fysieke verbouwing aan een amorele herijking, waarbij beeldvorming via voorlichting en doofpotten middels het achterhouden van informatie voor Kamer en publiek de norm werden boven inhoudelijke rekenschap en politiek verantwoordelijk bestuur.
De media sliepen er doorheen, eerst geobsedeerd geraakt door ongewenste, hard kritische tegengeluiden vanaf het – veel wakkerdere – internet en daarna ziekelijk bevlogen door achtereenvolgens clickbait, lifestylekeuzes en corporate schaalvergroting om op datzelfde internet niet één, maar alle graantjes mee te pikken van het stuurbare surfgedrag van de grote grijze massa. In die ontwikkeling hebben ze zichzelf dermate dom geslagen, dat ze de samenleving enkel nog langs lijnen van complotdenkers versus wetenschap, racisme versus activisme en huidskleur en gender versus inhoud en ideeën beoordelen.
Toen kwam de pandemie en zie: in versnellende tred neemt de onverschilligheid van het ieder-voor-zich-denken de natie over. De burger lijkt het op te geven. Irritatie is van alle tijden, maar een samenleving die zich niet meer kwaad maakt als collectief, is ten dode opgeschreven.
- ANP