Voormalig GTST-actrice Dilan Yurdakul: 'Dansen en zuipen, een fijne uitlaatklep'

Dilan Yurdakul (30) is de politieagente die ze in Goede Tijden, Slechte Tijden speelde allang ontstegen. Ze is theatermaakster, schrijft scenario’s en vertolkt de hoofdrol in een Videoland-serie die ze zelf heeft geschreven: Bonnie & Clyde. ‘Welke triggers kunnen ervoor zorgen dat iemand ontspoort en vlucht in de liefde? Zo had ik ook kunnen zijn als ik een paar afslagen had gemist.’

Dilan Yurdakul

Daar zit ze dan, de Bonnie van de Lage Landen. Hoe voelt dat?
‘Heel dubbel. Ik heb de serie over de Nederlandse Bonnie en Clyde ooit bedacht, heb meegewerkt aan het hele proces en mocht de rol van Bonnie uiteindelijk spelen. Maar ik voel me niet per se Bonnie, zeg maar.’

Hoe kwam je op het idee om een serie te maken over het gangsterduo Antonio van der P. en Enise B., beter bekend als de Nederlandse Bonnie en Clyde?
‘Vanuit de media krijgen we vaak een eenzijdig beeld van bepaalde gebeurtenissen. Ik was benieuwd naar de achtergrond van dit verhaal. Wat dreef Antonio en Enise? Dat heb ik uitgediept aan de hand van de weinige feiten die ik had en die heb ik verweven met mijn eigen fantasie. In het begin heb ik het opgezet als een echte actieserie, veel schieten en geweld, lekker makkelijk. Dat verschoof steeds meer naar de inhoudelijke kant, omdat ik veel las over vrouwelijk perspectief en wat onderdrukking met een vrouw kan doen. Enise had een moeizame relatie met haar familie en werd op haar vijftiende al uit huis geplaatst. Dat fascineerde me, want dat wordt in de Turkse gemeenschap niet zo snel gedaan. Wat doet dat met je? Welke triggers kunnen ervoor zorgen dat iemand ontspoort en vlucht in de liefde? Ik vind dat interessante thema’s omdat ik denk: dit had ik ook kunnen zijn als ik een paar afslagen had gemist.’

Jouw ouders waren niet traditioneel Turks, maar juist liberaal: ongetrouwd, niet naar de moskee, geen hoofddoek. Wat herken je in het verhaal van Enise?
‘Als vrouw in Nederland met een Turkse of andere culturele achtergrond die verschilt van de westerse cultuur heb je altijd te maken met defecten. Je leeft als het ware in twee werelden, waardoor een soort gespletenheid ervoor kan zorgen dat je totaal ontspoort. Dat komt doordat thuis en buiten zo verschillend zijn. Ik heb dat zelf in het klein meegemaakt. Een voorbeeld: mijn moeder vindt het ontzettend eng dat ik deze serie maak. Er zit veel geweld in, veel seks. Dat vindt zij niet per se prettig, sterker nog: ze is heel bang wat haar omgeving daarvan gaat vinden.’

Ben je bang dat mensen uit de Turkse gemeenschap kwaad op je zullen worden?
‘Nee, want we bekritiseren de Turkse cultuur niet. Ons doel met de serie is om te achterhalen waarom Enise is ontspoord. In mijn werk probeer ik altijd de andere kant te laten zien. Waarom doen mensen wat ze doen? Hoe haalt het verleden ze in? Wat zou ik in zo’n situatie doen? Dat zie je terug in de theatervoorstellingen die ik heb gemaakt, maar ook in het boek waar ik op dit moment aan werk. Het is nooit alleen maar ergens kritiek op leveren. Ik vind het ook lastig als mensen dat wel doen, want wat bereik je ermee? Ik kan wel de hele tijd boos zijn op mijn ouders, op hoe zij hebben geleefd en mij hebben opgevoed. Maar daar zat ook weer van alles achter. Je kunt mensen nooit beoordelen op alleen de oppervlakkige buitenkant.’

Vind je het makkelijk als iemand alleen maar kritiek heeft op een bepaalde cultuur of achtergrond, zoals Lale Gül in haar boek Ik ga leven?
‘Niet makkelijk, want je moet wel lef hebben om zo’n boek uit te brengen. Maar het is niet hoe ik werk. Ik wil blootleggen en onderzoeken, zodat mensen hopelijk een inzicht krijgen als ze hebben gelezen of gezien wat ik heb gemaakt. Bijvoorbeeld omdat ze snappen waarom ze ergens last van hebben of hoe het komt dat ze zo worstelen met hun achtergrond.’

Heb je contact opgenomen met de echte Antonio en Enise?
‘Nee. Ik vond het belangrijk dat het verhaal geïnspireerd is op iets waargebeurds: twee mensen die ergens vandaan komen waar het niet goed is, superverliefd zijn en in elkaar vluchten. Maar daarna wordt het mijn verhaal. Misschien hebben mensen daar commentaar op: ja, maar in het echt deden ze dit of dat. Maar dat is het deel dat ik zelf heb ingevuld. Die ruimte mag je als maker nemen, vind ik.’

Er klinkt geregeld kritiek dat series als Mocro Maffia geweld verheerlijken. Wat vind jij daarvan?
‘Wij hebben de hoofdpersonen minder heftige misdaden laten uitvoeren dan ze in het echt hebben gedaan, dus dat valt in ons geval wel mee. Ik vind series en films waarin geweld centraal staat ook niet zo boeiend. Het gaat mij om de psychologie die achter de ontsporing schuilgaat. Dat zie je mooi in bijvoorbeeld Big Little Lies of Gegen die Wand.’

In een eerder interview zei je dat het voor jou lastiger is om aan werk te komen omdat je het label Turks hebt. Heeft de Black Lives Matter-beweging daar in positieve zin verandering in gebracht?
‘Er wordt soms bewuster en zelfs bijna geforceerd stilgestaan bij meer kleur in series en films. Dat zie ik bijvoorbeeld aan de auditieoproepen die ik krijg. Daar zitten rollen bij die eerder nooit mijn kant op waren gekomen. Ook aan de makerskant worden mensen naar voren geschoven die eerder nooit die kans zouden hebben gekregen, maar tegelijk denk ik: we zijn er nog lang niet. Dat komt door het hele proces dat ik heb meegemaakt bij het maken van Bonnie & Clyde. Ik wilde heel erg de Turkse kant opgaan, maar hoe leg ik mijn perceptie uit aan de witte wereld? Het is mijn achtergrond, maar ik ben de enige met die achtergrond. Naar wie wordt dan geluisterd? Dat vond ik moeilijk.’

Je hebt deze serie niet alleen bedacht, je bent ook medeschrijver en showrunner. Was het fijn om de touwtjes op zoveel vlakken zelf in handen te hebben?
‘Het was de eerste keer dat ik dit deed, dus ik zou liegen als ik zou zeggen dat het makkelijk was. Er is in vergelijking met theater veel geld bij betrokken, er zijn zoveel mensen die zich ermee bemoeien. Tussen het moment dat ik mijn idee opstuurde naar RTL en de release op Videoland zit drie jaar. Daartussen was het heel veel praten, vergaderen en compromissen sluiten. Voor mij was dat nieuw, want bij mijn theaterproducties ben ik gewend om altijd zelf het laatste woord te hebben.’

Kun je dat, compromissen sluiten?
‘Ik heb het moeten leren, maar het is niet iets wat ik zomaar doe. Als het echt nodig is omdat kijkers de serie beter kunnen volgen of het behapbaarder is, dan wil ik erover nadenken. Maar ik sluit geen compromissen omdat ik per se een serie wil maken. Het moet de beste versie worden van wat ik in mijn hoofd heb.’

De wereld waarin je werkt is er eentje van omhoog likken en veel vleierij. Hoe verhoudt zich dat met jouw eigengereide gedrag?
‘Dat is ingewikkeld. Mensen willen graag geaaid worden en het is niet dat ik het liefst steek, maar ik ben ook niet de pleaser die door iedereen wordt gewaardeerd. Dat ga ik ook nooit worden, anders was dat al gebeurd.’

Veel acteurs zitten in een grachtengordelkliekje...
(Onderbreekt) ‘Ja, vertel mij wat. Het is ons kent ons. Ik heb niet zo’n clubje.’

Is het acteursleven makkelijker als je wel in zo’n bubbel zit?
‘Ja, dat denk ik wel. Veiliger. Soepeler.’

Heb je nooit gedacht: ik ga me daar wat meer in mengen?
‘Alleen al van deze vraag krijg ik het benauwd. Misschien heb ik ooit weleens gedacht: ik ga ook proberen om zo’n kliekje te krijgen. Maar uiteindelijk heb ik dat er niet voor over.’

Ben je ondanks de compromissen blij met het eindresultaat van Bonnie & Clyde? ‘Zeker, als eerste productie ben ik er wel trots op.’

En als het je tiende productie was geweest?

‘Dan had ik ’m anders ingezet. Ik hou van in your face, van heftigheid. Dat zit er hier en daar nog wel in, maar heel erg ingeperkt. Ik denk dat het makkelijker wordt om te maken wat ik wil als ik meer producties op mijn naam heb staan. Nu was het toch een beetje: heb je haar uit die soap, die gaat even een serie maken.’

Keken mensen op je neer vanwege je achtergrond?

‘Tuurlijk. Als ze je niet kennen en zien dat je in Goede Tijden, Slechte Tijden hebt gespeeld, dan denken ze: het zal wel. In de beginfase moest ik mede-scenaristen gaan zoeken die met mij wilden werken aan het script van de serie. Ik kreeg van genoeg mensen geen antwoord terug.

Heb je je daar druk over gemaakt?

‘Dat is niet nieuw voor me. Ik heb dat ook al meegemaakt toen ik in de theaterwereld begon. Je bent een nieuwkomer, dus je moet je maar bewijzen. En terecht.’

Hoe komt iemand die bij jongerentheater RAST speelde en als grootste wens had om naar de Toneelschool te gaan überhaupt terecht in de wereld van zeepsop?
‘Ik stond ingeschreven bij een castingbureau en ze zochten Turken.’ (Lacht) ‘Dat is het verhaal.’

Ben je niet veel te slim voor een soapserie?

‘Dat werd in de tijd dat ik Aysen speelde veel gezegd door de mensen die ik in die tijd om me heen had, maar ik geloof niet zo in te slim of te dom. Ik denk dat je alles voor jezelf kunt laten werken als je weet waaróm je iets doet. Toen ik begon in GTST had ik geen camera-ervaring, dus mijn doel was: kilometers maken. Die zeven jaar ervaring ontneemt niemand me.’

Zag je het ook als een makkelijke manier om een voet tussen de deur te krijgen in de wereld van de not so rich en famous in het Nederlandse acteerlandschap?
‘Veel mensen denken dat soap een handig opstapje is, maar tegelijk zadelt het je op met een label. Het is het eeuwenoude gegeven dat een verhaal altijd twee kanten heeft. Dat is niks nieuws.’

Je krijgt geen zak betaald toch als je in een soap speelt?
‘In het begin verdiende ik heel weinig, het minimumloon. Later werd dat iets meer. Maar voor het geld moet je het niet doen. Ik vind het belangrijk om te kunnen leven, niet om heel rijk te zijn.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Misschien ook voor jou:
Voormalig GTST-actrice Dilan Yurdakul over burn-out: 'Ik zat lang in een situatie waarin ik constant moest vechten' 
Interview
  • Jaap Strijker