Je bent al sinds 1995 zo’n beetje elke dag op tv. Hoe ga je om met die bekendheid?
‘Bekend zijn is nu veel relaxter dan vroeger. In het begin van mijn tijd bij GTST, midden jaren 90, had je nog niet zoveel zenders en series als nu en dus ook nog niet zoveel BN’ers. Als je in die tijd beroemd was, was je meteen heel beroemd. Dat was een gekke periode. Er lagen fotografen met telelenzen voor mijn deur en ik werd weleens gewaarschuwd dat ik die avond vooral níet mijn vuilniszakken bij de weg moest zetten. Die werden namelijk soms meegenomen door paparazzi om te kijken of er iets bruikbaars tussen zat voor een verhaal, zoals bankafschriften, bekeuringen, of wat dan ook. Ik heb ook weleens zes man security bij me gehad omdat anders de kleren van mijn lijf werden getrokken. Of dan kwam ik bij mijn auto en dan zat die helemaal onder de lippenstift. Ik had me daar niet op kunnen voorbereiden toen ik met GTST begon, ik had geen idee hoe het zou zijn om bekend te worden. Er zijn wel periodes geweest dat ik echt werd geleefd en voor je gevoel verandert alles wat je aanraakt in goud. Het barstte van de sponsoren; daar hoefde je niet om te vragen, maar ze kwamen met bosjes op je af. Ik had er op een gegeven moment twintig: voor scooters, auto’s, kleding, horloges, reisjes, autoracen. Dat racen is peperduur, maar heb ik een aantal jaar kunnen doen, allemaal gesponsord. Nu heb je op elke hoek van de straat een BN’er; de mensen vinden dat niet meer zo heel interessant.’
Toch zorg je er handig voor dat je leuke deals sluit. Op Instagram zien we je reclame maken voor bakfietsen, stappentellers, weekendjes weg in villatenten en noem maar op.
‘Voor villatent.nl ben ik ambassadeur, net als voor de Hartstichting en EARTH Water. Die laatste firma verkoopt water, koffie, thee, chocola en dat soort dingen; van de netto-opbrengst rammen ze waterpompen in de grond in arme landen. Ik ben in Kameroen geweest om te zien hoe ze dat doen. Wat de villatenten betreft: ik vind het heerlijk om af en toe een huisje te huren of een hotelletje te boeken, maar daar is voor kinderen niks aan. Echt in een tent zitten kan leuk zijn, maar niet met drie kinderen waarvan twee heel jong. Een villatent is echt de oplossing. Het is een volledig ingerichte, luxe tent met faciliteiten als keuken en sanitair. Ideaal voor jonge gezinnen zoals wij. Dit soort samenwerkingen met bedrijven ga ik graag aan. Sommige mensen begrijpen dat niet, maar het is gewoon werk voor mij, ik doe er echt moeite voor om een product of dienst wat extra bekendheid te geven.’
Je noemde net de Hartstichting. Dat ambassadeurschap ligt voor de hand, gezien de achtergrond van je familie.
‘Ja, dat is een logisch ambassadeurschap. Mijn vader, biologische moeder en broer zijn overleden; allemaal gezeik met het hart.’
Je vijf jaar oudere broer Sandor overleed achttien jaar geleden heel plotseling aan een hartstilstand. Wat weet je nog van dat drama?
‘Ik zat in Los Angeles toen het gebeurde. Hij was gaan zwemmen, maar hij had al heel lang niks meer aan sport gedaan. Hij stapte met zijn gezin in de auto, zijn vrouw naast hem en zijn kinderen op de achterbank. Hij reed naar huis, parkeerde zijn auto voor de deur en kreeg een droge mond. Hij begon met zijn tong te draaien en ze hebben de ambulance gebeld. Maar toen die arriveerde, was het al te laat. Hij is heel snel overleden.’
Ik denk nog steeds honderd keer per dag aan mijn vader. Gister dacht ik nog: godverdomme, ik mis je zo’
Wat weet je nog van hem?
‘Hij was heel beschermend naar mij toe, ongelooflijk lief, we hebben nooit onenigheid gehad. Echt mijn grote broer. We hadden een heel goede band. We zagen elkaar in sommige perioden niet heel vaak, maar het ging bij ons ook niet om kwantiteit, meer om kwaliteit. Hij was echt een gezinsmens en ongekend lief voor zijn kinderen, echt niet normaal. Zijn kinderen, mijn neefjes dus, waren nog maar heel jong toen ze hun vader verloren. Ze zijn nu in de twintig en weten er niet zoveel meer van.’
Het moet een vreselijke impact hebben gehad op jullie levens, zo’n gezinsdrama. Heeft je broers vrouw zich kunnen herpakken?
‘Dat heeft een tijdje geduurd, maar ze heeft zich op kunnen richten en is hertrouwd. Ze moest ook wel door, want ze had twee jonge kinderen en stond er plotseling alleen voor.’
De hartklachten in je familie zijn erfelijk; ben je weleens bang voor je eigen hart? ‘Ik laat me regelmatig checken en het ziet er op zich wel goed uit; sommige waarden zijn licht verhoogd, zoals mijn bloeddruk. Daar heb ik iets voor. Ik moet het gewoon in de gaten houden. Niet gaan roken sowieso.’
En veel sporten? Of juist niet?
‘Vroeger heb ik heel veel gesport, in Los Angeles ben ik drie jaar lang personal trainer geweest. Toen mijn broer overleed, ben ik zo geschrokken dat ik zeven jaar niet heb durven sporten. Bij hem ging het mis na het sporten. Ik was daar toen wel bang voor geworden, ja. Ik ben opgeleid in de gym Venice Beach – dat is die sportschool van Arnold Schwarzenegger – tussen de hard-core-bodybuilders. Ik was zelf niet zoals zij, want ik had geen zin om al die rommel te slikken, maar ik trainde wel met ze. Ik heb 25 jaar gevoetbald, op honkbal gezeten, veel gebasketbald, zes jaar gekart en commandotraining gehad in diensttijd. Bij alles wat ik deed, verlegde ik mijn grenzen. Ik ga heel makkelijk over mijn eigen grenzen heen. Ik dwong mezelf daartoe, ik ging net zo lang door totdat ik niet meer kon. Dat zit nog steeds in mijn systeem. Dus als ik alleen train in de sportschool, kan ik niet zo goed mijn grenzen bepalen. Ik ga gauw te ver. Ik moet dus met iemand trainen die me afremt. Het is een paar keer misgegaan in de sportschool, ik trainde te hard. Elke druppel energie die ik in mijn lijf had, perste ik eruit, maar na afloop kwam mijn hartslag niet meer terug in het rustige ritme. Met het drama van mijn broer in het achterhoofd was dat natuurlijk vreselijk eng om mee te maken. Jarenlang heb ik niet gesport, totdat ik een trainer vond die ik vertrouw.’
Toen je net opsomde wie er was overleden aan hartklachten, noemde je expliciet je biologische moeder. Waarom omschrijf je haar zo?
‘De vrouw die mij op de wereld heeft gezet, mijn biologische moeder dus, daar had ik geen contact meer mee. Ze is een paar jaar geleden overleden. Margriet beschouw ik als mijn moeder, zij heeft me vanaf mijn veertiende samen met mijn vader opgevoed. Zij leeft nog en gaat heel oud worden, ze is een sterke vrouw.’
Hoe voelt het om als enige uit het oorspronkelijke gezin nog over te zijn?
‘Dat is weleens moeilijk. Ik kan op niemand leunen, behalve op Margriet; ik ben degene op wie geleund gaat worden. Maar daar was ik mentaal wel klaar voor, hoor. Ik denk trouwens nog wel steeds honderd keer per dag aan mijn vader. Gister had ik bijvoorbeeld nog een momentje van: godverdomme, ik mis je zo. Het zinnetje van Stef Bos: “Papa, ik lijk steeds meer op jou” is zó van toepassing op mij... Mijn handelingen, mijn humor, mijn keuzes. Ik maak heel vaak keuzes die ik van hem heb geleerd, hij was gewoon echt mijn dirigent. Zowel zakelijk als privé denk ik bij iedere beslissing na over wat hij zou doen of adviseren. Hij heeft ooit iets heel moois tegen me gezegd: “Jij bent mijn reïncarnatie.” Hij wilde al het goede op mij overbrengen, maar hij wilde wel dat ik het beter zou doen dan hij. Daar ben ik vandaag de dag wel constant mee bezig. Soms denk ik bij iets: zo zou hij het hebben gedaan, maar dit kan nog wel iets beter. Mijn vader was te goed, hij liet soms wel een beetje over zich heen lopen, vind ik. Dat probeer ik te voorkomen bij mezelf.’
Lukt dat? Of overkomt jou dat ook?
‘Dat gebeurt weleens, maar ik ben me er dan wel bewust van. Ik heb ook niet altijd zin om een strijd aan te gaan, ik kan zoiets hebben van: jij wordt er gelukkig van, ik ligt er niet wakker van, klaar. Maar als ik ergens last van ga krijgen, dan ga ik er hard tegenin. Ik ben daar een stuk harder in geworden. Voor mijn bedrijf shoutout.vip heb ik soms met grote partijen te maken, dan kan ik echt niet over me heen laten lopen.’
Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het op Blendle.
- Andries Jelle de Jong, ANP