Waarom het coronabeleid niet deugt 

De covid-misère houdt al bijna twee jaar aan en in de bestrijding ervan zijn we nog weinig opgeschoten, betoogt Bart Nijman. In dit kerst-essay trekt onze columnist fel van leer tegen de in zijn ogen falende beleidsmakers. ‘Het politieke gezag is ondermijnd en dat heeft het gezag in de eerste plaats aan zichzelf te danken.’

coronabeleid

Mondkapjes werken niet, zei Jaap van Dissel van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aan het begin van de pandemie, om te verhullen dat de Nederlandse Rijksoverheid niet voldoende beschermingsmiddelen op voorraad had om de Nederlandse bevolking tegen de verspreiding van het nieuwe coronavirus covid-19 te beschermen. Sindsdien is de discussie over de zin of onzin van mondmaskers in drukke ruimtes nooit meer gaan liggen.

Het was de eerste leugen in een fundament van onwaarheden onder het coronabeleid van Mark Rutte en Hugo de Jonge, waar ze een Jenga-toren op hebben gebouwd die al twee jaar wankelt, maar weigert volledig in te storten. Een beetje zoals de zorg wankelt, zonder echt ineen te zijgen en de collectieve mentale gezondheid knettert, zonder volledige kortsluiting te maken. Of de economie zwabbert, zonder in te storten.

Maar twee jaar nadat de eerste besmettingen via carnavalspolonaises of tijdens après-ski-feestjes werden doorgegeven, is het einde van de pandemie nog altijd niet in zicht – en het begin van een heldere, geloofwaardige strategie evenmin. De eerste keer dat de premier vanuit het Torentje onze huiskamers binnenkwam, legde ook hij een leugen in het fundament van zijn coronabeleid. Groepsimmuniteit, daar zouden ze op sturen. Het woord joeg zoveel schrik aan bij de bevolking, dat Rutte op slag geen actieve herinnering meer had dat hij de term ooit gebruikt had. Glashard werd het ontkend en ook die onwaarachtige communicatieblunder achtervolgt Nederland tot op de dag van vandaag. Sturen we op zorgcapaciteit, of op virusindamming? Op groepsimmuniteit, of op het terugdringen van het virus via vaccinaties? Op leren leven met het virus, of op ‘zero covid’?

Onoprecht en reactief beleid

We weten het na twee jaar nog steeds niet precies, want we zitten behalve met een naargeestig virus (dat steeds van gedaante wisselt en ongrijpbaar is in zijn wisselende gezondheidseffecten op verschillende mensen) ook al twee jaar opgescheept met onoprecht en reactief beleid van monkelende ministers die zich verschuilen achter adviezen van experts als hun besluiten verkeerd uitpakken, of andere besluiten nemen dan experts hen adviseren wanneer dat politiek meer opportuun is.

Voor het tweede jaar op rij beleven we een donkere, ongezellige kerstmis met een kerstboom aan maatregelen en een stal vol zieken die blij mogen zijn dat ze überhaupt onderdak konden vinden in een land van volbezette ic’s. De drie wijzen lijken er wel driehonderd geworden, die niet meer met hun handen aan de kribbe staan, maar wel dagelijks te zien, te lezen en te horen zijn in alle denkbare talkshows, kranten, tijdschriften, radioprogramma’s en podcasts.

In die mediastorm steken Ab Osterhaus, Diederik Gommers, Marion Koopmans, Ernst Kuipers en al die andere virologen, artsen, politici en zorgmanagers verhalen af die elkaar tegenspreken, waarmee ze elkanders geloofwaardigheid nog verder ondermijnen voor een groot publiek dat toch al in doorlopende onzekerheid leeft. Het helpt daarbij niet dat Diederik Gommers zich tot een soort ideale schoonvader des vaderlands trachtte te ontpoppen, die zich ontfermde over dolende zangeresjes en influencers met het IQ van een diepgevroren visstick, of dat OMT-viroloog Marion Koopmans een modieuze confectie-mening over populistische partijen begon te ventileren (terwijl haar dubbele agenda ten aanzien van China en de WHO een argwaan wekte die ze zich in haar positie niet kan veroorloven). Of dat Ernst Kuipers plots niet alleen professioneel verstand bleek te hebben van acute zorg, maar zich ook als deskundige op het gebied van klimaatproblematiek ontpopte. Het voedt de gepolitiseerde polarisatie van de pandemie: medische wetenschappers die van hun leest afbuigen om zich in grote woorden en weidse gebaren over andere maatschappelijke kwesties te ontfermen, verliezen de geloofwaardigheid van hun expert-functie. Corona is net zo goed een politieke als een medische pandemie.

Het is ook een mediaziekte, zoals zichtbaar gemaakt door wat een snelle opkomst onder de felle lampen van de vergankelijke mediaroem doet met ongetwijfeld zeer bekwame, maar bij het grote publiek volstrekt onbekende artsen en wetenschappers. Onder die witte jassen schuilt net iets te veel ijdelheid en de gemiddelde kijker voelt dan feilloos aan: Dokter Diederik wil iets té graag op tv. Om over de gebloemschoende minister van Medische Zorg nog maar te zwijgen: Nederland heeft in de afgelopen twee jaar meer foto’s van Hugo de Jonge gezien dan we zelf nieuwe herinneringen met familie, vrienden of op vakantie hebben kunnen vastleggen. Mark Rutte, daarentegen, is juist tot een slechte herinnering vervaagd. Hoewel hij nog steeds premier van dit land schijnt te zijn, valt hij vooral op door zijn afwezigheid in de pers.

'Onze overheid heeft sinds de eerste, matig geslaagde lockdown nog geen moment proactief gehandeld'

Een beetje radeloos

Dit alles heeft met virusbestrijding weinig te maken, maar als je een beschouwing wilt maken over het coronabeleid, zoals we hier trachten te doen, is dit het uitzicht na twee jaar in het ‘nieuwe normaal’. Onze overheid heeft sinds de eerste, matig geslaagde lockdown nog geen moment proactief gehandeld. Alles is reactief, sturend op beeldvorming. Via Binnenhofbronnen lees ik al twee jaar regelmatig mee met wel drie, vier keer per dag door ambtenaren opgestelde mediamonitors van enkele pagina’s, waarin de koppen van grote media worden verzameld met een beschrijving van de teneur van de artikelen en waarin de stemming op sociale media wordt gepeild aan de hand van veel gedeelde Facebookberichten, de opvattingen van populaire twitteraars en de dagelijkse trending topics. Die monitors komen bij ministers op hun bureau terecht en die reageren daarop met beleid dat reactief en na twee jaar vooral een beetje radeloos is geworden – en nauwelijks nog te volgen voor de gemiddelde burger die zich goed wil informeren.

Burgers, die door de tsunami aan informatie die je vanaf het internet kan overspoelen sowieso verdrinken in feiten, meningen, filmpjes met angstaanjagende beelden, hooggeplaatste personen die ieder medisch probleem bagatelliseren of platweg ontkennen en medisch-wetenschappelijke onderzoeken die bijna niemand begrijpt of in de juiste context kan zetten – journalisten incluis. In het vacuüm tussen onzeker en onwaarachtig leiderschap en de ongefilterde maalstroom aan informatie, desinformatie, propaganda en gepolitiseerde retoriek hebben complotdenkers en rattenvangers hun kans gezien om hun eigen aanhang te laten groeien, niet zelden rechtstreeks gekoppeld aan een lucratief verdienmodel.

Lange Frans deed het even, Robert Jensen maakte als podcaster zijn rentree in opinieland, Willem Engel danst soepel tussen opruiende retoriek en huichelpraatjes over ‘liefde’, nieuwe platforms zoals Blckbx van Flavio Pasquino beschikken ineens over schitterende studio’s en uitgebreide mogelijkheden om verslag te doen, met live-commentaar van demonstraties en rechtszaken. En Thierry Baudet, die aan het begin van de pandemie nog luidkeels om een korte, maar zeer strikte lockdown riep, trekt inmiddels een directe lijn van de aanslagen op 11 september naar de ‘plandemie’ van het World Economic Forum rond een virus dat niet echt zou bestaan. Zijn partijgenoten roepen over tribunalen en landverraad en schuwen zelfs het onderwerp ‘satanisch kindermisbruik door internationale elites’ niet – het komt inmiddels allemaal in de Tweede Kamer voorbij.

Giftige vaccins

Wie heeft mede daardoor in de afgelopen jaren niet meegemaakt binnen vriendengroep of familieleden dat mensen die vóór corona al een beetje op de grens van geestelijke stabiliteit verkeerden, ineens linkjes doorsturen naar websites of video’s met theorieën over internationale Big Pharma-complotten, giftige vaccins of een nieuwe wereldorde waarin burgers door nanochips met 5G worden aangestuurd? Hoewel – misschien niet overdrijven: veel vaker zijn het artikelen of compilatievideo’s die juist níét helemaal van de pot gerukt zijn, omdat ze uit bestaande feiten zijn opgebouwd, maar waarin rationele aannames uiteindelijk wel te lichtzinnig in zware (en meestal onware) conclusies worden omgezet.

Het is niet raar dat mensen beginnen te twijfelen wat ze nog moeten geloven, als het officiële narratief keer op keer wordt aangepast, bijgestuurd of simpelweg niet waar blijkt te zijn. Zoals de beweringen van Hugo de Jonge, die meer dan een jaar lang herhaaldelijk aan de Kamer en de pers heeft bezworen dat er nooit een vaccinatiedrang of -dwang zou komen, waarna het – inmiddels demissionaire – kabinet plotseling toch met een coronapas en QR-codes kwam. Of de manier waarop de vaccins als een absolute verlossing werden gepresenteerd, waarbij elke kritische – en zeker niet onterechte – vraag of een medicinale cocktail die zó snel was bereid wel veilig genoeg is om wereldwijd toe te dienen, verdacht werd gemaakt (en alternatieve discussies niet zelden door de platforms van Big Tech werden gecensureerd).

Nadat gebleken is dat de vaccins weliswaar goed werken, maar dat het effect na verloop van tijd afneemt, hadden de beleidsmakers ook daarover moeite om eerlijk en transparant te zijn, zodat ook dat onderwerp makkelijk gekaapt kon worden door mensen die op voorhand al het onwrikbare standpunt hadden ingenomen dat de vaccins niet werken, gevaarlijke bijwerkingen hebben en mogelijk zelfs andere doelen dienen dan volksgezondheid. Want eerst waren er geen boosters nodig en nu moeten we toch ieder jaar, of misschien wel vaker, een ‘oppepprik’ gaan halen – waarbij óók al die brave dubbelprikkers straks de privileges verliezen die ze met hun QRcodes hebben verworven. Goed leiderschap zou geen moeite hoeven hebben om daar eerlijk en transparant over te zijn. Ons leiderschap strooit met kruimels van een koek die smaakt naar vertwijfeling.

QR-codes en het 3G-beleid (dubbel gevaccineerd, een herstelbewijs of een negatieve test) waarvoor ze worden ingezet, zijn bovendien een strategie van schijnveiligheid gebleken. Echter, nadat duidelijk werd dat de vaccins wel de kans op ernstige ziekte en ziekenhuisopname drastisch verminderen, maar niet kunnen voorkomen dat je alsnog besmet kunt raken (en dus anderen kunt besmetten), is ook daar niet stellig genoeg naar gehandeld. Iedereen die twee prikken heeft gehad en op basis daarvan een QRcode aanmaakte in z’n overheids-app, leefde het vrije leven in de veronderstelling dat ze geen enkel gevaar meer vormen voor zichzelf en hun medemens. Dat is dus niet zo – maar geen Mark Rutte of Hugo de Jonge die we dat hebben horen erkennen. Hun antwoord was om het 3G-beleid te vernauwen naar een 2G-variant: alleen nog toegang met dubbele prik of een herstelbewijs. Terwijl de derde G, een negatieve test, theoretisch gezien juist de veiligste optie is. Ook dreigen QR-codes te worden uitgebreid naar de werkvloer en het onderwijs, waarmee het recht op privacy nog meer geweld wordt aangedaan. Besmet – dus schuldig – tot het tegendeel bewezen is: het perkament van onze grondwet kraakt. Als dit nog verder escaleert, worden we alsnog naar vaccinatiedwang gedreven, met mogelijk forse boetes voor weigeraars.

In Nederland is op moment van schrijven ongeveer 85 procent van de volwassen bevolking volledig gevaccineerd. Een kleine minderheid kan of wil niet en heeft een scala aan andere argumenten en overtuigingen om geen vaccin te halen. Tegen dat deel van de bevolking, dat voor een klein deel uit een lawaaierige, in complotten denkende en ‘dictatuur!’ roepende minderheid bestaat en voor een veel groter deel uit (niet-westerse) religieuze bevolkingsgroepen, is Hugo de Jonge bijna hoogstpersoonlijk een hetze begonnen – terwijl je van een overheid in een democratisch land mag verwachten dat het voldoende beseft dat het afzonderen, apart benoemen en negatief stigmatiseren van een specifieke minderheid een uiterst onwenselijke, om niet te zeggen gevaarlijke politieke strategie is.

Schijnveilige wereld

Zo zijn we op het punt aanbeland dat dubbelgevaccineerde QR-dragers zichzelf vrijelijk bewegen door de schaduwen van een schijnveilige wereld van coronatoegangsbewijzen, terwijl hun vaccinbescherming afneemt en ook zij langzaamaan gewoon weer gebroederlijk naast hun ongevaccineerde medemens op een intensive care kunnen eindigen waar het personeel overwerkt, uitgeput of gewoonweg weggelopen is omdat er ook na twee jaar corona nog steeds onvoldoende investeringen in (acute) zorgcapaciteit zijn gedaan. Het aantal ic’s is niet vergroot, er is te weinig extra personeel aangeworven en opgeleid en al het geld gaat in niet-werkende QR-systemen en vijfduizend extra boa’s die dat moeten handhaven, of naar steunfondsen met steeds weer nieuwe afkortingen om MKB’ers te helpen die golf na golf geraakt worden door lockdownregels die – mede dankzij een actieve lobby van belangengroepen in verschillende economische sectoren – bij elkaar gepolderd worden tot het zompige moeras waar de geloofwaardigheid van het coronabeleid diep in is weggezakt.

Voor de bühne van de Kamerdebatten wordt een uurtje van de avondklok af geluld of een uurtje langere horeca-opening bijgebabbeld, maar van regeren met vooruitziende blik is geen enkele sprake. Inmiddels spreken zelfs de leden van het Outbreak Management Team openlijk, via de media, de premier en de minister van Medische Zorg tegen op bepaalde beleidskeuzes en beslissingen, maar niemand van deze experts of politici nomineert ooit zichzelf voor vervanging. Het ligt ook in hun eigen kringen altijd aan de ander. Ondertussen ontberen we inzet op (mentale en fysieke) gezondheid, langdurige preventie of betere specifieke zorg, laat staan dat het zorgpersoneel meer krijgt dan een applausje: de coalitiepartijen renden letterlijk de Kamer uit toen ze een stemming over loonsverhogingen in de zorg dreigden te verliezen. Beschamende beelden.

Zo kon het gebeuren dat we nu aan de vooravond staan van massale vaccinatie van jonge kinderen (hetgeen nog op grote weerstand zal stuiten) terwijl de dreiging van rellen de grauwe luchten zwaarder maakt. Burgers zijn het beu, het geduld is op en er wordt onvoldoende uitzicht geboden. Overal om je heen heb je de afgelopen jaren mensen een versterkte projectie van zichzelf zien worden. Bij de een uit zich dat in angst voor het virus en een bijna slaafse gehoorzaamheid aan de regels – hoe onlogisch of onbegrijpelijk ze soms ook zijn – terwijl de ander ‘eigen onderzoek’ doet en daar verbeten of verzuurd van is geraakt. Maar ook voor het brede midden van de maatschappij geldt dat je tegen jezelf liegt als je nu nog steeds probeert vol te houden dat twee jaar leven met een handrem op de luchtigheid en ontspanning die de dagelijkse sleur leefbaar maken (uitgaan, sporten, cultuur) je niet geraakt hebben, vermoeid hebben, of stress en zorgen hebben gegeven.

De samenleving staat al twee jaar stil, maar wordt tegelijkertijd kunstmatig voortgedreven, zo niet opgejaagd, in een gefrustreerde race om ‘het virus te verslaan’. De mentale schade daarvan zal nog jaren resoneren. Denk alleen maar aan de schoolkinderen die door thuisonderwijs, schoolsluiting of onderbroken lesweken (na een kuchje of een positieve test) een leerachterstand hebben opgelopen – iets dat je ongetwijfeld terug gaat zien in een grotere kloof tussen maatschappelijke status en cito-scores, want kinderen in hogere sociale klassen lopen achterstanden sneller in dan minder ontwikkelde jeugd, waardoor op langere termijn de tegenstellingen tussen arm en rijk weleens zouden kunnen groeien.

En dan zijn er de kinderen (en volwassenen) die tijdens de lockdowns in mentale nood hebben geleefd, vanwege eigen aandoeningen of anderen in hun omgeving, of die in fysiek gevaar zijn geraakt of geweest. Ook die effecten zullen naijlen, zeker als je ze combineert met de vele duizenden, misschien wel honderdduizenden, die in duizelingwekkend tempo zijn meegezogen in de verkeerde algoritmes van nepnieuws, complotten, desinformatie en schijnvoorlichting.

Het is te makkelijk om de vinger naar de afwegingen of dwalingen van individuele burgers te wijzen, of ongevaccineerde landgenoten tot boosdoeners van de almaar verlengende pandemie te bestempelen. Je moet omhoog kijken, naar de (politieke, medische en wetenschappelijke) top van de pandemie-piramide. Bovenin dat organogram zitten de verantwoordelijken voor het beleid, de uitvoering en de oplossing. En ook dat zijn soms net mensen. Mensen die verkeerde besluiten nemen, daar niet op terug durven komen, de zelfkritiek schuwen en kritiek van buiten nog veel meer, die derhalve voortbouwen op een fundament van gemaakte fouten en uitgesproken leugens, en die steeds meer naar elkaar wijzen om een schuldige te vinden – of het zelfs wagen om omlaag te trappen naar individuen die weigeren mee te bewegen met centrale strategieën waar ze niet langer in geloven of die ze niet meer vertrouwen. Het politieke gezag is ondermijnd en dat heeft het gezag in de eerste plaats aan zichzelf te danken. En dat terwijl de enige zin die vanaf de eerste dag ongewijzigd is gebleven, luidt: ‘Alleen samen krijgen we corona onder controle.’