Jan Heemskerk

‘Radslagcrash op de babypiste’

‘Tijdens de tweede afdaling raakten we verzeild op een rode piste en zag ik een gemeen tussenhellinkje en een versteende vrouw over het hoofd’

Jan Heemskerk

Vorige week stond ik nog in dubio of ik het vliegtuig naar de wintersport zou nemen, of toch beter thuis zou blijven, waar ik een grotere kans zou hebben het omikronvirus te ontlopen. Want dat mocht dan wel een milde coronaversie zijn, je kon natuurlijk altijd pech hebben en ik wilde liever niet eenzaam aan mijn eind komen in het streekziekenhuis van Sestriere in de Italiaanse Alpen. Aan de andere kant had ik natuurlijk een boostershot laten zetten en zou het zo’n vaart wel niet lopen. En zo lulde ik mezelf gek tot ik uiteindelijk maar het lot liet beslissen: de uitslag van de PCR-test die ik voor deze reis sowieso moest kunnen laten zien.

De test was negatief.

En zo vertrok ik met vijf kameraden naar het rustieke Sauze d’Oulx, waar wij bij ons chalet hartelijk werden begroet door de rest van de twaalf, die al een dag eerder met de auto waren gekomen. Chalet La Petitta werd bestierd door Jürgen en Mariska, een Nederlands echtpaar, dat ook de hele week voor ons zou koken en rond borreltijd een zoete versnapering met thee en koffie zou serveren. In geval van liever bier konden we zelf de bar plunderen. zolang we maar een streepje zetten op ons bonnetje, want ‘hier vertrouwen we elkaar nog gewoon’.

Ik deelde een kamer met Jaap, die een paar honderd jaar geleden voor het laatst op een snowboard had gestaan, en graag met mij een paar uurtjes wilde oefenen op de babypiste, net als Johannes, die zelfs nog nooit op ski’s had gestaan en Servaas, die gewoon graag lang en vaak een kopje koffie drinkt. Iedereen weet dat ik niet zo goed kan skiën en lijd aan een chronische piste-vrees, vandaar ook dat enthousiasme voor mijn gezelschap: je weet dat er altijd iemand bij is die er nog minder van bakt.

Anyway. Zo gezegd en zo gedaan namen wij de lift naar boven, meteen scherp naar links, een kort maar venijnig paadje naar beneden en presto: daar was de babypiste al. En verdomd: ik had de slag alweer redelijk snel te pakken en ging dus vol goede moed de volgende dag met koffievriend Servaas een echte – makkelijke – piste proberen. Dat had ik beter niet kunnen doen. De eerste run ging nog wel, maar tijdens de tweede afdaling raakten we verzeild op een rode piste, zag ik een gemeen tussenhellinkje en een versteende vrouw over het hoofd en maakte ik een zeldzaam spectaculaire radslagcrash, die mij voor de rest van ons verblijf ongeschikt voor skiën maakte – als ik ’t nog had gedurfd.

En zo zag je maar weer: het lot viel toch nooit te ontlopen. Kwam het niet van links, dan was het wel van rechts. En het was evengoed beregezellig, verder. Toch waren we blij dat we weer ongeschonden op Schiphol waren geland. Vóór de oorlog was uitgebroken.

Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.

Column
  • iStock