Edwin Struis

‘Van dat onbekommerde Telstar is nog maar weinig over’

‘Toen ik vorig jaar een Scheurkalender HFC Haarlem lanceerde, kwam er al snel antwoord uit IJmuidense hoek: daar werd gewerkt aan een Treurkalender’

Edwin Struis

Als rechtgeaarde Haarlemmer is het gebruikelijk om zo af en toe de draak te steken met buurman Telstar. Uiteraard uit nood geboren, want die club bestaat nog wel en de onze alweer twaalf jaar niet. Dus kon ik een grinnik niet onderdrukken toen ik zag dat het plaagstootje ook de tweede druk van onze Canon van het Nederlandse Voetbal had overleefd. Voor de fijnproevers onder u: snel meteen naar de bronnenindex waar hij keurig staat vermeld tussen De Klassieker van Ruud van Vrijaldenhoven en De Tweekleur omhoog, 101 jaar Heracles. Het zinnetje ‘De lege prijzenkast van Telstar, diverse auteurs’ was een kleine moeite, maar het plezier des te groter.

Toen ik er Telstar-directeur en -boegbeeld Pieter de Waard op wees, moest ook hij onbedaarlijk lachen. Zelfspot is de grote Telstar-roerganger gelukkig niet vreemd en trouwens, zo sprak hij, je hebt nog gelijk ook. Telstar staat inderdaad synoniem voor niet-winnen. In 2023 viert de club haar 60-jarig bestaan, waarvan het laatste driekwart zich heeft afgespeeld in de duistere krochten van de eerste divisie. Een verdwaald periodetiteltje, een bekersuccesje en heel soms deelname aan de play-offs, dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Toen ik vorig jaar met enkele Haarlem-getrouwen een Scheurkalender HFC Haarlem lanceerde, kwam er al snel antwoord uit IJmuidense hoek: daar werd zogenaamd gewerkt aan een Treurkalender.

Humor en trots kun je ze niet ontzeggen en het moet gezegd: als je het vaak belabberde voetbal even wegdenkt, staat er best een mooi clubje in Velsen-Zuid. Eentje waaraan ik, als startend sportjournalist begin jaren 90, goede herinneringen bewaar. Want waar ze bij mijn eigen HFC Haarlem soms wat hooghartig en afstandelijk reageerden op de aanwezigheid van pers, ontaardden wedstrijden van Telstar na afloop steevast in een feestje, die niet zelden tot diep in de nacht doordenderde ongeacht winst (zelden) of verlies (vaak). Jos de Waard (de vader van inderdaad), Leen Otte, Chris B. van der Zwan, Cees van der Horst en Han de Haan waren echte gastheren, trainer Simon Kistemaker een man naar m’n hart. Niet ouwehoeren, maar poetsen, analoog aan de belangrijkste karaktereigenschap in de IJmond.

Van dat onbekommerde Telstar is natuurlijk nog maar weinig over. Laatst wisselde ik wat zinnen uit met trainer Andries Jonker, die zich af en toe ook geen raad weet met de spelersgroep, die meer geïnteresseerd lijkt te zijn in de nieuwste games en de inhoud van hun mobieltje dan met hetgeen er tussen de lijnen plaatsvindt. Toen Jonker laatst over ‘nieuw elan’ repte, moest hij uitleggen wat dat woord precies betekende en van een uitdrukking als ‘gaan als de brandweer’ had slechts een enkeling gehoord. Probeer een generatie die zich voornamelijk uit via plaatjes, filmpjes en emoji’s maar eens in communicatief opzicht te raken. Het is bijna onbegonnen werk.

Gelukkig komt Telstar af en toe ook positief in het nieuws. Zoals komende donderdag (24 februari) als op NPO 2 de 2Doc Tussen Vis en Staal wordt uitgezonden. De trailer beloofde alvast veel goeds. We zagen de immer goedgeklede en -gecoiffeerde Pieter de Waard op z’n fiets langs het Noordzeekanaal snellen en met zijn karakteristieke, enigszins schrille, stemgeluid zijn cluppie en de omgeving promoten. ‘Wij denken en doen net even anders. We zijn betrokken en onverschrokken. Wij zijn de Witte Leeuwen.’ Ik ga kijken.

Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.

Column
  • Tussen vis en staal