‘Niet zo zeuren kinders, mama staat te speechen in Maastricht’
Open brief van Leon Verdonschot aan Sigrid Kaag. 'Het signaal is dat die mensen die zich momenteel enorme zorgen maken over hun vaste lasten ook maar even moeten wachten.'
Beste Sigrid Kaag,
Afgelopen dinsdag hield u, dertig jaar na het Verdrag van Maastricht, in die stad een speech over Europa.
De speech was een warm pleidooi voor Europese samenwerking, zeker nu we sinds de nacht van 23 op 24 februari weer te maken hebben met een oorlog op Europees grondgebied. U haalde de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig aan, die oorlog beschreef als ‘de vreselijkste nederlaag van het verstand en de meest woeste triomf van beestachtigheid’.
U had het ook over iets anders. Namelijk datgene waar u over gaat, als minister van Financiën. U sprak in Maastricht over de hogere energieprijzen, zei dat de onzekerheid groot is, en dat het nog niet duidelijk is of de financiële gevolgen van de oorlog kunnen worden opgevangen. U zei: ‘Maar het is wel zeker dat dit de prijs van onze veiligheid waard is. Tegelijkertijd zie ik het als taak van mij en mijn collega’s om de negatieve effecten te dempen en de meest kwetsbaren onder ons te compenseren.’
Tegelijk stonden 230 kilometer verderop, in Den Haag, Kamerleden te wachten op de minister van Financiën, die ze vragen hadden gesteld over precies die hogere energieprijzen, precies die onzekerheid, precies die financiële gevolgen van de oorlog voor precies die kwetsbaren. Die Kamerleden kregen geen antwoord van u, want u was er niet. Ministers moeten steeds beschikbaar zijn voor het Vragenuurtje (dat, de naam zegt het al, niet erg lang duurt, en bovendien altijd op de dezelfde dag valt), tenzij ze ‘onvermijdelijke buitenlandse verplichtingen’ hebben. Ik weet als Limburger dat een deel van Nederland mijn provincie ziet als buitenland, maar wat is onvermijdelijk aan het geven van een speech? Het verdrag van Maastricht werd getekend op 7 februari 1992, dus afgelopen dinsdag was niet exact dertig jaar later, maar een willekeurige datum – en dan extreem slecht gepland.
Er zijn vast mensen die dit allemaal maar gezeur vinden, ik vrees zelfs dat u er zelf een van bent. Is het immers niet de taak van een politicus om het Grote Verhaal te vertellen, Het Vergezicht te schetsen, een Groot Ideaal te plaatsen boven de waan van de dag?
Ik zou zeggen: ja, dat is het. Behalve op dinsdag. Het signaal nu is namelijk dat die Kamerleden het maar bekijken met hun vragen, of ze die maar aan een vervanger stellen, en het signaal is dat die mensen die zich momenteel enorme zorgen maken over hun vaste lasten ook maar even moeten wachten. Een signaal dat onze premier ze al letterlijk gaf, en u nu nog eens herhaalt. Niet zo zeuren kinders, mama staat te speechen in Maastricht over belangwekkender zaken dan jullie beklagjes van alledag.
Oorlog leidt vaak tot recessie, recessie soms tot oorlog. We hebben een fascistoïde partij in ons parlement, geleid door een vazal van Poetin, die alles zal doen om de komende tijd de snel groeiende onvrede over de financiële gevolgen van deze oorlog om te zetten in antidemocratische sentimenten. Het antwoord daarop is een bestuur dat in daad en gebaar naast alle bezorgde mensen en kwetsbaren staat. Te beginnen daarmee: in de Tweede Kamer, voor de volksvertegenwoordigers van die mensen. Wie dat niet begrijpt, is zelf geen Groot Verhaal waard.
- ANP