Luuk Koelman

‘In mijn beleving was Johan Derksen bijzonder zwaar geschapen’

‘Die twee zijn al uren geleden vertrokken, veel te verlegen. Maar wat lig je goddorie nu weer in je nakie te doen met die duizendurenkaars?’

Luuk Koelman

Vraag me niet hoe, maar ik heb het eindrapport over de kwestie Derksen in handen, opgesteld door de hoofdofficier van het parket Noord-Nederland van het Openbaar Ministerie. Recentelijk riep hij betrokkenen op ‘hun verhaal te doen’ inzake de kaarsrel rondom Johan Derksen. Daags daarna meldde zich de 81-jarige Ans W. Een zedenrechercheur sprak haar en noteerde het volgende:

‘Hoezeer ze ook haar best doet, mevrouw W. kan de herinnering aan de heer Derksen ook een halve eeuw na dato niet uitwissen. Zij verklaarde: “Hij had de tederste hondenogen die ik ooit bij een man heb gezien.” En verder: “Johan was acht jaar jonger dan ik. Ik vond hem een lekker ventje. Hij had brede schouders, smalle heupen en de soepele spieren van een geboren atleet. Dat kon ik zien aan zijn strakke trainingsbroek die zich om zijn heupen spande.”

Mevrouw W. bevestigt dat zij en haar vriendin door beide mannen zijn thuisgebracht. Wat daarna volgde, is voor haar – vanwege alle genuttigde drank – echter een roes. “Ik weet nog dat ik op de bank in de woonkamer lag. Ik sloot mijn ogen en liet mijn gedachten waaien, zonder ze richting te geven. En opeens lag Johan op me! Zonder verdere plichtplegingen drukte hij zijn lippen op de mijne. Geen idee hoe of wat, maar we waren poedelnaakt.

Johans handen leken mijn gehele lichaam te bedekken. Hij was een beetje ruw, maar dat wond me alleen maar op. Zo ging dat toen, in die tijd. Hij legde zijn handen op mijn heupen en drukte mijn onderlichaam tegen de manifestatie van zijn begeerte. Dat lokte mij pas echt voorbij mijn remmingen. Ik wilde hem, moest hem proeven, Johan in mij voelen. Ik spreidde mijn benen om hem beter toegang te verlenen, al was dat even een heel gehannes, want in mijn beleving was Johan bijzonder zwaar geschapen.

Het volgende moment vulde hij me, de ene diepe stoot na de andere. “O ja!” verzuchtte ik en begon te bewegen. “O, voetballertje, ja!” Hoe dieper Johan in mij ging, hoe meer ik richting extase dreef. Mijn benen sloten zich om zijn heupen. Johan joeg het tempo met zo’n soepele gedrevenheid op, dat ik onze eenwording tot in de uiteinden van mijn zenuwen voelde. Ik was zijn Venus. Zo dreven we samen stuurloos in een zee van hartstocht. Tot een warme spiraal zich in mijn onderbuik ontrolde en ik in een roes van verschrikt genot zijn naam uitriep: “JOHANNNNN...!”

Dat moet mijn vriendin hebben gewekt. Ze schudde aan mijn schouder en zei: “Ans, zatte troel! Er is hier helemaal geen Johan. Die twee zijn al uren geleden vertrokken, veel te verlegen. Maar wat lig je goddorie nu weer in je nakie te doen met die duizendurenkaars? Jezus, de hele bank is kletsnat!” Ja, ik zie u met rode oortjes luisteren, rechercheur, maar zoals ik al zei, het was toen echt een andere tijdgeest, hè?”’

Zaak geseponeerd.

Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.

Column
  • iStock