Jerry Hormone

‘Onze kippen zijn van de een op de andere dag volledig uitgescheeën met leggen’

‘Crosby, Stills en Nash zijn van de een op de andere dag volledig uitgescheeën met leggen. Alledrie tegelijk’

Jerry Hormone

We hebben kippen. Drie stuks. Crosby, Stills en Nash. Aanvankelijk was er ook nog een vierde, maar Young vloog de middag voor we ze zouden kortwieken over het hek, plons! de sloot in, en verzoop, want kippen kunnen niet zwemmen, zo bleek.

Crosby, Stills en Nash zijn al wat oudere dames. Veteranen van de bio-industrie. Daar legden ze niet zo regelmatig meer. Beetje rare, langwerpige eieren ook af en toe. Zodoende stond de op munten beluste, over vogel-lijken gaande pluimveehouder op het punt ze te verpatsen aan een kipcornfabriek.

Hadden CSN even geluk dat mijn vriendin en ik in- en ingoede mensen zijn (beter dan de meesten, in ieder geval), bij wie in tegenstelling tot die kippenboer niet alles enkel en alleen om de winstmaximalisatie draait. Nee, wij zijn met om de andere dag een ietwat vreemdvormig eitje ook al dik tevreden. Bovendien hebben we een reddingscomplex. Dus kochten wij voor zegge en schrijve zeven euro en vijftig cent het stuk het doodsvonnis van de uitgerangeerde leghennen af en namen ze liefdevol op in onze achtertuin.

Maar nu, een half jaar later, nog geen week nadat het Centraal Bureau voor de Statistiek ons voorrekende dat de prijs van een doosje eieren recentelijk harder stijgt dan ooit tevoren, zijn Crosby, Stills en Nash van de een op de andere dag volledig uitgescheeën met leggen. Alledrie tegelijk. Zullen wel hormonaal op elkaar afgestemd zijn of zo, zoals studentes in een studentenhuis na verloop van tijd ook allemaal in sync zouden ovul- en menstrueren.

Maar goed, nul eieren, dat vinden mijn vriendin en ik, ondanks dat we met weinig content zijn, toch wat aan de schrale kant. Vooral als je je bedenkt dat kippenvoer en stro niet gratis zijn en dat dat hok verschonen helemaal geen pretje is.

Aan de telefoon doe ik mijn oma, een vijfennegentigjarige ex-boerin, het euvel uit de doeken. Zij heeft nogal verstand van kippen. In een ver verleden had ze er minstens veertig tegelijk over het erf scharrelen. Slachten kon ze ze ook. Zelf de kop afhakken deed ze niet, daar had ze m’n opa voor, maar zonder er misselijk van te worden dompelde ze zo’n na-stuipende, koploze kip onder in een pan kokend water, om vervolgens de veren te plukken en alle darmen, nieren en andere orgaanprut eruit te frutten.

‘Moet ik ze dan toch maar doodmaken?’ vraag ik haar om raad. ‘Om ruimte te maken voor jongere leghennen?’

‘Och,’ zegt ze. ‘Och, och. Je kan ze ook gewoon laten leven, hè? Dat ze op hun gemakkie hun ouwe dag kunnen uitzitten, zeg maar…’

En zo worden koelbloedige slagers soft, sta ik met m’n goede gedrag bij de Ap 3,99 af te rekenen voor tien Blije Kip-buiteneieren, en tokken Crosby, Stills en Nash er nutteloos maar naar hartelust op los.

Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.

Column
  • Jerry Hormone