Jerry Hormone

‘Wielrenners zijn net Marokkanen’

‘Dan blijkt iedereen wel een huisdier te hebben gehad dat onder de wielen van een racefiets z’n eind vond. Nog een hond, twee poezen, drie konijnen, een goudvis en een grasparkiet’

Jerry Hormone

Oud-minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker heeft een flinke smakkerd gemaakt. De VVD’er scheurde naar de mening van een wandelaarster wel heel hard op z’n racefiets door de duinen bij Monster en ze dacht hem even vermanend bij de arm te moeten pakken. Dekker over de kop en daar lag hij, op het Schelpenpad. Handjevol gebroken ribben, sleutelbeen en bekken. Inschattingsfout? Of een bewuste poging tot doodslag?

In mijn naaste omgeving maakt het de tongen los. ‘Net goed,’ vindt mijn boerende buurman. Zodra het zonnetje achter de wolken vandaan piept en het niet al te winderig is, zwermen de wielrenners hier tweebaansbreed over de dijk. Voor z’n trekker, achter z’n trekker, naast z’n trekker. Het liefst zou hij ze allemaal onder het asfalt ploegen.

Bij de kinderopvang is het ook het gesprek van de dag. De consensus is dat wielrenners het schuim der aarde zijn en de andere ouders die hun kroost komen ophalen kunnen dan ook maar weinig compassie opbrengen voor de oud-minister. ‘Precies zo’n klootzak heeft onze hond doormidden gereden,’ zegt de moeder van Joris met tranen in haar ogen. ‘En onze kat aan flarden,’ haakt de vader van Roos met gebalde vuisten aan. Dan blijkt iedereen wel een huisdier te hebben gehad dat onder de wielen van een racefiets z’n eind vond. Nog een hond – een sint-bernard om precies te zijn –, twee poezen, drie konijnen, een goudvis en een grasparkiet.

‘Er zitten ook goeie tussen,’ nuanceert de slager terwijl hij een pond half-om-halfgehakt voor me afweegt. ‘Dat is ook weer zo,’ stemt de vrouw die zojuist één slavink heeft afgerekend in. ‘Wat dat betreft zijn het net Marokkanen.’ Ze loopt met me mee naar buiten en stoot me aan. ‘Je moet de slager niet geloven, hoor,’ zegt ze op samenzweerderige toon. ‘Zie je die zwarte Audi? Dat is z’n auto, dus logisch dat hij het voor de wielrenners opneemt; hij is zelf net zo’n asociale weggebruiker!’ Ze neemt een hap uit haar rauwe slavink en gaat haars weegs.

‘Allemaal vieze, vuile tyfuslullen,’ praat ik met de bakker mee als ook daar het onderwerp wielrenners wordt aangesneden. Er wordt goedkeurend geknikt. Ze hebben niks door, godzijdank. Ze bevroeden niet dat ik een duister geheim met mij meedraag, een gitzwarte erfzonde...

Vroeger stond bij ons thuis achterin de schuur, aan het zicht onttrokken door een berg tuingereedschap en een stapel sloophout, een oude racefiets weg te roesten. Eens, ’s avonds na een verjaardag, had mijn vader – loslippig van de rum-cola – besmuikt een verleden in de amateurwielrennerij opgebiecht. Slechts één seizoen, meer dan veertig jaar geleden, maar toch: ik ben de zoon van een wielrenner en eigenlijk verdien ik het om van mijn fiets te worden getrokken.

Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.

Column
  • iStock