‘Voedselvergiftiging? Een aanstellerige leugen!’
‘Zo snel als m’n slappe benen me dragen kunnen, haast ik me naar de wc. Braken alsof alles tot aan de endeldarm er via de voorkant uit moet’
Ik mag graag van leer trekken tegen mensen die er antiwetenschappelijke ideeën op nahouden. Dat coronavaccins superschadelijk voor het menselijk lichaam zouden zijn, dat onze CO2-uitstoot de aarde niet problematisch opwarmt, dat enorme hoeveelheden stikstof helemaal niet schadelijk zijn voor mens en milieu, dat soort onzin.
Maar dat is wel een beetje hypocriet, want zelf heb ik er dus ook jarenlang zo’n antiwetenschappelijk idee op nagehouden. Ik geloofde namelijk niet in salmonella en E. coli en zo. Wel dat die bacteriën bestaan, maar de angst ervoor vond ik altijd flink overtrokken. Voedselvergiftiging? Een aanstellerige leugen!
Ik kom uit zo’n gezin waarin nooit naar de houdbaarheidsdatum van iets wordt gekeken, maar de neus wordt gebruikt. Als het niet vreemd ruikt, kun je het gewoon opeten.
Eens kreeg ik een setje kleur-gecoördineerde snijplanken. Een groene voor groente en fruit, een blauwe voor vis, een rode voor vlees en een gele voor gevogelte. Zo infantiel. Alsof het van Fisher-Price was. Mooi dat ik al die snijplanken dwars door mekaar heen gebruikte, een uitje snipperde op de blauwe, plakjes van een cervelaat sneed op de gele en een kip uitbeende op de groene. De laatste jaren doet een paar identieke, niet van elkaar te onderscheiden houten snijplanken dienst.
En uit eigen onderzoek bleek keer op keer proefondervindelijk dat ik het bij het rechte eind had. Geen dag van m’n leven ziek geweest van slecht eten. Tot afgelopen nacht.
Het was gister een beetje een chaotische dag. Van hot naar her. ’s Ochtends op pad, daarna boodschappen voor het avondeten doen, naar huis, nog effe ergens anders heen, een paar uur later weer thuiskomen en toen zag ik het: de ingrediënten voor ons AVG’tje sperziebonen-kipfilet stonden nog op het aanrecht uitgestald. We waren ze vergeten in de koelkast te leggen. Ik hoor het mezelf nog zeggen: ‘Nou ja, ik bak die kip wel effe extra goed door.’
Om half één word ik wakker uit een koortsdroom vol monsters. Kotsmisselijk. Zo snel als m’n slappe benen me dragen kunnen, haast ik me naar de wc. Braken alsof alles tot aan de endeldarm er via de voorkant uit moet. Als ik eindelijk klaar ben, zegt m’n vriendin met een moeilijk gezicht: ‘Ik ben geloof ik ook niet helemaal lekker.’ ‘Da’s vast psychosomatisch,’ kerm ik. ‘Of het is van het eten, maar dan moet het kind er ook last van h...’ Uit het slaapkamertje naast ons klinkt een luide ‘Blurgh!’ en dan het huilen van een peuter die haar hele bedje heeft ondergekotst.
Maar maak je om ons kind geen zorgen. Die kleintjes zijn veerkrachtig. Ze stuitert as we write door het huis alsof ze nog nooit kip gegeten heeft, terwijl mama en papa totaal gesloopt op de bank zitten uit te zieken met een uiterst slap kopje kruidenthee. Nee, mij zul je niet snel meer een antiwetenschappelijk idee zien koesteren.
Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.
- iStock