'Caroline Tensen en de koning naar Suriname'
‘Kijk, dát is taal die de Nederlander verstaat! Claimen dat je het leed van je voorvaderen met je meetorst en daar vervolgens een prijskaartje aan hangen’
Excuses maken? Sorry zeggen? Geen enkel probleem! Wij Nederlanders verontschuldigen ons voor zo’n beetje alles. Een chagrijnig ‘sorry, mag ik er even langs?’ in een overvolle supermarkt. Of op Twitter: ‘Sorry hoor, maar dan ben je dus gewoon een paardenlul.’ Dat is hoe wij Nederlanders het doen. Iedereen zegt sorry, maar niemand heeft spijt.
En nu is het kabinet dus voornemens om sorry te zeggen voor het slavernijverleden. Onder meer op 19 december in Suriname. Maar in Paramaribo willen ze niet, om tal van redenen. Zo is men ‘met stomheid geslagen’ dat uitgerekend minister Weerwind daarvoor langskomt. ‘Dat je een nazaat van tot slaaf gemaakten stuurt naar een land om andere nazaten van tot slaaf gemaakten excuses aan te bieden, is ethisch onacceptabel.’
Wellicht, maar blijkbaar heeft Weerwind er zelf geen probleem mee om in Paramaribo excuses aan te bieden aan alle nazaten van de inheemse en Afrikaanse slachtoffers – en dus welbeschouwd ook aan zichzelf. Enfin, nu maar hopen dat Weerwind de excuses van Weerwind accepteert.
En verder? Verder vindt Suriname het voorgenomen Nederlandse excuus maar ‘haastig’. Want waarom al op 19 december en niet op bijvoorbeeld 1 juli 2023, tijdens de herdenking van honderdvijftig jaar afschaffing slavernij door Nederland? Die extra maanden kunnen dan gebruikt worden voor een ‘voortraject’ waarin Suriname en Nederland (let op de volgorde!) samen de tekst van de excuses opstellen.
Nu is een aangekondigde spijtbetuiging al raar (‘Kom ik over een paar weken sorry zeggen, oké?’), maar nog vreemder wordt het als het slachtoffer mede bepaalt wat al die ‘spijt’ dan precies inhoudt. Ik bedoel, hoe kunnen Nederlandse excuses oprecht zijn als Suriname ze dicteert? Op die vraag is slechts één antwoord mogelijk. In Paramaribo hecht men niet al te veel waarde aan de eigen woorden van Nederland. Létterlijk dan, want Suriname zet alvast in op een schadevergoeding van 40.000 euro voor iedere nazaat van tot slaaf gemaakten. Let wel, als voorschot.
Kijk, dát is taal die de Nederlander verstaat! Claimen dat je het leed van je voorvaderen met je meetorst en daar vervolgens een prijskaartje aan hangen. Logisch dus dat Rutte, zo vernam ik uit betrouwbare bron, alsnog heeft besloten om toch maar Willem-Alexander richting Suriname te dirigeren. Onze vorst bezoekt daar op 19 december, samen met Caroline Tensen, de 78-jarige Gerda Deugdzaam in haar witte, houten huisje aan de rand van Paramaribo. Eerst Caroline alleen: ‘Iemand die ergens spijt van heeft, wil u een bloemetje aanbieden!’ Of mevrouw Deugdzaam misschien weet wie dat zou kunnen zijn? Gerda doet een gok: ‘Desi misschien, vanwege de Decembermoorden?’ Nee, mis. Van wie dan wel? Gerda weet het echt niet.
En dan stapt op stijve benen Willem-Alexander in beeld, vorst der Nederlanden. Hij mompelt: ‘Ik wil graag mijn spijt uitspreken,’ gevolgd door het traditionele excuusgestotter, voorgelezen vanaf een papiertje: ‘Het spijt me, vergeef me / Ik kan ’t echt niet anders uiten / Ik wil dit hoofdstuk nu eens sluiten / Je bent te ver van mij vandaan.’
En dat was het dan. De boodschap van Rutte? Excuses en sorry zijn geen enkel probleem. Maar meer dan een bloemetje zit er toch echt niet in.
- ANP