Charlie Chan Dagelet: 'Ik had veel last van faalangst'

Wie Mocro Maffia, Dirty Lines of Laura H. heeft gezien, weet het allang: Charlie Chan Dagelet (36) behoort tot de beste acteurs van haar generatie. Afgelopen jaar leverde dat haar een Gouden Kalf én een nominatie voor de prestigieuze Theo d’Or op, maar wees niet bang dat ze daardoor naast haar schoenen gaat lopen. ‘Je hebt als acteur gauw de neiging om de wereld waarin je werkt als allesomvattend te zien, maar dat is niet zo.’

Charlie Chan Dagelet

Hoe kijk je terug op het afgelopen acteerjaar?

‘Ik vind het als acteur helemaal niet belangrijk om prijzen te winnen, maar het is leuk als je de erkenning krijgt dat je lekker bezig bent. Afgelopen jaar heb ik dat gehad, in de vorm van een Gouden Kalf voor mijn bijrol in de serie Dirty Lines en voor mijn rol in het theaterstuk Mamma Medea een nominatie voor de Theo d’Or. Als ik terugkijk, vond ik dat een hele eer. Wat dat betreft, had ik dus een megagoed jaar, maar het grappige is dat je daarna weer doorgaat met 100.000 andere nieuwe dingen. Je moet maar zien of je dat ook weer goed gaat doen en bezig kunt blijven met je vak. Wat voor mij belangrijk is, is dat ik mezelf blijf ontwikkelen, toffe projecten kan doen en werk met mensen die ik graag om me heen heb.’

Dirty Lines gaat over de rise en shine van sekslijnen. Dacht je gelijk: dit is iets voor mij?

‘Het onderwerp als geheel, Amsterdam in de jaren 80 en de tijdsweergave van die periode, heb ik altijd al heel fascinerend gevonden. Het leek me te gek om daar deel van uit te maken en te laten zien hoe dat ging, de opkomst van de sekslijnen. Ik sloeg heel erg aan op dat verhaal, wat ook nog eens samenkwam met allemaal acteurs die ik nog van mijn schooltijd kende.’

In de serie spreek je op een gegeven moment een nogal hijgerig seksbandje in.

Hoe was dat om te doen?

‘Die scène moest ik ook tijdens mijn auditie doen, dus ik had ’m al een paar keer gedaan. Dat was een beetje ongemakkelijk, maar de beste manier om zoiets aan te pakken is om er maar gelijk helemaal voor te gaan. Dat is iets wat ik heb moeten leren, met de jaren. Had mij dit tien jaar geleden gevraagd en ik had het niet gedurfd. Ik ben inmiddels twaalf jaar afgestudeerd en was in het begin best een voorzichtige actrice. Het duurde lang voordat ik het achterste van mijn tong liet zien, waarmee ik vooral mezelf in de weg heb gezeten. Ik denk weleens: was ik maar niet zo bescheiden geweest, dan had ik er veel meer plezier aan beleefd. Inmiddels ben ik veel minder onzeker, gelukkig maar.’

Is Dirty Lines wat jou betreft het beste wat er afgelopen jaar is gemaakt?

‘Nee, Het jaar van Fortuyn was ook heel goed, Rampvlucht, Het gouden uur. Ik heb een heleboel nieuwe series nog niet gekeken, maar ik vind het tof om te zien dat er zo veel wordt gemaakt en dat mensen er massaal naar kijken. Het is in Nederland nog steeds moeilijk om een project van de grond te krijgen zonder langs heel veel producenten te gaan en om geld te leuren en bij fondsen aan te kloppen, maar je merkt dat het film- en televisielandschap steeds gevarieerder wordt. Je ziet ook steeds meer diversiteit in series, al mag dat wat betreft jonge makers nog wel iets verder groeien.’

Kun je het je permitteren om kritisch te zijn in het uitkiezen van de producties waar je aan meewerkt?

‘Een paar jaar geleden heb ik besloten om geen rollen meer aan te nemen die ik niet leuk vind of waarvan ik achteraf denk: had ik dit wel moeten doen? Dat heeft ervoor gezorgd dat er periodes waren waarin ik geen acteerwerk had en een bijbaantje moest zoeken, maar op de een of andere manier heeft dat me ook veel gegeven. Twee jaar geleden heb ik nog een tijdlang als serveerster gewerkt in een restaurant van een vriend van mij. Ik vond dat ontzettend leuk en ook wel gezond, om even uit de bubbel van theater en televisie te stappen.’

Werd je opgeslokt door je acteerwerk?

‘Je hebt als acteur gauw de neiging om de wereld waarin je werkt als allesomvattend te zien, maar dat is helemaal niet zo. Ik ben ook niet mijn werk: succes betekent voor mij niet dat ik alleen maar aan het spelen ben. Ik heb twee kinderen, dus ik vind het net zo belangrijk – of misschien wel veel belangrijker – om thuis te zijn. Mijn tijd is te kostbaar om te verdoen met dingen die ik niet leuk vind. Soms heb ik door die instelling even wat minder werk, wat soms leidt tot paniekmomenten: god, krijg ik de huur wel betaald? Maar op de een of andere manier komt het altijd wel goed.’ Lachend: ‘En als ik de huur echt niet meer kan betalen, ga ik wel met de kinderen bij mijn ouders zitten.’

Wat is je drive om toch te blijven acteren?

‘Ik kan me best voorstellen dat het op een gegeven moment verandert, maar op dit moment vind ik het psychologische aspect van acteren en de karakters leren snappen nog te interessant. Het is misschien cliché, maar mensen fascineren mij enorm. Wat dat betreft gaat het nooit vervelen om nieuwe personages uit te diepen en – wat ik heel mooi vind aan toneel en film – een verhaal te vertellen waar mensen misschien iets aan hebben. Ik vind dat te gek, dat ik dat in mijn werk kan doen. Zolang het gaat om verhalen die ik zelf inspirerend vind, blijf ik dit nog wel even doen.’

Als je terugkijkt naar je carrière tot nu toe, wat was dan het voorlopige hoogtepunt?

‘Oef, dat is moeilijk om te zeggen. Door de jaren heen zijn er een aantal momenten geweest die vormend zijn geweest. Een van de eerste voorstellingen die ik na mijn afstuderen deed, was Scènes uit een huwelijk, waarin een schijnbaar perfect huwelijk wordt onderzocht. Als acteur zat je in de zaal, waardoor je een-op-een zag wat de voorstelling met het publiek deed. Och, wat ik daar allemaal heb gezien! Het was voor het eerst dat ik op die manier ervoer dat je anders uit een voorstelling kunt komen dan je erin gaat. Voor mij was dat heel waardevol om te zien, dat je zoveel kan losmaken met toneel. Een ander keerpunt in mijn bestaan als actrice was het toneelstuk Laura H., omdat dat één grote leerschool was. Een soort tour de force, qua wat ik moest doen als acteur, wat mij enorm heeft uitgedaagd. Ik denk ook graag terug aan de tijd dat ik bij een kleiner collectief speelde waar muziek centraal stond. Dat was voor mij voor het eerst dat ik ook cello speelde op het toneel, wat voor mij een grote stap was, omdat ik cello spelen en zingen voor publiek het allerengste vond om te doen. Maar toen ik het eenmaal deed, merkte ik dat ik het juist heel leuk vond. Dat zijn wat mij betreft de grootste hoogtepunten tot nu toe.’

Het lijkt alsof je de laatste tijd als actrice zichtbaarder bent dan ooit. Heb je dat idee zelf ook?

‘Ik heb sinds mijn afstuderen bijna altijd werk gehad, maar ik heb ook veel kleinere producties gedaan. In de afgelopen jaren heb ik een aantal producties gedaan die net iets bekender zijn geworden, zoals de serie Mocro Maffia waar veel mensen naar kijken. Daardoor denken mensen al snel: zo, die Charlie is goed bezig, terwijl ik niet het idee heb dat ik iets anders doe dan normaal. Ik moet wel zeggen dat er bij toneel sinds anderhalf jaar iets is veranderd, want ik hoef ineens geen auditie meer te doen. In het verleden moest ik er altijd heel erg aan trekken om überhaupt een keer langs te mogen komen voor een gesprek, maar tegenwoordig bellen ze mij om te vragen of ik interesse heb in een bepaalde rol. Dat is heel leuk, maar goed, je weet ook niet hoelang dat duurt. Misschien is dat volgend jaar alweer voorbij, haha. Bij televisie en films merk ik geen verschil: soms krijg ik een rol, soms niet. Gisteren heb ik nog een afwijzing gekregen van een productie die ik heel graag had willen doen. Dan denk ik: hè, kut. Maar het hoort erbij.’

Was het voor jou een bewuste keuze om actrice te worden of ging dat een beetje vanzelf, met een familie waarin iedereen iets creatiefs doet?

‘Dat ging een beetje vanzelf, omdat ik als kind al dacht: mijn moeder is muzikant, mijn vader is acteur, dan ga ik ook maar die kant op. Daar heb ik verder nooit echt bij stilgestaan, totdat ik op de Toneelschool zat en het heel moeilijk vond om daar een plek te vinden. Ik had veel last van faalangst, ingegeven door de overheersende gedachte dat ik alles meteen goed moest doen, omdat ik nu eenmaal uit een gezin kom waarin dat normaal was. Ik zag mijn ouders als mijn voorbeeld, wat ze nog steeds zijn voor mij, maar dat maakte het wel lastig om mijn eigen weg te vinden. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik lange tijd heb gedacht: wil ik dit wel? En: wat past bij mij? Na mijn afstuderen aan de Toneelschool kwamen er allerlei leuke opdrachten op mijn pad, maar ik heb ook veel dingen gedaan die ik niet leuk vond. Televisieseries die ik niet per se bij naam ga noemen en waar ik veel van heb geleerd, maar waarvan ik nu weet: dit is niet wat ik wil. Maar dat wist ik op dat moment nog niet zo goed.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Interview
  • BrunoPress