Jan Heemskerk

'Even goede als onbeduidende voornemens'

‘Het is niet dat er niets valt te verzinnen, qua goede voornemens. Zo wachten al drie vrienden op mijn bescheiden mening over een boek dat ze hebben geschreven’

Jan Heemskerk

Dik in het nieuwe jaar, nog geen spoor van goede voornemens, en om eerlijk te zijn: ik wil er ook nog niet erg voor warmlopen. Er zijn wat kleine dingetjes die ik zou kunnen oppakken. Op verzoek van mijn vrouw: dagelijks mijn haar kammen. Voordeel: weinig inspanning, hoog rendement. En mijn haar zit leuk. Of anders: een overhemd onder de trui gaan dragen. Vind ik een hoop gedoe en weinig verschil met een T-shirt, maar als ik haar daar nou een lol mee doe? Laaghangend fruit.

Misschien: elke week een klusje. Oké: elke maand een klusje dan. Zou ik meteen mee kunnen beginnen, zodra zoon 2 de klopboor teruggeeft. Bijvoorbeeld: rookmelders ophangen. Voor de inspectie aan de deur staat, Of anders: de buitenboordmotor van het zeilbootje plukken en in de winterstalling zetten. Voor dat ding kapot vriest. In een wilde bui: de garage isoleren en een werkbank timmeren.

Maar ik word al moe als ik eraan denk.

Wat raar is, want ik heb in principe een aardige staat van dienst wat betreft het inlossen van goede voornemens. Niet per se op oudjaar – hoewel ik wel op een 31 december lang geleden glorieus ben gestopt met roken – maar losjes door het jaar, als ik ergens schoon genoeg van heb, klaar mee ben, zin in heb of een juist een groot plezier mee doe. Denk aan vele kilo’s afvallen, stoppen met drinken, boeken schrijven en ambitieuze ondernemingen oprichten. Of anderen een klein handje toesteken, als ze dat prettig of belangrijk vinden.

Het is niet dat er niets valt te verzinnen, qua goede voornemens. Zo wachten al drie vrienden op mijn bescheiden mening over een boek dat ze hebben geschreven – één waargebeurde zoektocht naar de levenswandel van een geheimzinnige moederfiguur; een klinisch psychologisch vertoog over de strijd tussen emotie en ratio; en een homo-erotische roman. Ik weet er tot mijn schande maar geen tijd voor te vinden.

Het lijkt wel – en dat is het waarschijnlijk ook – dat al mijn voornemens, al dan niet volbracht, een tikje onbeduidend aanvoelen als ik ze neerleg naast de nood van de mensen in Oekraïne, de vrouwen in Iran, de vrouwen in Afghanistan, de covidpatiënten in China en alle nieuwe armen in onze eigen land. En misschien moet ik mijn voornemens dit jaar dan wel niet te veel op mezelf en de eigen bubbel betrekken. En me voornemen elke maand een concrete bijdrage te leveren aan het welzijn van een ander. Te beginnen – je moet ergens beginnen – met een flinke bijdrage aan een generator voor een dorp in Oekraïne.

Column
  • iStock