Bart Nijman

Bart Nijman: 'Dit standbeeld etaleert ironischerwijs juist het racisme van de mensen die het bewieroken'

'Moet deze lamlendige vrouw in joggingbroek de kracht van zwarte vrouwen laten zien?'

Bart Nijman

Een standbeeld van een lamlendige vrouw in joggingbroek moet de kracht van zwarte vrouwen laten zien maar prijst vooral de middelmaat en etaleert daarmee ironischerwijs het racisme van de lage verwachtingen bij mensen die elkaar verdringen om hun lof over het werk te bezingen.

Van ‘nazi’-verwijten tot afbeeldingen van Ku Klux Klan-habijten werden brandmerkjes op mijn digitale avatar gedrukt nadat ik suggereerde dat het kunstwerk precies deze uitlokking tot doel had - dank voor de bevestiging van dat punt. Een NRC-columniste trof het slechter, want die werd door een afgeladen deugtrein overreden nadat ze zich beklaagde over de culturele lafheid waarin de gretigheid om uiterlijke kenmerken als geslacht en huidskleur of het etaleren van persoonlijke levensovertuigingen middels een hoofddoek genoeg zijn om iemand op het schild te hijsen en diens slachtofferschap te vieren als een verdienste. Enkel om deze observatie werd opgeroepen om haar, als blanke, hoogopgeleide vrouw met een column in een deftige courant, van haar podium af te sleuren. Diezelfde columniste probeerde ooit GeenStijl brodeloos te maken met een door haarzelf aangezwengelde advertentieboycot, hopelijk is de ironie van de huidige situatie mevrouw niet ontgaan.

Sander Schimmelpenninck, het frontsoldaatje van het fatsoen dat geen loopgraaf nodig heeft om laag bij de grond te blijven, gaat voor de VPRO een nieuwe serie maken over mensen die door sociale media geradicaliseerd zouden zijn. Dit terwijl zijn eigen Twittertijdlijn overkookt van kleinzerige scheldtirades tegen mensen met zestien volgers, een litanie aan larmoyante takes over hoe sociale media het einde van de democratie inluiden en vooral een ziekelijke obsessie met (het werk van) Wierd Duk.

Het gesjeesde pizzabakkertje is heus geen domme jongen, dus de ironie daarvan zal hemzelf niet ontgaan, want hij doet niet eens meer zijn best om de hypocrisie te verbergen. Die straalt daarom fonkelend ironisch af op de VPRO, maar ook op zijn andere schnabbels bij de Volkskrant en D66. Allen publieke moraalmarktlui die geen kans onbenut laten om zich te beklagen over vermeende bedreigingen en intimidatie tegen pers en politici, maar die bij de hetze van hun hitmannetje tegen een hen onwelgevallige Telegraaf-journalist heel opportuun wegkijken van hun ‘persveilige’-mantra’s.

Dan is het ook nog Pride Month, gekenmerkt door steeds luidere zintuigelijke overdaad aan krijsende individuen in steeds fellere regenboogkleuren die hun zelfgekozen genderlettertje naar de top van de omgekeerde piramide van gelijkheidseisen proberen te schreeuwen, door op zoek te gaan naar blanke heteroseksuelen over wiens normatieve identiteit ze kunnen struikelen. Dat ‘klassieke’ gays en lesbo’s door deze psychologische schwalbes de tolerantie voor hun natuurlijke geaardheid zien slinken, zou ironisch zijn als het niet tot onironische onvrijheid leidde.

Toch is het allemaal ironie, want de bindende factor is dat alle beschreven brandstapelbouwers claimen dat ánderen het vuurtje oppoken.