Bart Nijman

Bart Nijman: 'Als rechtgeaarde hetero zal ik nooit hoger dan een zesje scoren voor mijn begrip van transgenderideologie'

‘Langzaam wordt de tragiek van deze gender-gekte duidelijk, want ik ben me er toegewijd in aan het verdiepen’

Bart Nijman

Van alle aardse en onaardse zaken waarvan ik geen zak begrijp (zoals wiskunde A, opportunisme, of hoe tijd werkt in Interstellar ook al leggen ze dat duidelijk uit in de film, en mijn vrouw daarna nog zes keer), prijkt momenteel fier bovenaan: de transgenderideologie. Langzaam wordt de tragiek van deze gekte duidelijk, want ik ben me er toegewijd in aan het verdiepen.

Zo werkt dat in mijn brein. Toen ik zware onvoldoendes haalde voor wiskunde A en mede daarop zakte, heb ik me met ongezonde toewijding tegen wat een onbedwingbare berg leek geworpen en die klim werd beloond. Niet dat ik alles begreep, maar de extra inspanning leidde tot een zesje bij de tweede poging eindexamens - waarna ik nooit meer een calculator aanraakte.

Fastforward naar de functie waartoe ik veroordeeld ben omdat mijn onbegrip van exacte vakken me beroofde van een carrière waarmee ik me had willen identificeren (architectuur of autotechniek): teksten kliederen over de samenleving, in cursiefjes zoals deze. Op internet en in het dagelijkse nieuws bedwing je geen bergen, daarin moet je afdalen in soms gevaarlijk benauwde konijnenholen om tot begrip van hypes, stromingen en overtuigingen te komen. Zoals de transgenderideologie.

Liberaal met een vleugje anarchie als ik graag denk te zijn, heb ik altijd gedacht: flikkers & potten, dikke prima. Man in vrouwenkleren, lekker zelf weten. En als jij écht voelt dat een snikkel je beter staat dan een vagijn - lekker laten aanmeten joh. You be you. Dus toen de HoLeBi-komjoenitie langzaam omgebouwd werd tot LHBT en vervolgens versnipperd raakte in een vermicelli van meer letters en tekens dan het Latijnse alfabet - nou ja, hun ding, niet het mijne. Dat mijn heteroseksuele normie-geaardheid thans ‘cis-gender white male’ heet, ook in het Nederlands, is meer amusant dan ergernis.

Maar toch, met de toename van kinderseksualiserende gender-verkleedpartijtjes en stripperfilmpjes op TikTok, de oproer op westerse universiteiten rond de ontkenning van basale biologie en het groeiende aantal mugshots van groen- en paarsharige, gezichtsgepiercete en -getatoëerde activisten uit de ‘queer community’, begon het te knagen. Zijn al die mensen wel helemaal goed? Is genderdysforie wel zo’n veelvoorkomend fenomeen? Onderschatten we sociale media en sociale besmetting bij geestelijke gesteldheid niet? Zijn die mensen niet beter gediend bij een psycholoog dan bij pillen? En: waarom worden klachten en kritieken van klassieke gays en feministen zo agressief terzijde geschoven?

Als rechtgeaarde hetero zal ik waarschijnlijk nooit hoger dan een zesje scoren voor mijn begrip van transgenderideologie. Maar het lijkt me vooral belangrijk mensen te behoeden voor dit konijnenhol van genderwaanzin. En als je toch dat ‘vak’ kiest, weet dan: waarin je bent geslaagd, bepaalt niet wie je bent. Idem voor je geboortegeslacht. Zoek je weg van binnen voordat je hem van buiten uit laat snijden.

Column
  • Adobe Stock