Hein de Kort al 40 jaar vlijmscherp, maar: ‘De laatste tijd denk ik vaak: kan dit nog wel?’

Al veertig jaar actief en nog altijd enorm populair: tekenaar Hein de Kort is een gezegend mens. Bij het verschijnen van een nieuwe bundel een gesprek over humor, de veranderende tijdgeest en fijne pennen. ‘De laatste tijd denk ik vaak: kan dit nog wel?’

Hein

Wanneer Hein de Kort café Anno 1890 aan de Amstelveense weg binnenstapt, wijst niets erop dat hij kort daarvoor twee nieuwe knieën heeft laten plaatsen. ‘Het gaat inderdaad verrassend goed,’ vertelt de tekenaar over de ingreep die hem van veel pijn en ongemak heeft verlost. Nu kan hij weer hele zondagen golf spelen, zijn favoriete bezigheid buiten het tekenen. De Kort (66) mag nog dit jaar AOW aanvragen, maar vooralsnog is van pensionering geen sprake. Vijf dagen in de week gaan op aan opdrachtgevers als Het Parool, Het Financieele Dagblad, Veronica Superguide, Quest en natuurlijk Nieuwe Revu. Eigenlijk heeft hij alleen op zaterdag wat vrije tijd. Zijn uitgever zou hem dan het liefst het land insturen om zijn laatste bundel De Wereld volgens Hein de Kort te promoten, maar hij staat niet te trappelen. ‘Voor het nieuwe boek moet ik eigenlijk presentaties en signeersessies doen, maar soms wil ik wel eens een zaterdag niets doen. Vanaf vorige zomer ben ik eigenlijk ieder weekend aan het werk geweest. Maar ja, dat zijn wel luxe problemen.’

Stomme grappen 

De ochtend dat wij hem spreken is op zijn vaste Veronica-dag. ‘Voor de Superguide maak ik tekeningen over actuele televisieprogramma’s die dezelfde week te zien zijn. Heb er al even naar gekeken en dat is zo goed als af. Áls het hem gaat worden….’ Zet hij per opdrachtgever een andere pet op? ‘Welnee, dat kan ik me niet veroorloven. Ik ga zitten, lees wat door en dan krijg ik vanzelf ideeën die ik nader uitwerk.’ Zijn Veronica-werk is feitelijk een voortzetting van Piet en Riet van de Buis, de televisierubriek die hij jaren geleden voor de mediapagina van Het Parool was begonnen. ‘Daar werd ik op een gegeven vanaf gehaald. Toen ben ik voor de krant maar stomme grappen gaan maken met zo nu en dan een actuele insteek. Ik vroeg de redactie of ik door moest gaan met die stomme grappen of me meer moest richten op de actualiteit. Ze zeiden: “Hein, we zijn een krant. Wat denk je zelf?”’

‘Rutte is goed te doen. Hij heeft een bepaalde kaaklijn en als je hem al honderd keer getekend hebt, herkennen de mensen hem wel. Maar al die anderen?’

In de nieuwe bundel De Wereld volgens Hein de Kort 5 staan veel van de tekeningen die hij zes dagen in de week voor Het Parool maakt. Soms zijn die gerelateerd aan Amsterdams nieuws, zoals Klaas-Jan Huntelaar die technisch manager bij Ajax wordt. We zien Huntelaar keurig in pak maar met een gereedschapsriem om, en een speler die hem komt vragen: ‘Meneer Klaas-Jan, de lijntrekmachine loopt aan. Kunt u daar even naar kijken?’

Maar ook de wereldpolitiek komt bij hem aan bod. Een van de beste recente tekeningen gaat over het inzetten van zestig jaar oude tanks door het Russische leger. Twee soldaten duwen een tank voort, eentje roept: ‘In zijn twee, koppeling rustig laten opkomen! En blijven choken!!’ De oorlog in Oekraïne is een van de grote tragedies van onze tijd, maar De Kort vindt er toch humor in. ‘Mijn belangrijkste vraag is altijd: kan ik er een grap over maken? Met veel politieke onderwerpen kan ik niet zoveel, en het is ook zo lullig om te tekenen, dat kabinet. Rutte is goed te doen. Hij heeft een bepaalde kaaklijn en als je hem al honderd keer getekend hebt, herkennen de mensen hem wel. Maar al die anderen? Het was ook heel jammer dat Trump verdween. Die was voor tekenaars een zegen, met dat haar. Biden is lastiger, die krijgt dan voor de zekerheid een naam op zijn jasje.’

Over persoonlijk drama maakt De Kort liever geen grappen. ‘In de Oekraïne-oorlog zit zoveel leed. Maar zo’n verhaal over oude tanks of het beeld van Poetin aan die lange tafel kan ik goed gebruiken. De aardbeving in Turkije laat ik links liggen, maar ik heb wel veel gedaan over de aardbevingen in Groningen. Maar ja, dat zijn scheuren in huizen, daar gaat niemand dood. Al is de dood voor mij geen taboe, ik maak daar regelmatig grappen over. Een uitvaart is altijd leuk om te tekenen, maar het is vaak ook een kwestie van timing. Ik had laatst iets grappigs over een sterfgeval bedacht, was een paar dagen daarvoor mijn schoonzus overleden. Dat kan ik dan niet gebruiken, het zou dan net lijken alsof het daar vandaan komt. Dan wacht ik er een tijdje mee.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.