James Worthy

James Worthy: 'De politieagent voelt dat hij aan de verkeerde kant staat, maar de hypotheek moet ook betaald worden'

‘De wereld is een rodeostier die al bijna op volle kracht is. Nog even en we vliegen van de wereld af’

James Worthy

Hij ziet haar al staan met een spandoek. Ze zei vanochtend dat ze met een paar vriendinnen de snelweg zou gaan blokkeren, maar hij had niet gedacht dat ze de daad bij het woord zou voegen. Het stomme is dat hij het op veel punten met haar eens is. Onze wereld en onze toekomst zijn in gevaar. Nee, haar toekomst. Zijn toekomst zal nog wel leefbaar zijn. Hij kan nog wel 2,4 keer per jaar op vakantie gaan de komende twintig jaar.

Het waterkanon maakt zich klaar. Er verschijnen steeds meer politieagenten op de snelweg. Ze ogen geïrriteerd. Ze hadden vandaag wel wat leukers willen doen. Ze hadden achter de boeven aan willen gaan. Maar ja, dat is ook de reden dat de demonstranten hier staan. De echte boeven komen overal mee weg.

Zij ziet hem ook staan. Haar vader. Ze haat hem niet, maar ze is wel boos op hem. Dat hij bevelen opvolgt in plaats van dat hij zijn hart en zijn verstand volgt. Waar is zijn verstand in godsnaam gebleven? Waarom luistert hij naar zijn baas en niet naar de wetenschap? Is een baan belangrijker dan de aarde? Hij ziet toch ook alle branden en overstromingen en stormen? De wereld is overduidelijk klaar met de mens. En terecht. De wereld is een rodeostier die al bijna op volle kracht is. Nog even en we vliegen van de wereld af.

Het waterkanon mikt op de vriendinnen van zijn dochter. Hij voelt dat hij aan de verkeerde kant staat, maar de hypotheek moet ook gewoon betaald worden. Wat is belangrijker? De wereld of een thuis? Een collega slaat met een wapenstok een jongen in zijn maag. De jongen krijgt eventjes geen lucht meer.

De vader loopt naar het waterkanon toe en vraagt aan de kanonnier of hij misschien wat zachter kan spuiten. De man haalt zijn schouders op en zegt dat zijn zoon vanavond een belangrijke bekerwedstrijd heeft. En dat hij daarom zo hard spuit. ‘Zachte heelmeesters, beste collega,’ zegt de kanonnier.

Ze kijkt vol afschuw naar haar vader. Als klein meisje was ze zo ongelofelijk trots op hem. Hij pakte inbrekers en oplichters. Hij bracht veiligheid en bescherming. Tegenwoordig slaat hij kinderen en studenten van de snelweg. En natuurlijk begrijpt ze dat het verboden is om op een snelweg te demonstreren. Maar afval scheiden en kartonnen rietjes zijn niet meer genoeg. Het gaat niet snel genoeg. Het moet sneller gaan. Sneller dan een snelweg.

‘Sorry,’ leest ze van zijn lippen af. Hij schaamt zich. Eigenlijk zou hij met dat waterkanon naar het Binnenhof moeten rijden. De beleidsbepalers moet wakker gespoten worden. De economie is lang genoeg gestimuleerd. De rijken zijn rijk genoeg, maar wanneer worden de dieren rijk? De planten rijk?

‘Ik haat je,’ zegt ze de volgende ochtend aan de ontbijttafel.

‘Dat begrijp ik. Ik haat mezelf ook, lieverd,’ zegt hij.

Column
  • NL Beeld