Bart Nijman: 'We laten ons overlopen door ideologieën waartegen we ons niet durven verweren'
‘Voor iedere kansloze asielzoeker veinzen we dat het een apotheker is en verzinnen we een niet-bestaande positie op de arbeidsmarkt’
‘Het probleem is dat niet alleen de moslims stil waren op 7 oktober, maar ook het merendeel van de Nederlandse bevolking,’ sms’t een vriend terug nadat ik via een privégesprek in tekstballonnetjes mijn bittere onmacht braak over het zoveelste hondsdebiele huilstuk, ditmaal in NRC, over de vermeende ‘toegenomen islamofobie’ in Nederland na de Hamas-pogrom in Israël. ‘Zoals het merendeel in ’40-’45 ook stil was,’ voegt hij de bekende dooddoener toe.
‘Ja, maar in ’40-’45 was ik er niet. Nu wel. En ik walg van die laffe stilte bij de meerderheid,’ bijt ik terug.
Moslims waren stil op 7 oktober. Stil op 13 november 2015, Bataclan. Op 7 januari eerder dat jaar, Charlie Hebdo. Stil over IS. Stil op 2 november 2004, in Nederland. Stil omdat ze kunnen zwijgen, omdat niemand iets van hen verwacht – of misschien omdat zelfs de warmste pleitbezorgers van de multiculturele regenboogsamenleving het lelijke antwoord eigenlijk wel weten en dat liever niet publiekelijk willen horen echoën.
Stil zijn de moslims, totdat Israël wordt aangevallen – dan trekken ze feestend met hun haatvlaggen en hun genocideleuzen de straat op. Dan zijn ‘wij’ weer stil, hijsen we maar geen Israëlische vlag op het stadhuis en lassen ‘we’ wat gevoelige activiteiten en historische herdenkingen af. Want zo zijn ‘wij’ – wij breken het lijntje liever niet omdat tolerantie alleen werkt wanneer het niet schuurt. Zodra het pijn dreigt te gaan doen, bloeden we lafheid voordat de eerste klap is uitgedeeld. Dus daarom incasseren ‘we’, keer op keer, en koesteren we dat zelfbedrog als zachte wondzalf.
Zo niet de moslims, die feesten luidkeels – virtueel en in de straten van ons land – op de lijken van onschuldige dode Joden, omdat ‘wij’ hen dat in al onze tolerantie toestaan – gúnnen, zelfs. En als Israël reageert, zich verweert en anderhalve autochtone vrijdenker zich dáárover waagt te verheugen, beginnen ze alsnog stante pede te janken over ‘toegenomen islamofobie’, een jammerklacht die gretig wordt opgetekend door kranten die al gecapituleerd waren toen moslims nog in oorverdovende stilte hun allianties aan cartoonistenkillers, mohammedaanse moordenaars en genocidale religekken kenbaar maakten.
Bitter is het besef dat die vriend helaas gelijk heeft over de volksaard. We laten ons overlopen door ideologieën waartegen we ons niet durven verweren. Voor iedere kansloze asielzoeker veinzen we dat het een apotheker is, verzinnen we een niet-bestaande positie op de arbeidsmarkt en huichelen we dat ze de huizen zullen bouwen die wij tekortkomen (alsof die mensen zelf nergens hoeven te wonen), en iedere illegaal wordt in juridische steekspellen eindeloos van wetskastjes naar rechtbankmuren gejonast om geen ‘ga weg’ te hoeven zeggen.
Deze tolerante zelfmoord is institutioneel verankerd en vermomd achter boekenkasten vol verdragrechtelijke procedures. Wie ze daarachter vandaan wil trekken, wordt als werkelijke fascist gebrandmerkt.
- ANP