Maarten van Rossem openhartig over ontmoeting met vrouw

Om het jaar 2023 met een knaller af te sluiten, heeft Nieuwe Revu een extra dik decembernummer gemaakt met onder andere 12 spraakmakende interviews. Eén van de geïnterviewde BN'ers is Maarten van Rossem. Wij geven je vast een voorproefje:

Maarten van Rossem

Wanneer sloeg de vonk tussen jou en Winnie over?
‘Geen idee. Ik heb nog nooit ook maar enige zoektocht ondernomen naar vlinders in de buik of kwetterende vogeltjes. Het heeft heel lang geduurd voordat het bij ons duidelijk was dat er meer aan de hand was. Romantische stappen ondernemen om haar mij voor te winnen kostte mij grote moeite, omdat ik op dat punt enorm verlegen was. En nog steeds ben, want het is bij Winnie gebleven. Dat is dan wel weer lekker. Ik heb na haar nooit meer tot ’s avonds laat de hort op gemoeten. Ik moet daar niet aan denken.’

Wanneer was u romantisch?
‘Ik heb geen idee. Dat zou je haar moeten vragen en ik weet zeker dat ze helemaal geen zin heeft om dat te vertellen. Ik zou het niet weten wanneer ik ooit iets romantisch tegen haar gezegd heb of een keer een gedichtje heb geschreven. Op het punt van bloemen ben ik ook uitermate zwak ontwikkeld. Tegenwoordig krijg ik ze vaak wel mee in het theater. Dan staat er na afloop weer zo’n dame met een ruikertje en die neem ik dan mee naar huis. Winnie weet echter ook wel dat ik die niet zelfstandig ergens ben gaan kopen.’

Binnenkort zijn jullie zestig jaar samen. Gaat dat nog gevierd worden?
‘Nee. Waarom? We ontmoetten elkaar op een sinterklaaspartijtje voor studenten in december 1963. Daarna ging ze nog een tijdje naar Engeland en pas in de zomer van 1964 noemden we onszelf een paar. Ik denk niet dat ze bewust voor me gekozen heeft en ook was ik niet op zoek naar een twinkeling in haar ogen. We vonden elkaar aardig en het liep gewoon zo. Vervolgens werd er door anderen geroepen dat we maar eens moesten trouwen en weer wat later kwamen er kinderen. Het is een ontwikkeling van natuurlijke stappen die op elkaar volgen. We hebben het goed zo en onze kinderen zijn typische mengvormen van ons beiden geworden. Iets minder praatlustig, maar verder hebben ze veel van ons.’