Punklegende Sid Vicious: een kwetsbare jongen

Precies 45 jaar geleden overleed Sid Vicious (21), misschien wel de meest iconische punker aller tijden. Onlosmakelijk verbonden met de Sex Pistols stierf hij aan een overdosis heroïne, nota bene verstrekt door zijn eigen moeder...

Sid Vicious

Londen. We schrijven de herfst van 1975. De 29-jarige Malcolm McLaren runt samen met zijn echtgenote, ontwerpster Vivienne Westwood, een boetiek in extravagante kleding. Het winkeltje aan King’s Road draagt de welluidende naam: SEX. Het is de tijd van punk: gescheurde kleding, veiligheidsspelden en heel veel buttons. Behalve designer en ondernemer, is McLaren ook de bedenker én manager van de punkband Sex Pistols, vernoemd naar zijn eigen winkel.

Aanvankelijk bestaat de band uit gitarist Steve Jones, drummer Paul Cook, bassist Glen Matlock en leadzanger Johnnie Rotten. Die laatste is allerminst door McLaren aangetrokken vanwege zijn zangkwaliteiten. Integendeel. Rotten heeft een snerende stem en snauwt zijn teksten in de microfoon. Bovendien is de zelfverzonnen achternaam ‘rotten’ een directe verwijzing naar de staat van zijn gebit. Wat dan wel Rottens kwaliteiten zijn? Zijn loerende tronie, waarmee hij in alles fuck you uitstraalt. En dat is precies waarnaar McLaren op zoek is.

De band maakt snel naam. Concerten zijn een muur van herrie en ontaarden keer op keer in massale knokpartijen. Als de Sex Pistols in 1976 te gast zijn in de talkshow van Bill Grundy, live uitgezonden op de BBC, gebruikt gitarist Steve Jones enkele malen het f-woord. Kijkers zijn woest. Nooit eerder in de geschiedenis heeft iemand ‘fuck’ gezegd op de Britse publieke zender. Ongehoord voor die tijd. De volgende dag zijn de Sex Pistols wereldberoemd in heel Groot-Brittannië. De Britse goegemeente is het erover eens: punk is een grotere bedreiging dan het communisme.

Maar bij manager McLaren, die een neusje heeft voor negatieve aandacht, gaat de champagne open. Hij ligt op koers. De Sex Pistols zijn hard op weg om de beruchtste punkgroep uit de geschiedenis van de popmuziek worden. Doorpakken nu, want hoe buitensporiger en meer ‘no future’ het leven van de bandleden is, des te beter. Dát is wat veel jongeren aantrekt.

Dus moet bassist Glen Matlock het veld ruimen. Hij is namelijk fan van The Beatles – dat clubje ideale schoonzonen – en alleen daarom veel te braaf om een echte punker te zijn. Plus te muzikaal, met zijn geouwehoer over Fsus4-akkoorden, want who gives a fuck om muzikale kwaliteiten? Nee, Matlock past absoluut niet in het toekomstplaatje van de band.

Dat Sid Vicious geen noot kan spelen? Who cares! Hij heeft charisma, is nu al een stijlicoon

McLaren ziet meer in ene John Ritchie. Een slungelige 19-jarige knaap die niet alleen de boezemvriend van Rotten is, maar ook hardcore fan van de Sex Pistols. Van zijn dertiende tot zijn vijftiende was Ritchie een skinhead, maar nu is hij alweer enkele jaren punk. Met zijn zwarte piekhaar, leren jack en T-shirts boordevol hakenkruizen, zal hij zeker de tabloids halen. Ja, dat voelt McLaren feilloos aan. Bovendien is Ritchie in de ogen van punkliefhebbers een mooie jongen, iemand met ‘goede jukbeenderen’. En dat hij geen noot kan spelen? Who cares! Hij heeft charisma, is nu al een stijlicoon.

Dus is het ‘Matlock out’ en ‘Ritchie in’. Johnny Rotten is degene die de artiestennaam van zijn vriend verzint. Voortaan gaat John Ritchie door het leven als Sid Vicious. ‘Sid’ omdat Rottens hamster zo heet. En ‘Vicious’ omdat het beestje een vals mormel is. En het is de titel van een nummer van Lou Reed.

Ongeleid projectiel

Inmiddels is het maart 1977. Sid Vicious is dolgelukkig dat hij nu bij de Sex Pistols hoort. Eindelijk heeft hij een doel in zijn leven. Wie had dat kunnen denken toen hij op zijn veertiende door zijn verslaafde moeder, Anne Beverley, uit huis werd getrapt? Sid, die zijn vader nooit heeft gekend, was niet langer meer welkom in haar kale appartement. Misschien verstootte ze hem wel voor zijn eigen bestwil, want moeder en zoon zaten beiden aan de drugs. Zij aan de heroïne en hij, haar enig kind, aan de speed. Anne zou daar later in een interview over zeggen: ‘Ik weet nog dat ik tegen hem zei: “Het is jij of ik, maar één van ons tweeën moet oprotten. En ik ga het niet worden.” Hij zei: “Maar ik kan nergens heen.” En ik antwoordde: “I don’t care.”’

Sid doet zijn best om alsnog een beetje te leren bassen. Dat wil zeggen, één nacht probeert hij het. Leren spelen op de basgitaar met een elpee van de Ramones op de achtergrond. Een paar grepen kent hij nu, maar veel is het niet. Uiteindelijk zal Steve Jones alle baspartijen voor zijn rekening nemen, in ieder geval in de studio. En Sid? Die plukt tijdens optredens doelloos wat aan zijn vier snaren.

McLaren heeft het goed ingeschat. Sid stelt – op geheel eigen wijze – niet teleur, heeft een groot gevoel voor anarchie, gebruikt overvloedig veel speed, scheldt fans en journalisten uit, gaat op de vuist met publiek, boert erop los en spuugt bier waar hij maar kan. Choqueren lijkt zijn tweede natuur. Ook is hij de zelfverklaarde uitvinder van de pogo. Boing, boing, boing. Als een wildeman in het rond springend, molenwiekend met de armen.

Letterlijk en figuurlijk een ongeleid projectiel, meer nog dan de rest van de band. Het lijkt wel alsof hij het als zijn taak ziet de gekte, die al enorm was toen hij bij de band kwam, tot nog grotere hoogten op te stuwen. Al zouden sommigen later zeggen dat hij simpelweg niet wist wat te doen. De basgitaar bespelen kon hij niet. Dus wat overbleef, was de naam ‘Vicious’ eer aandoen. Maar volgens vrienden was hij ook iemand die, ondanks zijn armzalige jeugd, regelmatig zijn moeder schreef, ondanks alles. Altijd hunkerend naar aandacht, goedkeuring en liefde.

Sid Vicious in een waas van bloed, drank, drugs en waanzin.

Dan nadert het zilveren jubileum van koningin Elizabeth, juni 1977. McLaren regelt een bootje. Daarop spelen de Sex Pistols hun nieuwe single God Save the Queen, terwijl ze op de Theems langs het parlementsgebouw varen.

Nu was het nummer al min of meer verboden vanwege de gebezigde teksten over de vorstin (‘The fascist regime/ she ain’t no human being’), maar bovendien stond de koningin zelf net op het punt om een tochtje over het water te maken. Dus grijpt de politie in. Agenten enteren het bootje en arresteren iedereen aan boord. Even later worden de Sex Pistols en hun manager gemolesteerd in een politiebusje. Met instemming van de publieke opinie, zo blijkt de volgende dag (‘punish the punks!’). Voor de doorsnee Brit is Queen Mum heilig.

De volkswoede is nu compleet. Gemeenten door heel het land doen hun best optredens van de Sex Pistols tegen te houden en, als het even kan, te verbieden

De volkswoede is nu compleet. Gemeenten door heel het land doen nu hun best optredens van de Sex Pistols tegen te houden en, als het even kan, te verbieden. Ze zien de band als een regelrechte bedreiging voor de moraal van de jeugd.

Wat McLaren allang had voorzien, gebeurt. Het tumult rondom de Sex Pistols maakt de band alleen maar populairder. Binnen enkele dagen verkoopt God Safe the Queen meer dan 150.000 exemplaren. De single staat direct op 1 in de Britse hitlijsten, ook al wil geen radiostation het nummer draaien. ‘Cash from chaos,’ noemt McLaren dat. Hoe dan ook, om de volkswoede te omzeilen, treden de Sex Pistols een tijdje op onder schuilnamen. The Hamsters. A Mystery Band. International Repute. Ze zijn de burgerschrik van heel Groot-Brittannië.

Groupie

Intussen heeft Sid de 19-jarige Nancy Sprungen leren kennen. Een hoogblonde Amerikaanse groupie die in de slipstream van de New York Dolls in Londen is neergestreken. Een junkiemeisje, dan al boordevol psychische problemen. Volgens haar moeder gebrand op de dood, vastbesloten te sterven vóór haar 21ste. Iedereen uit de entourage rondom de Sex Pistols voelt intuïtief aan dat ze één brok negatieve energie is. Alleen Sid laat haar toe. Hij is de enige die haar niet negeert. Misschien uit een soort van medelijden, wie zal het zeggen.

Nancy wijkt niet meer van zijn zijde. Zij is ook degene die Sid ontmaagdt. Vanaf dat moment zijn ze onafscheidelijk. Sid weet het zeker, zij is zijn enige allesomvattende liefde. En de overige bandleden? Zij mogen ‘dat blonde kreng’ nog steeds niet. Ze zien haar zelfs als een bedreiging voor de Sex Pistols, precies zoals Yoko Ono dat was voor The Beatles, maar laten het voor wat het is.

Samen met Nancy komt ook de heroïne in Sids leven. Ze ontpopt zich zelfs als zijn dealer. Al is het te veel eer om haar persoonlijk verantwoordelijk te houden voor zijn heroïnegebruik. Ze dwingt hem allerminst om de naald in eigen arm te zetten. Sid wil het zelf. ‘He took the easy way out,’ zou Rotten later zeggen.

Sid en Nancy, twee junkies die elkaar hebben gevonden. Snel leven, jong sterven, want nobody gets out alive. En voor de rest ‘we don’t fucking care’. Hoe meer ze naar elkaar toetrekken, des te meer lijkt de buitenwereld te vervagen.

Januari 1978. McLaren heeft een korte Amerikaanse tournee voor de band georganiseerd. In plaats van concerten in steden als New York of Los Angeles, richt hij zich op het diepe zuiden. Atlanta, Memphis, Dallas. De reputatie is de band al vooruitgesneld. Het publiek, voornamelijk gekomen om te knokken, jouwt de Sex Pistols uit. Elk optreden loopt gierend uit de klauwen. Het is één groot negatief circus.

Wat al eerder dreigde te gebeuren, wordt nu werkelijkheid. De band valt uit elkaar in twee kampen. Johnnie Rotten en Sid Vicious tegenover Jones en Cook. Maar eigenlijk heeft iedereen ruzie met iedereen. En Sid? Die doet wat hij altijd al deed. Hij slaat tijdens een concert in San Antonio zijn basgitaar aan gort op het hoofd van een fan en gaat in een bar op de vuist met een of andere cowboy.

Zo sleept de tournee zich voort in een waas van drank, drugs en waanzin. Tussen de optredens door is Sid naarstig op zoek naar heroïne. Maar de beveiliging van de band, twee Vietnamveteranen, staat dat niet toe. Een kat-en-muisspel is het gevolg. Tijdens een optreden in Dallas kerft Sid met een scheermesje de woorden ‘gimme a fix’ in zijn borst. Die boodschap is niet aan dovemansoren besteed. Sid weet op een avond de beveiliging te ontlopen en krijgt eindelijk zijn ‘fix’. Het shot pure heroïne doet hem in een Amerikaans ziekenhuis belanden. Maar niemand die hem daar bezoekt.

Rotten voelt zich intussen belazerd en verraden. Vooral door McLaren die de hele trip enkel lijkt te hebben georganiseerd om alles kolossaal te laten ontsporen. Anarchie als product, want destructie, aldus McLaren, heeft ook commerciële waarde. Conflict en ruzie als de motor van alles.

Tijdens het laatste optreden van de tournee, Sid is er weer bij, eindigt Rotten met de woorden: ‘Ever get the feeling you’ve been cheated?’ Hij houdt het voor gezien. De band valt uit elkaar. Op 17 januari houden de Sex Pistols op te bestaan. Al houdt McLaren de zaak nog even gaande. Er staat namelijk nog een satirische film over de punkband op de rol, die The Great Rock ‘n’ Roll Swindle moet gaan heten. Dan moet Sid maar de leadzanger zijn. Die is het daar wel mee eens. Hij vindt zichzelf het meest ‘Sex Pistol’ van allemaal.

Chelsea Hotel

Intussen vertelt Rotten aan iedereen die het maar horen wil dat Sid Vicious hartstikke homo was voordat hij Nancy leerde kennen. Dat is een roddel waar de Britse tabloids massaal bovenop springen. Sid en Nancy verkassen naar New York en nemen daar hun intrek in kamer 100 van het Chelsea Hotel. Een groezelige kamer, waar het jonge stel zichzelf compleet in harddrugs verliest. Sid besluit dat hij klaar is voor een solocarrière, bijgestaan door Nancy als zijn manager. Maar hij kan nog steeds geen noot spelen en zingt zo vals als een kraai. Elke plaatopname mislukt. Al staat hij met een geschreeuwde uitvoering van Frank Sinatra’s My Way zowaar nog heel even in de top-10.

‘Als jongetje heb ik weleens uit verveling een kat gewurgd. Ik wilde weten hoe het voelde. Maar toch, ik vind mezelf een aardig iemand’

Intussen wisselen overdoses en afkickprogramma’s elkaar in rap tempo af. Soms geeft het stel vanuit bed een interview. Nancy mompelt onsamenhangende monologen en Sid is meer buiten dan bij bewustzijn. Maar af en toe zegt hij toch iets. ‘Ik zal sterven voordat ik 25 ben, maar geleefd hebben zoals ik wilde.’ En over zijn jeugd: ‘Als jongetje heb ik weleens uit verveling een kat gewurgd. Ik wilde weten hoe het voelde. Maar toch, ik vind mezelf een aardig iemand.’ En daarna, na een lange stilte: ‘Ik houd van mijn moeder.’

Op 12 oktober 1978 wordt het levenloze lichaam van Nancy Spungen, pas 20 jaar oud, aangetroffen in de badkuip van hun hotelkamer. Ze is doodgebloed. Het mes steekt nog in haar buik. Sid, die in verwilderde toestand naast de badkuip zit, wordt gearresteerd. Hij bekent direct: ‘I did it because I am a dirty dog.

Later blijkt dat het doodbloeden van Nancy minstens vier uur moet hebben geduurd. Sid ontkent nu elke betrokkenheid. Nancy moet zelfmoord hebben gepleegd terwijl hij lag te slapen, of vermoord zijn door een van de twee drugsdealers, die die nacht nog waren langsgekomen. Hoe dan ook, Sid had die avond dertig barbituraten (zware kalmeringsmiddelen) geslikt. Genoeg om urenlang ‘out’ te zijn.

Tien dagen na haar dood probeert hij zichzelf met een mes van het leven te beroven. Het levert hem drie dagen ziekenhuis op. Media speculeren over een mislukt zelfmoordpact dat Sid en Nancy samen zouden hebben gesmeed. Hij zou haar hebben gedood, maar vervolgens niet gedurfd hebben om de hand aan zichzelf te slaan.

In de weken die volgen ontvangt Nancy’s moeder twee lange brieven van Sid. Hij schrijft haar hoeveel hij van Nancy gehouden heeft en dat zijn eigen dood nu ook met rasse schreden nadert. Ook belt hij haar vanuit de gevangenis, huilend: ‘Ik weet niet waarom ik nog leef, nu Nancy er niet meer is.’ Als je de liefde wegneemt, is het leven een tombe.

Kwetsbare jongen

Hangende het onderzoek naar Nancy’s dood komt Sid na twee maanden weer vrij, op een borgsom van 50.000 dollar. Betaald door Virgin Records, op voorspraak van McLaren. Sid is weer clean, voor de zoveelste keer. In de gevangenis van Rikers Island heeft hij min of meer gedwongen deelgenomen aan een afkickprogramma.

De Sex Pistols met v.l.n.r. Sid Vicious, Johnny Rotten, Steve Jones en Paul Cook.

Vrienden vertellen de pers dat zijn leven van nu af aan beter gaat verlopen. Om Sids herwonnen vrijheid te vieren, organiseren ze een feestje in een flat in Greenwich Village, een wijk in Lower Manhattan in New York.

Daar sterft Sid op 2 februari 1979, slechts 21 jaar jong, aan een overdosis extreem pure heroïne. Gekregen van zijn moeder, Anne Beverley. Zij is ook degene die hem de volgende ochtend vindt, liggend op de vloer, koud en verstijfd, met de spuit en lepel nog naast zich.

Ex-bandleden reageren gelaten. Johnny Rotten mompelt dat Vicious het loodje legde omdat hij zo dom was zijn eigen imago serieus te nemen. Steve Jones hoort het nieuws via een journalist van Rolling Stone en reageert: ‘Nou ja, in ieder geval goed voor de plaatverkoop.’

Zo denkt Virgin Records er ook over. De platenmaatschappij brengt onder het motto From Beyond The Grave nu ook een clip uit van Vicious’ versie van Frank Sintra’s My Way. Een nummer dat, hoe ironisch, vooral populair is op uitvaarten (‘Now, the end is near/ I face, the final curtain’). Plus twee singles. Beide nummers (Both Something Else en C’mon Everybody) bereiken de top-3.

Direct na de crematie belt Sids moeder Anne met Deborah Spungen, de moeder van Nancy. Ze vraagt of Sids as in het graf van haar dochter bijgezet mag worden. Maar Deborah weigert, ook al erkent ze dat Sid ‘desperately in love’ was met haar dochter. Ze had hem één keer gezien. Hij was toen erg verlegen, zelfs een beetje kinderlijk. Een fragiele jongen, stil en beleefd.

Wat er uiteindelijk met de as is gebeurd, blijft onduidelijk. Sommigen houden het erop dat Anne op een nacht over het hek van het kerkhof klom en daar de as van haar zoon over het graf van Nancy uitstrooide. Voor altijd samen. Maar Malcolm McLaren heeft een andere versie. Volgens hem keerde Anne terug op vliegveld Heathrow, samen met de as van haar zoon. Daar stootte ze de urn om in de aankomsthal, waarna Sids as door de luchtroosters werd opgenomen, uitgestrooid over duizenden reizigers.

En dat is het verhaal van Sid Vicious. Een kwetsbare jongen. Niemand in de punkscene die het beste met hem voor had. Pas decennia later, in 2014, betuigt Rotten enig medeleven: ‘Sid had geen kans. Zijn moeder was een heroïneverslaafde. Het knaagt nog steeds dat ik degene was die hem erbij haalde, bij de Sex Pistols. Hij kon er niet mee overweg. Ik voel me medeverantwoordelijk voor zijn dood.’

En Sids moeder, Anne Beverley? Zij knipt op 21 september 1996 haar creditcards door, vouwt al haar kleren netjes op, gaat op de grond van haar kale appartement liggen en dient zichzelf een overdosis heroïne toe. Jong sterven, maar dan zo laat mogelijk. Ze werd 58 jaar.