*Op de foto: Desi Bouterse, oprichter en voormalig voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP).
Het was in 1999 tot dan toe de hoogste straf die in Nederland ooit was opgelegd voor drugshandel: de veroordeling bij verstek van de Surinaamse voormalige legerleider Desi Bouterse voor betrokkenheid bij de smokkel van 474 kilo cocaïne van Suriname naar Stellendam in Zuid-Holland, een jaar eerder. Hij kreeg daarvoor van de rechtbank in Den Haag zestien jaar cel, en een boete van 4,6 miljoen gulden.
Bouterse was in dat jaar volgens de rechtbank de onbetwiste leider van het zogenaamde Suri-drugskartel: ‘Mensen die van plan waren om cocaïne het land uit te voeren konden in die tijd niet om hem heen.’
In hun vonnis stelden de rechters dat Bouterse in de jaren tachtig over veel macht beschikte. Hij stimuleerde de export, liet partijen voor zijn eigen rekening verzenden en gaf leiding aan de productie van cocaïne in laboratoria in het binnenland van Suriname. ‘Een dikke zaak,’ noemde de officier van justitie het proces tegen Bouterse indertijd. Die zaak bleek in hoger beroep wel wat minder hard te zijn. Het hof bracht de straf terug naar elf jaar cel.
Miskleun
De in Paramaribo geboren advocaat Gerard Spong houdt de zaak-Bouterse al sinds de jaren tachtig nauwlettend in de gaten. Hij verloor vrienden en collega’s tijdens de Decembermoorden. Nu doet Spong een opmerkelijke uitspraak over de drugsveroordeling van Bouterse, die momenteel nog steeds op de vlucht is na zijn veroordeling voor deze moorden.
Spong wijst erop dat justitie in Nederland een uitgelezen kans heeft om Suriname bij te staan in de aanhouding van de veroordeelde ex-president. Dit vanwege een forse drugsstraf die in ons land nog tegen hem uitstaat. De raadsman: ‘De Nederlandse staat heeft er vanwege die drugsveroordeling in ons land alle belang bij om zelf ook achter hem aan te gaan. Al was het alleen maar om de verjaring van het uitvoeren van de straf te stuiten.’
Dat is een juridische rekensom die Spong graag toelicht. Justitie in Nederland heeft sinds de veroordeling in 1999 nog steeds het recht om Bouterses drugsstraf uit te voeren. Daarvoor geldt een uiterste termijn, die halverwege 2025 afloopt. Daarna mag Bouterse volgens de wet dus niet meer de cel in worden gezet.
Wat Spong met ‘stuiting’ bedoelt, is dat deze dreigende verjaring van de celstraf in 2025 kan worden opgeheven door het Openbaar Ministerie, door achter Bouterse aan te gaan en hem aan te houden voor het uitzitten van zijn straf.
Bij navraag aan het Openbaar Ministerie in Den Haag, ontkent justitie dat Bouterses straf volgend jaar verloopt: ‘Er is geen sprake van verjaring. Hij staat internationaal gesignaleerd,’ laat een woordvoerder weten.
Spong, meerdere keren uitgeroepen tot beste advocaat van het land door zijn collega’s, kan zich niet aansluiten bij die conclusie van het OM. Hij is van mening dat het verjaren van de celstraf voor Bouterse ondanks de signalering nog steeds dreigt.
Spong geeft aan dat een uitspraak van de Amsterdamse rechtbank uit 2022 hierin een rol speelt. Die stelt dat een Europese signalering er niet voor zorgt dat de verjaring van een straf verloopt. Dat geldt volgens de raadsman dan óók niet voor een ‘wereldwijde’ signalering: ‘De tekst van de wet ondersteunt mijn visie,’ klinkt het. ‘Het is aan te bevelen dat het OM in Den Haag deze kwestie goed bekijkt ter voorkoming van een miskleun.’
Als het aan Spong ligt, maakt justitie dus werk van het opsporen en arresteren van Bouterse. De raadsman, in de taal die hij kent: ‘De rechtsstaat is niet alleen een papieren tijger. Daar hoort ook een tenuitvoerlegging bij.’
Aan de macht
Desiré Delano Bouterse begon al met de drugshandel vanaf het moment dat hij halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw in Suriname aan de macht kwam. Nadat het land in 1975 onafhankelijk was geworden, pleegde de voormalige militaire sportinstructeur op 25 februari 1980, samen met vijftien onderofficieren, een staatsgreep. Twee jaar later volgden de gruwelijke Decembermoorden, zoals ze zijn gaan heten. Onder het bewind van Bouterse werden vijftien vooraanstaande Surinamers vermoord, bij Fort Zeelandia, in Paramaribo. Hij zal er bijna een halve eeuw later pas voor worden veroordeeld.
Naast het feit dat dit de democratische rechtstaat in Suriname volledig ontwrichtte, had het ook gevolgen voor de economie van de voormalige kolonie. Onmiddellijk na de machtsovername door Bouterse zette Nederland namelijk de subsidie stil, die na de onafhankelijkheid was toegezegd. Dat ging om maar liefst 3,5 miljard Nederlandse guldens.
Al deze ontwikkelingen veranderden Suriname in een bananenrepubliek. Om toch aan middelen te kunnen komen, besloot legerleider Bouterse in de cocaïnehandel te stappen. Dat wordt al snel bekend, ook in Nederland. Militairen en burgers die uit angst voor Bouterse na de decembermoorden het land uit waren gevlucht, geven er de eerste signalen over door aan de Nederlandse inlichtingendiensten.
Geruchten over Suriname als doorvoerland van de Colombiaanse cocaïne naar Europa en de Verenigde Staten, worden na 1982 steeds hardnekkiger. De Colombiaanse kartels zijn in die periode op zoek naar nieuwe routes en doorvoerlanden, omdat de Verenigde Staten de war on drugs maximaal hebben opgevoerd. Colombiaanse drugsbaronnen blijken graag te willen investeren in de Surinaamse drugseconomie. Onder leiding van Bouterse worden in het binnenland van Suriname onder meer tien illegale landingsbanen aangelegd, waar locals goed voor worden betaald.
Danser
Begin jaren tachtig begint de Nederlandse justitie zijn focus op de drugshandel vanuit Suriname te richten. Nederland onderneemt een poging om de drugs dealende legerleider in de val te laten lopen. Een belangrijke rol hierin speelt een nogal illustere informant. Het is het verhaal van ‘de danser’, zoals deze Dick Stotijn later wordt genoemd. Op basis van zijn informatie wil men halverwege de jaren tachtig een actie uitvoeren om de drugssmokkel naar Suriname door het Medellínkartel van Pablo Escobar te keren.
In die jaren zou Bouterse Escobar enkele keren hebben ontmoet, en zelfs met alle egards hebben ontvangen in zijn presidentieel paleis. Bij die ontmoeting zouden er miljoenen dollars op tafel zijn gezet. Het zou om een dubieuze lening zijn gegaan vanuit Colombia. Een professionele cateraar bij een banket met de twee legde hierover later een geloofwaardige getuigenis af. Ook het CoPa-team (Colombia-Paramaribo) stelde vast dat Bouterse de grootste drugslord uit de geschiedenis had ontmoet.
'De cocaïne werd verpakt in vis, pompoenen, hout, noem maar op, en zo verscheept of gevlogen naar Miami of Nederland'
Maar de Nederlandse politie krijgt koudwatervrees. De vraag is of ze op Surinaams grondgebied wel bevoegd is, en of ze wel genoeg capaciteit heeft voor de actie. Daarnaast ligt de actie politiek gevoelig. Bouterse en zijn militairen worden uiteindelijk met rust gelaten.
De Nederlandse politieman die de informant Stotijn runde is hierover nog lang verontwaardigd. ‘Als we deze actie hadden doorgezet, dan waren we uiteindelijk bij Bouterse uitgekomen,’ zegt hij in 2012 in een uitzending van Andere tijden van de VPRO. ‘Dan had Suriname er nu heel anders uitgezien.’
Een succesvolle actie komt er naar aanleiding van de info van Stotijn trouwens wel, als de Amerikaanse DEA zich er in 1986 mee gaat bemoeien. Het wordt een actie in de stijl van de destijds populaire televisieserie Miami Vice. Undercoveragenten van de DEA proberen Bouterse naar Florida te lokken, om te praten over het opzetten van een drugslijn. Maar Bouterse zegt op het laatste moment af, tot grote teleurstelling van de Amerikaanse antidrugseenheid. Hij stuurt zijn rechterhand, Etienne Boerenveen.
Deze Boerenveen wordt wel degelijk ontmaskerd als hij in Miami wel over de op te zetten drugslijn met de Surinaamse staat komt onderhandelen: ‘Een deel gaat naar mij, een deel naar de regering,’ zegt hij zonder gêne tegen een DEA-agent, terwijl hij met de handen in zijn broekzakken laat zien waar het geld in zal verdwijnen. Het gesprek vindt plaats op een jacht dat volgehangen is met camera’s. Boerenveen kan worden aangehouden. Een betrokken DEA-agent zegt later over deze operatie: ‘Het was de enige keer dat iemand mij zijn land aanbood.’
De pas 28-jarige Etienne Boerenveen wordt in de VS door de rechter tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens betrokkenheid bij de handel in harddrugs. In 1994 begint de Nederlandse justitie een strafzaak tegen hem op verdenking van drugshandel, maar hij wordt later vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
De actie van de DEA maakt geen einde aan de eindeloze stroom aan coke die via Suriname naar het Europese continent vloeit. Een voormalig veiligheidsagent van Bouterse, Marcel Nelom, klapt in de jaren negentig uit de school over de manier waarop drugs naar Nederland werden gesmokkeld: ‘De cocaïne werd verpakt in vis, pompoenen, hout, noem maar op, en zo verscheept of gevlogen naar Miami of Nederland,’ vertelt hij De Groene Amsterdammer.
Bijna gepakt
In 1997 krijgt de Nederlandse staat een nieuwe kans om Bouterse op te pakken, op verdenking van drugshandel. Maar ook die poging mislukt jammerlijk. Het is een hoofdstuk apart. Want het leidde tot een clash tussen twee Nederlandse politieke kopstukken.
In ons land loopt dan namelijk al een tijd een strafrechtelijk onderzoek tegen Bouterse. In Den Haag is zelfs een speciaal politieteam opgetuigd: het CoPa-team. Bij het ministerie van Justitie van Winnie Sorgdrager (D66) is in de zomer van 1997 ook informatie binnengekomen dat de gezochte Bouterse in Brazilië zou zijn. Een Nederlandse diplomaat heeft Bouterse in het land gesignaleerd. Sorgdragers ambtenaren zijn zelfs al bezig om een uitleveringsverzoek aan dat land voor te bereiden. Maar Hans van Mierlo, op dat moment minister van Buitenlandse Zaken, en partijleider van D66, steekt er een stokje voor. In een gesprek met zijn partijgenoot Sorgdrager geeft hij aan dat het oppakken van Bouterse vanwege de moeilijke politieke situatie in Suriname ‘onverstandig’ zou zijn. Sorgdrager verzet zich daartegen en vindt dat Bouterse gewoonweg opgepakt moet worden, omdat hij verdacht wordt van criminele activiteiten.
'Waar ter wereld berecht men een meervoudige moord zonder de verdachte ervoor in voorlopige hechtenis te nemen?'
In 2021 onthult Sorgdrager in een podcast van NRC dat zij en haar ambtenaren hier behoorlijk gefrustreerd over waren. Dat was vooral vanwege de argumentatie van Van Mierlo, die in 2010 overleed. Hij vertelde zijn minister van Justitie dat hij ‘hield van Suriname’ en daarom geen arrestatie wenste van de feitelijke machthebber aldaar.
Sorgdrager durfde zich daarna niet te verzetten tegen haar eigen politieke baas. Het had volgens haar tot een ongewenst geschil geleid tussen twee D66-ministers, dat ook nog eens opgelost zou moeten worden door de PvdA-premier van dat moment, Wim Kok. Dat vond Sorgdrager geen fijn vooruitzicht. De blokkade van de arrestatie van Bouterse door Van Mierlo lekte in augustus 1997 overigens wel uit en leidde daarna tot veel kritiek vanuit de Tweede Kamer.
Desondanks bleef het hoofddoel van het CoPa-team nog altijd de man die zichzelf graag in eigen kring ‘Bevel’ liet noemen: Bouterse. In 1999 volgt de veroordeling voor de drugssmokkel vanuit Suriname naar Stellendam. Het is een veroordeling bij verstek. Bouterse wordt er niet voor opgepakt.
De uitspraak heeft wel gevolgen voor Bouterse. De veroordeling en het hele proces eromheen verzwakken zijn positie in Suriname. Hij wordt door de toenmalige president van het land aan de kant gezet als bestuurder van het land en blijft alleen fungeren als zogenaamde minister van Staat. Even denkt men dat zijn rol in de politiek is uitgespeeld.
Achteraf wordt de strafzaak tegen Bouterse in de conclusies van de zogenaamde IRT-affaire (als de politie in Nederland in de fout gaat door zelf drugs te gaan importeren om criminelen te pakken) omschreven als een ‘krankzinnig avontuur’. Belangrijkste reden die men hiervoor noemt, is omdat er altijd politiek op de achtergrond speelde – zoals ook al bleek uit de clash tussen Van Mierlo en Sorgdrager.
Doorvoerland
In het jaar van Bouterses veroordeling komen Braziliaanse media met het nieuws dat er cocaïne in grote hoeveelheden vanuit Suriname dit land binnenstroomt. De drugsbazen zouden daar toestemming voor hebben gekregen, na tussenkomst van Bouterse en de Surinaamse ambassadeur in Brazilië.
Via de ambassade worden ook drugsvluchten gecoördineerd, meldt de Braziliaanse zender TV-Globo. Een deel van de coke die naar en door Brazilië wordt gesmokkeld, wordt bewerkt in laboratoria in het Surinaamse achterland. Veel van die laboratoria zijn van Colombia naar Suriname verplaatst.
De Surinaamse ambassade in Brazilië is niet blij met alle onthullingen: ‘Deze negatieve en zeer onvriendelijke daad zal niet worden geaccepteerd,’ is de reactie eind jaren negentig.
Tot op de dag van vandaag is Suriname aantoonbaar een doorvoerland van cocaïne van Colombia naar andere delen van de wereld gebleven. Het vervoer gebeurt – vaak via Brazilië of Venezuela – met kleine vliegtuigen, vissersboten en onderzeeboten.
Het drugstransport is ook nog steeds een lucratieve business, in een markt die nog steeds groeit en zich steeds meer op Europa richt. Het tarief voor de aflevering via Suriname van 400 kilo cocaïne ligt rond de 150.000 dollar, bleek pas nog uit onderzoek van de Franse krant Le Monde.
In 2005 probeerde Bouterse af te komen van zijn veroordeling voor drugshandel. Hij zei nieuw bewijs te hebben dat hem vrijpleitte. Een kroongetuige waar justitie destijds een deal mee had gesloten, in ruil voor een verklaring, zou deze inmiddels hebben teruggetrokken. De getuigeis zou een ‘verzinsel’ zijn geweest, in ruil voor de verlaging van zijn veroordeling in een andere zaak. In een justitiebusje zou hij later aan een medegedetineerde hebben verteld dat hij justitie met zijn verklaring een ‘plezier’ had gedaan.
De kroongetuige had tijdens de rechtszaak verklaard dat Bouterse zich persoonlijk bemoeide met het binnenhalen van 700 kilo cocaïne in de haven van Stellendam, vanuit Suriname. Op 9 september 1997, om precies te zijn. Het ging om een lading drugs die tijdens een controle in die Nederlandse haven werd onderschept, en die door justitie via de gps-gegevens van het vervoerende schip was getraceerd tot bij het huis van Bouterse aan de Surinamerivier.
De Hoge Raad wees het cassatieverzoek van Bouterse af. De kroongetuige had achteraf dan wel verklaard dat hij zaken had verzonnen, maar zijn verklaring bleek volgens de Raad op waarheid berust te zijn geweest. Dat bleek uit onderzoek naar zijn statements, verricht door justitie.
Ook een herzieningsaanvraag door advocaat Inez Weski werd later door de Hoge Raad afgewezen. Er zouden geen nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die een nieuwe behandeling van de zaak zouden rechtvaardigen.
Bouterse had in 2005 trouwens een serieus belang bij een vrijspraak. Hij deed op dat moment weer mee aan de presidentsverkiezingen, en verwachtte de overwinning te kunnen behalen. Maar de Verenigde Staten waarschuwden dat ze Bouterse vanwege zijn drugsveroordeling niet als president zouden erkennen. Ook zou hij om die reden het land niet kunnen verlaten, zonder het risico te lopen te worden gearresteerd.
Voortvluchtig
2024. Bouterse had zich op 12 januari van dit jaar moeten melden bij de gevangenis in Suriname om zijn straf van twintig jaar voor de Decembermoorden uit te zitten, maar kwam daar niet opdagen. Sindsdien is de 78-jarige Desi Bouterse officieel voortvluchtig. De Surinaamse politie vaardigde een opsporingsbericht uit. In maart werd Bouterse op de internationale opsporingslijst van Interpol geplaatst.
Het onvermogen van Suriname om Bouterse vast te zetten, wordt door veel Surinamers als een blunder van de overheid gezien. In Suriname vraagt men zich af of de autoriteiten hem überhaupt wel willen vinden.
Dat laatste is alweer vanwege de politieke gevoeligheid. De huidige president Chan Santokhi zou weinig aandacht aan Bouterse willen besteden, omdat er volgend jaar verkiezingen zijn en hij met zijn beleid niet populair is onder de bevolking. De Surinaamse bevolking zou ook niet zoveel belangstelling meer hebben voor de figuur Bouterse. Men vermoedt in Suriname overigens dat Bouterse niet naar het buitenland is gevlucht, maar gewoon in een van zijn buitenhuizen in het Surinaamse binnenland woont, onder meer omdat hij medische hulp nodig heeft.
Gerard Spong begrijpt niet waarom Bouterse niet al heel veel eerder is vastgezet: ‘Dat had in 2000 moeten gebeuren, bij de aanvang van het proces. Het lamlendige Surinaams Openbaar Ministerie was daar toen zeker te bevreesd voor. Waar ter wereld berecht men een meervoudige moord zonder de verdachte ervoor in voorlopige hechtenis te nemen?’
Spong voegt eraan toe dat zelfs de absurde situatie zou kunnen ontstaan dat Bouterse aan nieuwe presidentsverkiezingen meedoet en dat hij zichzelf dan gratie verleent. Alhoewel hij die kans niet groot acht.
Spong vindt dat Bouterse levenslang had moeten krijgen: ‘Zeker als ik het vergelijk met de veroordeling van Holleeder en Taghi in Nederland, lijkt het me een passende straf, die hij wat mij betreft ook had verdiend.’ Dat twintig jaar gezien de hoge leeftijd van Bouterse op hetzelfde neerkomt, vindt Spong maar ‘een schrale troost’.
Naast de veroordeling voor de Decembermoorden moet Bouterse dus ook nog steeds boeten voor zijn drugsfeiten, via de celstraf die hem destijds is opgelegd. Maar dan moet het Nederlands Openbaar Ministerie wel snel actie ondernemen, als het aan Gerard Spong ligt. Hoe zou ze dat moeten doen? ‘Dat kan gebeuren door een zeer actief opsporingsbeleid door de Nederlandse justitie, gekoppeld aan een behoorlijk tipgeld.’
Als Bouterse zou worden aangehouden, kan hij wellicht ook worden uitgeleverd aan Suriname voor de straf die tegen hem uitstaat voor de Decembermoorden? Zitten de twee veroordelingen van Bouterse elkaar dan niet in de weg? De raadsman: ‘Nee hoor, dat gebeurt wel meer. In dit geval zal de Nederlandse straf voorgaan, omdat het om een ouder vonnis gaat. Daarna zou Bouterse dan aan Suriname kunnen worden uitgeleverd, om daar zijn straf te ondergaan.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct