Luuk Koelman

Luuk Koelman: 'Trump bedankte God voor de goede afloop van de aanslag op zijn leven, maar God zelf weet van niks'

'Ik kijk nauwelijks nog naar de mensheid om. Zou jij ook eens moeten doen, mijn Zoon' 

Luuk Koelman

– Pa, iemand bedankt je.

– Huh, wat? Wie dan?

– Donald Trump. Hij bedankt je. Ik hoor het hem net zeggen: ‘Het was God alleen die het ondenkbare voorkwam.’

– O? Ik weet van niets.

– Nou, hij claimt toch echt dat jij hem gered hebt.

– Nogmaals, ik weet van niks, jongen. Ik kijk nauwelijks nog naar de mensheid om. Zou jij ook moeten doen.

– Kijk nou even mee, pa. Daar, ver beneden ons, in het ondermaanse. De Republikeinse conventie in Milwaukee.

– Ah, Trump. Ja, die man is op zichzelf al een reden om me niet meer met de mensheid bezig te houden. En wat heeft hij daar aan zijn oor? Ik kan me nog herinneren dat Petrus tweeduizend jaar geleden iemands oor afhakte. Maar dat deed hij toen voor jou. Maar dit...?

– Lang en lastig verhaal, pa. Maar ze hebben het daar nu dus de godganse tijd over jou. Iedereen wijst naar Trump en roept: ‘God heeft een plan voor deze man!’

– Ik? Een plan? Nee hoor, ik heb helemaal niks.

– Ik snap wel waarom ze dat denken. Met mij had je toentertijd ook een plan. Nou, dat heb ik geweten. Ik heb nog steeds last van die roestige spijkers.

– Ja, dat was dom van me. Had ik niet moeten doen. Sindsdien heb ik met niemand meer een plan. Wat mij betreft plakken we gewoon een nee-nee-sticker op de hemelpoort. Trouwens, áls ik al een plan met Trump had gehad, dan had ik hem al jaren geleden tot mij genomen.

– O? Echt? En wanneer dan?

– Op het moment dat hij, als een hijgende walrus, zijn zaad in die Stormy Daniels lekte. Dat amechtige ‘nobody fucks better than I do’ nadat hij van haar afrolde. Vreselijk. Maar het zouden prachtige laatste woorden zijn geweest.

– O, dat weet je nog wel? Haha! Jij bent echt een liefdevolle god.

– Ja, maar ik houd van een kwinkslag. Hop, hartinfarct. Had meneer zich hier bij de hemelpoort mogen melden. Naakt en nog wat nadruppelend, terwijl Abraham Lincoln hem hoofdschuddend staat op te wachten. Lachen, toch?

– Gemiste kans, pa! Misschien toch maar weer eens naar de mensheid omkijken?

– Geen denken aan. Trouwens, ze blijven toch wel over me lullen. Tenminste, als het hen zo uitkomt.

– Ik merk het. Alle Republikeinen roepen nu dat het ‘God zelf was die de kogel een paar millimeter naar links verplaatste’.

– Geloof me, ik deed helemaal niets.

– Maar pa, wie dan wel?

– Jezus, jongen. Denk nu toch eens na! Gewoon weer de zoveelste streek van onze benedenbuurman.

Mens & Maatschappij
  • NL Beeld / Abaca Press