Luuk Koelman: 'Nieuws over Oekraïne is altijd ‘van horen zeggen’

‘Je denkt op de hoogte te zijn van wat er speelt, maar niets is minder waar. Wat u en ik horen, is wat de overheid wil dat we horen’

Luuk Koelman

Wat is het verschil tussen een automonteur en het nieuws over Oekraïne? Als een automonteur het bij het verkeerde eind heeft, dan merk je dat vrij snel. Maar bij niet-kloppend nieuws over Oekraïne merk je niets. En zo kon het dus gebeuren dat u en ik twee jaar lang dachten dat Rusland achter het opblazen van de Nord Stream-pijpleiding zat.

Dat zet je aan het denken. Bijna alles wat we denken te weten over de oorlog in Oekraïne, komt tot ons via via. Nooit uit eerste hand. Het is allemaal ‘van horen zeggen’. Neem nu Nord Stream. Direct na de aanslag schreeuwde Mykhailo Podolyak, adviseur van Zelensky, dat dit een ‘door Rusland geplande terroristische aanval’ was. Een ‘daad van agressie richting de EU’. Vervolgens papegaaiden hier in Nederland Ruben Brekelmans (nu minister van Defensie) en Jan Paternotte (D66-Kamerlid) hem na. En in hun kielzog zo’n beetje heel beschaafd Den Haag.

En dat heet dan nieuws. Nederlandse politici roepen iets – niet gehinderd door enige kennis, maar enkel en alleen omdat de wens de vader van de gedachte is – en media nemen het over. Is dat niet, nou ja, een beetje vreemd? Want zo schrijf je dus gewoon wat Den Haag wil dat je schrijft. Des te meer verontrustend als je beseft dat we als land partij zijn in deze oorlog. En daar baseren u en ik dan onze denkbeelden op. Je denkt op de hoogte te zijn van wat er speelt, maar niets is minder waar. Wat u en ik horen, is wat de overheid wil dat we horen.

Daaraan moest ik denken toen ik laatst een buschauffeur van FlixBus sprak. Zijn collega’s en hij rijden meermaals daags vanuit zo’n beetje alle grote Europese steden naar Kiev, plus 27 andere Oekraïense steden. Lange ritten, bijna altijd volgeboekt. Thermoskan mee, bammetje erbij en rijden maar.

Als hij op een verjaardagsfeestje weleens vertelt over de rit naar Kiev, is de reactie altijd: ‘Maar is dat niet gevaarlijk? Al die bombardementen, en zo?’ Hij moet dan altijd een beetje grinniken: ‘Iedereen heeft zo’n vertekend beeld. Alsof heel Oekraïne in puin ligt.’ Dus vertelt hij over de chique nachtclubs en dure hotels in de hoofdstad. Maar niemand gelooft hem. Terwijl alles wat zij weten ‘van horen zeggen’ is, uit tweede of derde hand. Hij heeft het met eigen ogen gezien.

Maar toch, de chauffeur is verzot op zijn krantje. Alleen de artikelen over Oekraïne slaat hij over, want ‘daar staat zoveel onzin in, het geeft echt een compleet vertekend beeld van de werkelijkheid. De journalist die dat schrijft, is er overduidelijk nog nooit geweest.’

‘Maar,’ vraag ik voorzichtig, ‘een pagina verder lees je dan over 40.000 doden in Gaza. Of over 50 graden in Nederland in 2050. Of over een wolf die een kind zou hebben gebeten. Denk je dan dat die berichten wél kloppen?’

De chauffeur kijkt me vorsend aan. ‘Goede vraag...’