Luuk Koelman

Luuk Koelman: 'Het aantal geweldsincidenten in het amateurvoetbal neemt hand over hand toe'

'Ali sloeg tijdens de dorpsderby de arbiter met een koevoet zijn fluitje uit de mond'

Luuk Koelman

Het aantal incidenten in het amateurvoetbal neemt hand over hand toe. Alleen al afgelopen seizoen werden maar liefst 1864 amateurwedstrijden vroegtijdig gestaakt. Meestal waren ‘moeite om gezag te accepteren’ en ‘korte lontjes’ de redenen.

Bijna tweeduizend wedstrijden. Een aantal dat ik nauwelijks kon geloven, maar een telefoontje met de KNVB (‘we leggen liever de nadruk op sportiviteit en respect’) bracht me in contact met de 68-jarige Olivier, voorzitter van VV Moedig Voorwaartsch. Iemand die volgens de KNVB op invoelende wijze zelfs de kortste lontjes sportiviteit en respect weet bij te brengen.

Ik spreek Olivier bij hem thuis. Hij praat door omstandigheden wat moeizaam, maar daarom niet minder gepassioneerd over zijn relatie met Ali.

Ali is uitbener in een slachterij en tot voor kort de voorstopper van het recreantenelftal van VV Moedig Voorwaartsch. Maar helaas kreeg Ali een schorsing voor het leven aan de broek, nadat hij tijdens de vriendschappelijk dorpsderby tegen Samen Sterk ’68 de arbiter met een koevoet zijn fluitje uit de mond had geslagen.

Sindsdien wacht Olivier bij elke thuiswedstrijd Ali op bij het hek, want hij mag het terrein niet meer op. Terwijl Ali natuurlijk niets liever wil dan zijn cluppie aanmoedigen. ‘Dat maakt het emotioneel allemaal erg belastend voor hem, waardoor hij agressieve taal uitslaat. Niet alleen tegen mij, maar tegen alles en iedereen, tot de F’jes en hun ouders aan toe.’

Olivier legt uit dat Ali daarom het meest gebaat is bij een neutrale, maar meelevende clubvoorzitter. Eentje die hem op moeilijke momenten helpt weer tot zichzelf te komen. Zoals afgelopen zaterdag. Olivier: ‘Ik kreeg een appje dat Ali’s elftal net met 0-13 had verloren.’

Aan Olivier de taak om Ali op de hoogte te brengen. ‘Ik vertelde hem in langzame, duidelijke bewoordingen dat ik slecht nieuws voor hem had.’ Terwijl Olivier sprak, observeerde hij nauwkeurig welke emoties bij Ali naar boven kwamen. Die kunnen divers zijn. ‘Afgelopen zaterdag sloeg hij me tegen de grond en begon uit alle macht op mijn gezicht in te beuken.’

Traumatiserend? Niet voor Olivier: ‘Ik bleef kalm en probeerde de reden van zijn agressie te achterhalen. Woede is vaak een afweermechanisme tegen verdriet.’

Toen Ali na vier minuten hard rossen een adempauze inlaste en hijgend op hem neerkeek, greep Olivier zijn kans. ‘Ik vertelde Ali dat ik zijn reactie begreep. Zo erkende ik zijn emotie. Maar ik stelde hem ook een fundamentele vraag. Ik vroeg: vind jij ook niet dat voetbal om sportiviteit en respect zou moeten draaien?’

Waarop Ali verder ging met rossen, luidkeels ‘RESPECT, RESPECT’ scanderend op het ritme van zijn vuistslagen. Olivier snapt dat wel: ‘Het lag aan mij. Door al dat bloed in mijn mond was ik niet in staat duidelijk te articuleren. Maar het is zaak om altijd begripvol te blijven.’

Het is Oliviers echtgenote die helaas een vroegtijdig einde maakt aan ons gesprek. Hij moet nu echt rusten. Over een uurtje komt de wijkverpleging het verband verschonen. Zijn verwondingen stinken namelijk nogal.