80 jaar Slag om Arnhem: Poolse paratroepen kregen onterecht de schuld

Tachtig jaar geleden vond de Slag om Arnhem plaats. Het was de grootste luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog. Maar ook een groot fiasco. 

Slag om Arnhem

Londen, september 1967. In een kerkje vindt de uitvaart plaats van een 75-jarige Pool. Tot aan zijn dood werkte hij als magazijnbediende in een Engelse elektronicafabriek. Stanislaw was zijn voornaam, een wat stille medewerker. Zijn collega’s kijken dan ook vreemd op als het kerkje plots volstroomt met Poolse veteranen, allemaal in uniform. Ze salueren voor de kist. Sommigen vragen of ze mogen spreken. Pas dan dringt het tot alle aanwezigen door. Stanislaw Sosabowski, die onopvallende collega, was tijdens de Tweede Wereldoorlog de commandant van de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. Zijn collega’s uit het magazijn snappen er niets van. Waarom sleet de generaal de laatste twintig jaar van zijn leven als een eenvoudige, arme magazijnbediende? Sterker nog, Sosabowski leefde na 1945 in slechtere financiële omstandigheden dan de Duitse generaals tegen wie hij vocht, zélfs die van de Waffen-SS...

Market Garden

Terug naar 1944. De Britse veldmaarschalk Montgomery is erop gebrand zijn grote rivaal, de Amerikaanse generaal Patton, af te troeven. Hij moet en zal de geallieerde race naar Berlijn winnen. Dus bedenkt hij operatie Market Garden, bedoeld om in één keer door te stoten naar het Ruhrgebied, het industriële hart van Duitsland. Op papier is het plan simpel. Drop 35.000 parachutisten honderd kilometer achter vijandelijke linies. Zij veroveren alle bruggen naar Arnhem en houden die in handen totdat de geallieerde grondtroepen arriveren. En dóór kan Montgomery, richting Ruhrgebied.

Een ambitieus plan, want het is de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis. Maar... prima uitvoerbaar. Volgens de geallieerde inlichtingendiensten zijn er nauwelijks Duitse troepen gestationeerd rondom Arnhem. Hooguit wat oude mannen en jochies van de Hitlerjugend. Onder de 35.000 geallieerde parachutisten bevinden zich ook de paratroepen van de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. De mannen staan onder leiding van generaal-majoor Stanislaw Sosabowski. Hij is ook degene die de brigade vormde en trainde. Dat deed hij indertijd op één voorwaarde: ‘zijn’ (zesduizend) Poolse para’s zouden uitsluitend ingezet worden voor de bevrijding van Polen. Die belofte kreeg hij.

‘Denkt u nu werkelijk dat de Duitsers gek zijn?’ bijt Sosabowski opperbevelhebber Browning toe. ‘Wie daar springt, is binnen twee uur krijgsgevangen. Of dood’

Maar de Britse veldmaarschalk Montgomery besloot al snel anders. Na de landing in Normandië plaatste hij Sosabowski’s parachutistenbrigade onder Brits commando. Voortaan maakten de Poolse para’s deel uit van de Britse 1st Airborne Division, onder bevel van generaal Browning. Sosabowski protesteerde fel - wat hem de reputatie van een lastpak opleverde - maar had weinig keus. Als hij het besluit niet accepteerde, zouden de Britten zijn troepen niet langer voorzien van wapens, munitie en voorraden. Dan was meevechten bij de bevrijding van Polen helemáál uitgesloten.

Hoe dan ook, op 12 september 1944 krijgt Sosabowski het bevel om zijn paratroepen voor te bereiden op operatie Market Garden. Maar de Poolse generaal is niet te spreken over het aanvalsplan. De Britse legerleiding zou de militaire slagkracht van de Duitsers schromelijk onderschatten. ‘Denkt u nu werkelijk dat de Duitsers gek zijn?’ bijt hij zijn opperbevelhebber Browning toe. ‘Wie daar springt, is binnen twee uur krijgsgevangen. Of dood.’ Sosabowski wijst ook op berichten van het Nederlandse verzet. Er zouden twee Waffen-SS Pantserdivisies rondom Arnhem zijn waargenomen. Maar Browning wuift alle bezwaren weg. Die norse Pool, zo redeneert hij, protesteert alleen maar omdat de Poolse opstand in Warschau gaande is. Dáár wil hij met zijn manschappen heen.

Toch bereidt Sosabowski zijn paratroepen voor op operatie Market Garden, want bevel is bevel. Maar door slecht weer en onvoldoende transportvliegtuigen wordt het droppen van de Poolse para’s keer op keer uitgesteld. Pas op de vijfde dag van operatie Market Garden, het is dan donderdag 21 september, zetten 114 Dakota’s met daarin Sosabowski en 1500 van zijn Poolse para’s, koers richting het Gelderse plaatsje Driel, net ten zuiden van de Rijn. Het begin van een operatie die rampzalig zal eindigen. Boven de Noordzee krijgen de Dakota’s het bevel terug te keren naar Engeland. Het weer is te slecht. Maar van de 114 vliegtuigen ontvangen er slechts 41 het bericht. De rest vliegt door. Met als resultaat dat uiteindelijk slechts 950 van de 1500 Polen zullen springen.

De landing van paramilitairen tijdens operatie Market Garden.

De sprong boven Driel

‘Nog vijf minuten,’ roept de piloot. Iedereen komt overeind. De mannen haken hun lijnen aan een kabel die langs het plafond van de Dakota loopt. Het gedreun van de Duitse luchtafweer doet het transporttoestel schudden. De 52-jarige Sosabowski springt als een van de eersten. Dan, seconden later, de ruk van de parachute aan zijn schouders. Terwijl Sosabowski naar beneden zweeft, ziet hij dat ver boven zich beide motoren van de Dakota in brand staan. Maar het vliegtuig houdt koppig koers. Nog steeds springen parachutisten in ijltempo naar buiten. Naarmate Sosabowski de grond nadert, klinkt steeds luider het geratel van Duits machinegeweervuur. Hij en zijn mannen worden verwacht. Van het belangrijkste wapen van paratroepen - het verrassingseffect - is op dag vijf van de operatie natuurlijk allang geen sprake meer.

Overal komen de Poolse para’s terecht. Weilanden, boomgaarden, sloten. Bijna iedereen is geland met een parachute vol kogelgaten. Het is rond vijf uur in de middag. Vijf Dakota’s zijn neergehaald, maar alle Poolse para’s wisten op tijd te springen. Het Duitse mitrailleurvuur zorgt voor de eerste Poolse verliezen: vier doden en 25 gewonden. Er zijn ook Polen in de Rijn terechtgekomen. Enkelen van hen verdrinken, niet in staat op tijd hun parachute af te doen. Sosabowski en zijn mannen moeten verder. Het plan is dat ze de Rijn oversteken om aan de noordzijde zo’n 750 Britse paratroepen bij te staan. Die verdedigen nu al vijf dagen, enkel met lichte wapens, de Rijnbrug tegen twee Duitse SS-pantserdivisies. De oversteek moet gebeuren via het Drielse Veer bij Westerbouwing; een voetveer.

Eén van de paratroepers zal Cora haar leven niet vergeten. Een jonge dertiger, hij is stervende. Ze houdt zijn hand vast. Dan, zijn laatste woorden: ‘All men are brothers’ 

Op een dijk struikelt Sosabowski bijna over het lichaam van een van zijn mannen. Hij ligt in het gras, de ledenmaten gestrekt als een kruis. Een granaatscherf heeft de bovenkant van zijn hoofd bijna chirurgisch afgesneden. ‘Maar zijn gezicht,’ schrijft Sosabowski later, ‘was in volstrekte rust, zonder spijt of haat.’ De generaal prevelt een gebed. Slechts één gedachte spookt door zijn hoofd. Zal het offer van deze jonge Pool, en alle andere offers die nog komen gaan, het achteraf waard zijn geweest? Als de Poolse para’s een kruispunt passeren, nadert een jonge, Nederlandse vrouw op een fiets met houten banden. Cora Baltussen. Ze is verpleegster. En zo’n beetje de enige inwoner van Driel die vloeiend Engels spreekt.

‘Hello Tommies!’ zwaait ze. Maar al snel heeft ze door dat deze geallieerden anders zijn. ‘You’re not British,’ flapt ze eruit tegen Sosabowski. Ze zal hem later beschrijven als een wat kleine, pezige man die haar even aankeek, grijnsde en toen trots antwoordde: ‘We are Polish!’

Cora vertelt hem dat het voetveer verdwenen is. Met de stroom weggedreven. De veerman heeft een avond eerder de kabels gekapt om te voorkomen dat oprukkende Duitsers van het veer gebruik kunnen maken.

Wat nu? Hoe komen de Poolse paratroepen zonder veerpont aan de noordkant van de Rijn? Sosabowski geeft zijn mannen het bevel zich in te graven rondom Driel. Een boerderij in het dorp wordt ingericht als hoofdkwartier. Intussen trekken de Duitsers alles uit de kast. Al hun reserves, zo’n 2400 man plus tanks, sturen ze op Sosabowski en zijn mannen af. Het zijn versterkingen die de Duitsers oorspronkelijk hadden willen inzetten om de volgende dag de Britse para’s nabij Oosterbeek te vernietigen. Zonder het te weten, redden Sosabowski en zijn mannen, enkel door hun aanwezigheid, zo hun Britse collega’s van de ondergang. Die avond zwemt een Britse inlichtingenofficier de Rijn over en weet zo Sosabowski te bereiken. De Britse para’s houden nu al dagenlang stand in Oosterbeek. Alle hulp is hard nodig. Sosabowski weet dat hij zijn mannen de Rijn over moet zien te krijgen. Maar er zijn geen landingsboten voorradig. Immers, daarvoor was het voetveer bedoeld.

Pas een dag later, op vrijdag 22 september, krijgt hij de beschikking over enkele rubberbootjes. Niet bepaald landingsvaartuigen. Maar misschien dat hij, als alles meezit, komende nacht tweehonderd van zijn mannen kan overzetten. Om negen uur ’s avonds start de operatie. Onder dekking van de duisternis gaan de eerste rubberbootjes te water. Elk trekt een vlot met bevoorrading achter zich aan. Alles gaat goed. Tot de Duitsers magnesiumfakkels de lucht in schieten. Plots baadt de Rijn in een fel licht. In een oogwenk schieten de Duitsers alle bootjes aan flarden. Het is een hel. Welgeteld 52 Poolse para’s hebben de overkant weten te bereiken. Sommigen die het zwemmend probeerden, werden door de stroming meegesleurd.

De eerste vliegtuigen arriveren gehavend in Arnhem.

Moed der wanhoop

Een nieuwe dag breekt aan. Het is nu zaterdag en het weer is grijs, donker en mistig. En al die tijd liggen de Poolse para’s, inmiddels gereduceerd tot zo’n 750 man, onder zwaar Duits vuur.

Nogmaals komt het bevel om ’s nachts de Rijn over te steken. Maar dan op een andere plek. Opmerkelijk genoeg ontbreken ook daar de landingsvaartuigen. Als pleister op de wonde krijgt Sosabowski de beschikking over grotere rubberboten. Die moeten door de para’s boven hun hoofden worden getild, dan de dijk over en onder zwaar Duits mitrailleurvuur omlaag naar de rivieroever, het snelstromende water in. Met de moed der wanhoop beginnen Sosabowski en zijn mannen die nacht aan de operatie. Tijdens de eerste poging weet slechts een handjevol Polen het water te bereiken. Hun boot drijft even later leeg en half lek geschoten stroomafwaarts. Alle para’s die erin hadden moeten zitten, zijn dood of gewond. Een eind verderop ondernemen de Polen een nieuwe poging. Maar ook daar is het een inferno. Sosabowski ziet met tranen in de ogen de vele brancards met gewonden terugkeren. En zo gaat het de hele nacht door.

De veel later gerehabiliteerde generaal Stanislaw Sosabowski.

Tegen de ochtend blaast hij de operatie af. Ditmaal hebben iets meer dan 200 Poolse parachutisten de overkant weten te bereiken. Maar ten koste van enorme verliezen. Sosabowski vloekt en tiert. Hoe kan het dat die verdomde Britten tijdens operatie Market Garden de Maas, de Waal én de Rijn willen oversteken, maar in al hun ijver de landingsvaartuigen zijn vergeten?

Intussen ontfermt Cora Baltussen zich in Driel over alle gewonde Polen. Eén van de paratroepers zal ze de rest van haar leven niet vergeten. Een jonge dertiger, hij is stervende. Cora houdt zijn hand vast. Dan prevelt hij met heldere stem: ‘Bring my love to Poland. Bring my love to my country. Please, bring my love to my family. God bless Poland.’ En toen, zijn laatste woorden: ‘All men are brothers.’ Cora zal er in latere interviews vaak aan refereren: ‘Geen haat, geen afschuw. Hij zei het met zoveel overtuiging. Drie minuten later was hij dood.’

Overleg in Valburg

Op zondag 24 september, de achtste dag van de operatie, wordt Sosabowski ontboden voor overleg met verschillende Britse generaals. De meeting zal die middag plaatsvinden in Valburg. In een jeep spoeden hij en zijn adjudant zich naar het dorpje. Onderweg komen ze onder vuur van een Duitse patrouille te liggen, maar alles gaat goed. Als Sosabowski arriveert, is de begroeting koel en afstandelijk. Hij ziet dat de Britse commandanten allemaal aan één kant van de lange tafel zitten. De andere zijde telt slechts één stoel. Die is voor hem. Alsof zij de rechters zijn en hij de beklaagde.

Generaal Thomas neemt het woord. Hij meldt Sosabowski dat er die avond twee grote geallieerde oversteken zullen zijn. Eerst door een bataljon van het 4th Dorset Regiment en daarna door een bataljon Poolse para’s. Plaats van handeling is de aanlegsteiger van de veerboot Driel-Heveadorp. De Britse generaal Horrocks zal het commando voeren.

Sosabowski kan zijn oren nauwelijks geloven. De Britten hebben een plek recht tegenover de Duitse linies gekozen, die zich op de Westerbouwing bevinden. Een steile heuvel die de mannen ook nog eens op moeten als ze de Rijn over zijn. En al die tijd zullen de Duitsers een vrij schootveld hebben. Tot overmaat van ramp melden de Britten dat zij niet al te veel landingsvaartuigen willen inzetten. Dat betekent dat de Duitsers dus hun vuur zullen kunnen concentreren. Sosabowski oppert dat het beter is om de vijand van achteren aan te vallen. Dat kan door meer richting het westen over te steken. Maar geen van de aanwezigen slaat acht op zijn woorden. Even staart Sosabowski verbitterd voor zich uit. Dan merkt hij met trage, woedende stem op dat de laatste dagen niet alleen veel te veel Poolse para’s, maar ook ‘Engelands beste zonen’ nodeloos gesneuveld zijn. Die opmerking is raak. Thomas ontploft en schreeuwt ‘orders zijn orders!’ Sosabowski vertrekt.

De Poolse Brigade als geheel ontving in Nederland de Militaire Willems-Orde.

Die avond draait de oversteek, met negen rubberboten en drie amfibievoertuigen, uit op een slachting. De Duitse machinegeweernesten bovenop de heuvel schieten op alles wat beweegt. Tijdens de eerste poging de Rijn over te steken, sneuvelen zoveel Britten dat de operatie in allerijl wordt afgeblazen. De Poolse para’s hoeven niet aan de bak. Later zal generaal Horrocks in zijn memoires schrijven dat de aanval meer westwaarts had moeten plaatsvinden. Precies het voorstel van Sosabowski.

Fiasco

En dat was het dan. Operatie Market Garden is op een fiasco uitgedraaid. Het geallieerde opperbevel gooit na negen dagen strijd de handdoek in de ring. In de namiddag van 25 september krijgt Sosabowski te horen dat zijn brigade de terugtocht van de Britten over de Rijn, die ’s nachts zal plaatsvinden, moet dekken. Wederom is het een hel. Om kwart voor zes in de ochtend wordt de operatie gestaakt. Een vijfde van de Britse para’s heeft de geallieerde zuidzijde van de Rijn weten te bereiken. Plus zestien Poolse para’s. De rest is gewond, gesneuveld of krijgsgevangen gemaakt.

De Britse 1st Airborne Division is in negen dagen tijd zo goed als weggevaagd. De Poolse parachutistenbrigade heeft 93 gesneuvelden te betreuren. Plus vele honderden gewonden. Bij elkaar bedragen de Poolse verliezen ruwweg de helft van het aantal mannen dat enkele dagen eerder sprong. Nog geen week later, op 2 oktober, verneemt Sosabowski dat de Poolse Opstand van Warschau bloedig door de nazi’s is neergeslagen. Meer dan 100.000 Poolse doden en bijna heel de stad verwoest. Dát was de slag waar hij en zijn mannen hadden willen vechten, ja, hun leven hadden willen geven. En wellicht het verschil hadden kunnen maken. Intussen hebben de Britten een zondebok nodig, want tijdens operatie Market Garden ging zo’n beetje alles mis. Iemands kop moet rollen. En ‘dus’ is het allemaal de schuld van de Polen, want die waren te schijterig om te vechten. Tenminste, dat beweren veldmaarschalk Montgomery en generaal Browning. Tegelijkertijd pocht diezelfde Montgomery dat de operatie voor 90 procent geslaagd is, omdat 90 procent van de weg tussen Eindhoven en Arnhem is veroverd. Een claim die aan prins Bernhard de opmerking ontlokt: ‘Ik denk niet dat Nederland zich nóg zo’n succes van Montgomery kan veroorloven.’

Hoe dan ook, Montgomery’s wraak volgt. Sosabowski wordt uit zijn functie ontheven. De rest van de oorlog mag hij slijten als commandant van rearguard troops. Oftewel soldaten in de achterhoede. Aan het front wordt hij niet meer geduld. Hij zal zich tevreden moeten stellen met een bureaubaantje. Onder zijn manschappen breekt direct een spontane staking uit. Maar dat is iets wat de stugge Sosabowski niet wil. Immers, de nazi’s zijn nog steeds niet verslagen. Dus neemt hij afscheid. ‘Met rechte rug en de tranen in zijn ogen,’ zal een van de Poolse para’s zich later herinneren

Gepiepeld

Dan is de Tweede Wereldoorlog voorbij. Demobilisatie volgt. Sosabowski ziet een terugkeer naar Polen niet zitten. Immers, de geallieerden hebben zijn land op een presenteerblaadje aangeboden aan Stalin. En communisme is geen vrijheid - terwijl diezelfde vrijheid juist hetgeen was waarvoor hij en zijn mannen vochten. De meeste Poolse para’s denken er net zo over. Waarop het nieuwe, communistische Polen elke Poolse strijder die niet wenst terug te keren naar het moederland, het staatsburgerschap ontneemt. Vanaf nu is Sosabowski stateloos. Dus kan hij ook fluiten naar een Pools militair pensioen.

Op het Polenplein in Driel herinnert nog steeds een monument aan Sosabowski en de inzet van zijn mannen in september 1944 tijdens de Slag om Arnhem.

Inmiddels is het 1946. Koningin Wilhelmina weet welke offers Sosabowski en zijn mannen hebben gebracht. En hoe hij gepiepeld is door de Britten. Dus vraagt ze aan het ministerie van Defensie of de Poolse para’s onderscheiden kunnen worden. De ambtenaren sturen Sosabowski een brief met het verzoek om tien namen van Poolse para’s op te geven, zodat die een medaille kunnen krijgen.

Maar de nukkige Pool antwoordt per omgaande dat dan eerst al zijn gesneuvelde mannen onderscheiden dienen te worden. Onmogelijk, volgens Den Haag. Nederland kent geen systeem voor postume onderscheidingen. Vreemd, want dat is er wel. Hoe dan ook, een patstelling is het gevolg. In 1952 besluit het kabinet om geen militaire dapperheidsonderscheidingen meer uit te reiken voor heldendaden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Waardoor ook een tweede poging van koningin Wilhelmina strandt. Intussen heeft ook Cora Baltussen contact gezocht met Sosabowski. De rest van haar leven zal ze zich blijven inzetten voor erkenning van de Poolse inzet bij de Slag om Arnhem. In een van haar vele interviews legt ze de vinger op de zere plek: ‘Weet je dat de Nederlandse overheid nooit een cent, nog geen dubbeltje, heeft uitgegeven aan de Polen die gesneuveld zijn of hier gevochten hebben? Het monument in Driel is betaald van privégelden. Er zit geen cent overheidsgeld in.’

Toenmalig koningin Beatrix eerde in 2006 de Poolse Parachutistenbrigade.

Weer gaan jaren voorbij. Het is nu 1961. Cora Baltussen schrijft koningin Wilhelmina en wijst haar op de ereschuld die Nederland heeft ten opzichte van de Poolse parachutisten. Haar brief belandt bij het ministerie van Defensie, maar Cora krijgt geen antwoord. Polen heeft een communistisch regime en dat maakt alles politiek gecompliceerd. Bovendien liggen de Britten, koppig als ze zijn, nog steeds dwars. De hele kwestie is allang geen militaire aangelegenheid meer, maar een politieke. En Sosabowski? Hij slijt de rest van zijn leven als magazijnmedewerker in Londen. Zijn enige troost is dat hij, net voordat de communisten zijn vaderland overnamen, vrouw en zoon uit Polen wist te krijgen. Hij sterft uiteindelijk in 1967. Nooit heeft hij meer voet gezet op Poolse bodem.

De kwestie raakt in de vergetelheid. Tot prins Bernhard in 2004, in het laatste interview voor zijn dood, een lans breekt voor Sosabowski en zijn mannen. Hij vertelt het ‘ongelooflijk nalatig’ te vinden dat zij nooit zijn onderscheiden voor hun aandeel in de bevrijding van Nederland. Dat brengt de zaak weer aan het rollen, temeer omdat de Berlijnse Muur alweer enige tijd geleden is gevallen. Dat breekt de kwestie open. In 2006 geeft Polen Sosabowski postuum de hoogste Poolse militaire onderscheiding, de Virtuti Militari. Zijn zoon neemt de medaille in ontvangst. Datzelfde jaar eert ook de Nederlandse regering Sosabowski. Hij krijgt postuum de Bronzen Leeuw voor zijn moed en leiderschap tijdens de Slag om Arnhem. De Poolse Brigade als geheel ontvangt de Militaire Willems-Orde.

Eind goed, al goed. Maar voor Cora Baltussen zou het allemaal te lang duren. Zij overlijdt drie weken voor de uitreiking van de Nederlandse onderscheidingen. Op het Polenplein in Driel herinnert nog steeds een monument aan Sosabowski en de inzet van zijn mannen in september 1944 tijdens de Slag om Arnhem. Zijn as werd, conform zijn laatste wens, overgebracht naar de militaire begraafplaats Powązki in Warschau. Daar rust hij nu. Te midden van zijn mannen.

Mens & Maatschappij
  • ANP, Beeldbank WO2, NIOD