Er schijnt een voorzichtig herfstzonnetje als ik in de bus stap naar het Brabantse Alphen, niet te verwarren met Alphen aan den Rijn. In een nagenoeg lege bus kijk ik naar hoe dorpjes ter grootte van een kruispunt of een bushokje voorbijkruipen. Dan ineens draait de buschauffeur zich naar me om. ‘Wat ga je toch in Alphen doen, jongen?’ vraagt ze verbaasd.
Ik heb een afspraak met de beste eenwieleraar van Europa.
‘Oh.’
Even zijn we allebei stil. We rijden een weiland voorbij, waar een groot spandoek staat met daarop een bijna rijmende leuze over dat we trots moeten zijn op onze boeren. ‘Maar,’ gaat de buschauffeur verder. ‘Eén ding moet ik Alphen nageven.’
Oh?
‘De straten zijn er altijd wel echt netjes. Nooit ligt er een propje of een leeg pakje drinken op de weg. Echt heel netjes.’
Oké.
Rustig en ingetogen
Zwijgend rijden we verder, tot we in Alphen aangekomen zijn. Ik stap uit, bedank de chauffeur voor het fijne gesprek en vervolg mijn tocht naar Roos Seegers, zoals gezegd de beste eenwieleraar van Europa. Roos is 20 jaar en woont bij haar ouders in huis, waar ze achter in de tuin een kleine oefen-eenwieler heeft staan, om te trainen. Als ik aanbel wordt er gewenkt dat ik, zoals iedereen, achterom kan komen. We gaan aan de keukentafel zitten. Ik drink koffie, Roos een glas water. Ze is rustig, ingetogen. Misschien wel gelijk aan de volksaard van het dorp waarin ze woont.
Zo. Dus jij bent in Europa de beste eenwieler? Eenwieleraar? Eenwielercoureur? Hoe moet ik het zeggen?
‘Eenwieleraar, denk ik, ik weet het zelf ook niet precies.’
Maar zijn er een hoop eenwieleraars in Nederland, of valt het mee? Want ik moet eerlijk zeggen, het is best wel een specifieke sport, toch? Hoe groot is de eenwielerij in Nederland?
Roos denkt even na. Ze neemt een slok water om tijd te rekken en begint dan.
‘Vorige week was er een evenement, daar waren ongeveer 125 deelnemers.’
En dat is ook wel ongeveer de competitie zo, zeg maar?
‘Voor Nederland wel, ja. Maar ik doe eigenlijk amper wedstrijden in Nederland. Die spelen zich voornamelijk af in Europa. Engeland, Duitsland, Spanje, Frankrijk.’
Ja, precies. Maar hoe kom je daar dan op? Ik bedoel: ik besefte eerlijk gezegd helemaal niet dat eenwieleren ook echt een sport was.
‘Op mijn negende kreeg ik een eenwieler voor Sinterklaas. En daar ben ik een beetje bij blijven hangen, zeg maar.’
En wat was de ambitie dan? Met je eenwieler het circus in?
‘Nee, niet echt. Ik ben het in 2016 echt als sport gaan doen.’
Maar goed, dan sta je dus een aantal jaar in de achtertuin te oefenen en dan denk je na een tijdje: shit, volgens mij kan ik dit best wel goed.
‘Nou ja, ik zat op Facebook en op YouTube te kijken, en daar zag ik al die mensen...’
De grote eenwieleraars van deze wereld, bedoel je?
‘Ja, precies. En na een tijdje werd ik uitgenodigd om naar het WK te komen kijken. Dat was voor mij wel het moment dat ik dacht: ja, dit is wat ik wil.’
En toen?
‘Trainen, trainen, trainen.’
Hoeveel train je?
‘Binnen de vakanties bijna elke dag, met schoolweken twee, drie keer in de week.’
En dan? Dan ga je ergens heen, naar een hal, of naar een trainingscentrum, of iets dergelijks? Ik neem aan dat je een trainer hebt?
‘Nee, ik train gewoon zelf.’
Maar toch niet gewoon hier achter in de tuin?
‘Jawel. Ja, in Nederland is het best een eenzame sport. Ik heb één bevriende eenwieleraar in Haarlem, en eentje in België. De rest woont echt overal en nergens.’
Ik heb eigenlijk altijd gewoon schijt. Als je schijt hebt, dan lukt het
Meer skateboarden
Maar oké, even voor mijn begrip nog, want je doet geen circus. Maar het is ook niet racen, toch? Wat dóe je nou eigenlijk op dat ding?
‘Van alles. Van trappen af springen. Grinden, dat soort dingen.’
Het gaat dus eigenlijk meer richting skateboarden en BMX’en dan dat het met circus te maken heeft. En daar voel je je ook meer verwant aan dan aan het circus?
‘Ja, eigenlijk wel.’
Jij bent eigenlijk de Tony Hawk van de eenwieleraars.
‘Ja, nou ja, zoiets.’
En hoe komt dat nou? Dat jij zo’n EK wint? Ben jij nou echt zo goed, of zijn er gewoon weinig andere eenwieleraars, en zijn die vooral niet zo goed?
‘Ze zeggen dat het komt omdat ik echt hard werk. En, eerlijk is eerlijk: als ik andere meiden zie, die durven niet zoveel. Ik heb eigenlijk altijd gewoon schijt. Als je schijt hebt, dan lukt het.’
Wie geen angst heeft, is de beste eenwieleraar?
‘Nou, deels misschien wel. Gewoon gaan en we zien wel.’
Lading medailles
En zo win je het EK. Door schijt te hebben?
‘Ja, nou ja, eigenlijk deed ik vooral mee voor de gezelligheid, om mijn vrienden te zien. De categorie Street wilde ik wel winnen, maar verder dacht ik: ik zie het wel. Alleen toen won ik het hoogspringen en het verspringen ook ineens. Ging ik plots met een hele lading medailles naar huis.’
En nu? World domination?
‘Ik wil echt heel erg graag mijn concurrente uit Nieuw-Zeeland verslaan. Sam La Hood.’
En is ze te hebben?
‘Ik hoop het. Maar ze is al acht jaar wereldkampioen. Volgende zomer is het WK.’
Maak je een kans?
‘Ik weet het niet. Ik weet niet precies wat ze kan, van wat ik niet kan. Maar ik wil haar in elk geval verslaan nu ze echt nog op haar best is.’
Ah, ja, dus een WK zonder La Hood is geen WK voor jou.
‘Nee, ik wil wel echt haar verslaan.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Alexander Schippers