Welkom bij de Sint Michaël Brigade. ‘Wees niet als de joden! Vrees God, of jullie zullen branden in de hel!’
‘Wees niet als de joden!’ schalt het vanaf de kansel. Na drie kwartier van trage gezangen en nog tragere gebeden in het Latijn, klinken eindelijk de eerste Nederlandstalige woorden in de kleine, maar goedgevulde kerk. ‘Vrees god, of jullie zullen branden in de hel, tot in lengte van dagen!
Op een van de achterste bankjes zitten twee jongemannen, vroom knielend en aandachtig luisterend. Ze zingen niet mee. En een van hen gaat als enige aanwezige niet ter communie. Maar beiden knikken instemmend bij alle dreigende teksten over hel en verdoemenis. Want daar staat de preek in het pittoreske kerkje in Gerwen bol van.
HET ZIJN ENGE, EXTREMISTISCHE FIGUREN DIE HUN MENING AAN ANDEREN WILLEN OPDRINGEN
‘Het is een goede mis geweest. Ik heb me goed kunnen concentreren en goed kunnen bidden,’ vertelt de 26-jarige Frank na af loop. Het is onze tweede – en naar later zal blijken laatste – ontmoeting met hem. ‘Ik kom hier graag. Hier is de heilige mis nog écht een heilige mis.’ We zijn bij de kerk van de oerconservatieve Pius X-broederschap in het Noord-Brabantse Gerwen. Hier staat de pastoor nog met zijn rug naar het volk, lijkt het Latijn nog een levende taal en wordt er wekelijks gebeden voor de bekering van de ‘trouweloze joden’. Niet gek dus dat er op veel zondagochtenden leden van de Sint Michaël Brigade te vinden zijn. Wanneer ze niet druk zijn met het intimideren van kerkgangers bij ‘gewone’ katholieke kerken, tenminste.
Gaybrapad
Het is koud en nog net niet helemaal licht als Ad en Helma Dirken op hun gemakje naar de basiliek in Oudenbosch wandelen. ‘Ik had al van een afstandje door dat er iets niet in de haak was,’ vertelt Helma. Getooid met militaire baretten en gekleed in zwarte T-shirts met de opdruk ‘Wij dienen god’ staat een groepje jongeren strijdlustig op wacht voor de poorten van de basiliek. ‘Prasing is een ketter’ staat over de plaatselijke pastoor te lezen op een spandoekje dat twee activisten vasthouden. Een derde lid van de Sint Michaël Brigade stapt resoluut op het oudere echtpaar af. ‘Hij kwam net iets te dicht bij me staan en keek me strak in mijn ogen aan,’ zegt Ad. ‘Hij drukte een flyer in mijn handen en zei: “Hier, dit moet je nu meteen gaan lezen.” Ik heb dat papiertje onmiddellijk teruggegeven en ben doorgelopen, puur omdat die jongen zo intimiderend op me overkwam.’
Pas later begrepen meneer en mevrouw Dirken waar het de jongeren om ging. Pastoor Maickel Prasing had tijdens de jaarlijkse carnavalsmis gezegd dat hij de strijd tegen hardrijders in het dorp aan wilde gaan met behulp van een regenboogzebrapad. Oftewel: een gaybrapad. En de progressieve pastoor zou het een mooi gebaar vinden richting de LHBT-gemeenschap als dat regenboogzebrapad dan tegenover de basiliek zou komen te liggen.
Dat een handreiking richting homoseksuelen gevoelig ligt binnen de katholieke kerk bleek al snel. Het bisdom Breda floot Prasing binnen een week terug. ‘Maar dat geeft je toch nog niet het recht om een pastoor uit te maken voor ketter?’ vraagt Helma zich af. ‘En om kerkgangers te intimideren? Wij zijn hier gewend om open discussies te voeren, met respect voor ieders mening. Dit had ik nog nooit eerder meegemaakt en ik hoop het ook nooit meer mee te maken.’
‘Elke dag worden wij uitgedaagd om ons te voegen bij de stoet van heiligen,’ spreekt pastoor Prasing richting zijn kerkgangers. ‘Ook wij worden geroepen om ons licht over onze naasten te laten schijnen.’ Zijn preek is een stuk positiever van toon dan die van zijn collegavoorganger bij de Pius X-broederschap. Prasings bemoedigende woorden echoën door de prachtige basiliek en worden met een stilzwijgend goedkeuren ontvangen door een kleine honderd, veelal oudere, katholieken.
HET IS BEHOORLIJK INTIMIDEREND GEWEEST, EN EERLIJK GEZEGD OOK EEN TIKKELTJE BEANGSTIGEND. IK HOOP ZE NOOIT MEER TEGEN TE KOMEN
Als we Prasing later spreken, verandert zijn stem van zalvend en vriendelijk in afgemeten en ronduit nors, zodra we de Sint Michaël Brigade ter sprake brengen. ‘Je mag me overal over interviewen, maar niet over die jongens en meiden. Het is behoorlijk intimiderend geweest en eerlijk gezegd ook een tikkeltje beangstigend. Ik hoop ze nooit meer tegen te komen. Gelukkig zijn het geen parochianen van mij. Ik ga ze nooit meer vergeten, maar ik wil het nu wel graag achter me laten.’
Goedschiks of kwaadschiks
‘Wegwezen! Oprotten! Nu meteen!’ roept een oudere man met een unieke combinatie van strak gestreken overhemd en afgedragen badslippers, terwijl hij de ingang van de Sint Josephkerk in Roosendaal voor ons verspert. ‘Dit is een huis van God, niet van godslastering, jullie zijn hier niet welkom,’ voegt hij eraan toe. Een keurige dame met een vriendelijk gezicht snelt hem te hulp. Wat er aan de hand is, wil ze weten. ‘Nou, die kerel is van die Michaël Brigade en ik wil hem snel weg hebben,’ legt de oudere man uit. Als blijkt dat we van Nieuwe Revu zijn, alleen over de Sint Michaël Brigade willen praten en er zelf niet bijhoren, krijgen we een kop koffie met excuses. ‘Je moet hier een beetje oppassen met het noemen van die naam,’ legt de mevrouw met het vriendelijke gezicht uit. ‘Ze hebben hier veel kapotgemaakt. Niet in de laatste plaats het vertrouwen in de medemens.’
Een paar dagen later krijgen we Maarten Mallekoote aan de telefoon. Hij is vicevoorzitter van het parochiebestuur van de Sint Norbertusparochie in Roosendaal, waar de Sint Josephkerk onder valt. ‘We organiseren hier al heel lang rommelmarkten in het kerkgebouw,’ vertelt Mallekoote. ‘Zo helpen we zwakkeren in de samenleving aan betaalbare kleding en andere spullen. En we zamelen geld in voor het behoud van de kerk. Twee vliegen in één klap dus.
Maar ergens in het Nieuwe Testament staat dat Jezus ooit heeft gezegd dat er niet gehandeld mag worden in de tempel. Het bisdom had het kerkbestuur in Roosendaal daar al eens subtiel op gewezen, maar subtiel is niet de stijl van de Sint Michaël Brigade. Het is nog vroeg als een parochiaal medewerkster een rondje maakt door de Sint Josephkerk, als ze plots een stem hoort. Op zachte, maar dreigende toon wordt haar uit het niets toevertrouwd: ‘Óf die snuffelmarkt van jullie verdwijnt, óf we komen hier op zondagmorgen bij de ingang staan met flyers en spandoeken. Dan maken we alle bezoekers duidelijk wat een ontzettende ketters jullie zijn. Deze onzin is nu afgelopen.’
Zo snel als de twee jongemannen waren gekomen, zijn ze vervolgens ook weer verdwenen.
‘Het zijn enge, extremistische figuren die hun mening aan anderen willen opdringen. Goedschiks of kwaadschiks. Het heeft iets treurigs,’ vertelt Mallekoote. ‘Ze belden, mailden en zeurden over ons bij de bisschop. Dat is al heel vervelend. En dat bezoekje werd als heel intimiderend ervaren. Als ze op zondagochtend bij ons naar de mis zouden komen, zou ik ze nog net niet de kerk uitzetten. Maar ik vind het niet erg als ze wegblijven.’
Weggezet als racisten
Het is maandagmiddag 29 juli, 13.00 uur. De zon schijnt fel. Wij wachten op een terrasje in Breda op Frank. Aan de telefoon was hij vriendelijk en beleefd, maar na wat zoekwerk op internet leert dat hij daarnaast zeer activistisch is, extreemrechtse sympathieën heeft en betrokken is bij onder meer het Identitair Verzet. En hij is een conservatieve katholiek dus, gezien zijn betrokkenheid bij de Sint Michaël Brigade.
Precies op het afgesproken tijdstip komt hij aangesjokt. ‘Ik ben een tikkeltje gaar, want het was gezellig gisteren na de mis.’ Hij vertelt het op een toon alsof hij een avondje heeft doorgezakt bij de voetbalkantine of in de dorpskroeg. ‘Nou, wat wil je allemaal weten?’ We vallen maar meteen met de deur in huis.
Wie zijn jullie nu eigenlijk en wat proberen jullie te bereiken?
‘Er zijn meer jongens en meiden die net als ik hun geloof nog écht belijden. En die hopen dat de katholieke kerk weer terugkeert naar haar heilige basis. Met z’n dertigen hebben we de Sint Michaël Brigade opgericht, naar de aartsengel Michaël, die de wereld moet gaan reinigen van alle vijanden van het katholieke geloof en hen naar de hel moet sturen. Dat zien wij ook als onze taak. Wij zijn moderne kruisvaarders. We vechten niet met zwaard en harnas, maar verdedigen wel Jezus Christus en de katholieke kerk. Tegen vijanden van buitenaf en van binnenuit.’
Hebben jullie iets tegen joden? Of tegen andere groepen gelovigen of ongelovigen?
‘Ik heb niet per se iets tegen joden. Jezus was immers zelf een jood. Maar ze hebben wel verzuimd om hem te volgen. Ik hoop voor elke jood dat hij of zij alsnog het licht gaat zien. Met atheïsten, moslims, boeddhisten, enzovoorts heb ik minder problemen. Zij zijn simpelweg met het verkeerde geloof of helemaal niet met het geloof in aanraking gekomen en weten daardoor niet beter. Ik bid voor alle ongelovigen dat ze alsnog het licht mogen gaan zien.’
Dat klinkt toch wel vrij intens allemaal.
‘We worden als groep weggezet als een stelletje racisten en rechtsextremisten. Op allerlei obscure sites worden we in één adem genoemd met Adolf Hitler, de man die miljoenen mensen heeft vermoord en een hekel had aan de katholieke kerk. Dat vind ik verschrikkelijk. Luister, mijn twee beste vrienden zijn atheïst en een andere kameraad van me is moslim. Met hen kan ik niet goed over het geloof praten en dat vind ik jammer. Maar het betekent toch niet dat ik ze haat. Ik hoop alleen wel dat ze ooit tot inkeer zullen komen. Vooral met die atheïstische vrienden valt voorlopig niet veel aan te vangen, hoor. Als ik het heb over de hel, roepen ze lachend dat ze daar dan wel lekker gaan barbecueën. Dan kap ik het onderwerp maar weer af.’
Overal waar jullie komen, beschrijft men jullie als vervelend en intimiderend. Waarom praten jullie niet gewoon normaal met mensen in plaats van zo dreigend te gaan lopen stampvoeten als je het ergens niet mee eens bent?
‘We beginnen meestal met het schrijven van brieven en bellen naar het bisdom, een pastoraal medewerker of een pastoor. Dan zetten we onze visie uiteen. Helpt dat niet, dan kunnen we in een uiterst geval overgaan tot actie, zoals het uitdelen van flyers of het aanspreken van kerkgangers. We doen niet moeilijk om het moeilijk doen. We verdedigen de katholieke kerk, iets wat de kerk zelf helaas vaak verzuimt te doen tegenwoordig.’
WE VECHTEN NIET MET ZWAARD EN HARNAS, MAAR VERDEDIGEN WEL JEZUS CHRISTUS EN DEKATHOLIEKE KERK TEGEN VIJANDEN VAN BUITENAF EN VAN BINNENUIT
Bijzondere doop
Op 30 juni 2018 komen veel zaken waar de Sint Michaël Brigade van walgt samen. In de Onze Lieve Vrouwe Kerk in Venlo vindt een bijzondere doop plaats. Transgenderkoppel Louisa (voorheen Lowieke) en Rowan (geboren als Rosanna) laten hun zoontje Mikai dopen. Omdat Louisa en Rowan zo’n beetje bekende Nederlanders zijn geworden, worden ze op de voet gevolgd en leven een hoop mensen met hen mee. Zo niet de leden van de Sint Michaël Brigade. Met z’n drieën versperren ze de ingang van de kerk. Met een vroom spandoek, een serieuze blik en een nog serieuzere flyer klampen ze iedereen aan die de mis wil bijwonen. ‘Als je dokter geen echte dokter is, dan wil je dat weten, toch? Nou, als je pastoor geen echte katholiek is, lijkt me dat je dat ook wilt weten. Dat hebben we ze daar goed duidelijk gemaakt,’ vertelt Frank trots. Het transgenderkoppel heeft inmiddels niet één, maar twee woordvoerders. Beiden laten ze ons weten dat Rowan en Louisa niet met Nieuwe Revu wil praten, en al helemaal niet over de Sint Michaël Brigade. Hetzelfde geldt voor de Venlose kerkgangers. ‘Moet je dat nu echt weer allemaal gaan oprakelen, jongen?’ vraagt een vrouw op leeftijd. ‘Ik vond het maar enge lui. En iedereen dacht er hier precies hetzelfde over. Totaal geen inlevingsvermogen, ontzettend overtuigd van hun eigen gelijk en heel agressief in hun hele doen en laten. En daarmee heb ik eigenlijk alweer te veel woorden aan ze vuil gemaakt. Tot ziens!’
Problemen op het werk
Ondanks hun in het oog springende werkwijze, de mysterieuze sfeer die om hen heen hangt en de twijfelachtige sympathieën van de individuele leden, weet de Sint Michaël Brigade nagenoeg buiten de media te blijven. Met uitzondering van een paar korte verwijzingen in de Brabantse regionale kranten wordt er nergens over de activistische jongeren gepubliceerd.
Eigenlijk is het alleen het katholieke weblog RK Boulevard dat met enige regelmaat updates plaatst over de extremistische uitspattingen van de brigadeleden. Hier wordt de aandacht gevestigd op citaten van Adolf Hitler, waar leden van de Sint Michaël Brigade mee pronken. Of op foto’s met prinsenvlaggen en abonnementen op neonazi-websites.
Peter van Zoest, de man achter het weblog, krijgt al snel een boze brigadier aan de telefoon. ‘Of ik alles even rap offline wilde halen, anders zou ik het wel merken,’ werd me verteld. De betwiste content bleef gewoon online staan en in de nasleep van dit conf lict kregen brigadeleden, waaronder Frank, problemen op het werk. ‘We waren al een paar jaar redelijk actief op sociale media,’ legt hij uit, ‘maar toen ze de namen van onze werkgevers gingen publiceren en ook daadwerkelijk met hen gingen bellen, hebben we besloten helemaal ondergronds te gaan. We blijven actievoeren, maar we publiceren niks meer online. We hebben geen accounts op Facebook of Twitter meer, en we praten ook niet meer met de pers. Dus sorry, dit is ons laatste gesprek.’
De naam Frank is om privacyredenen gefingeerd. Deze productie is tot stand gekomen door onderzoek van Spot On Stories en mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.
REACTIES VANUIT DE KERK
We hebben voor dit artikel herhaaldelijk gevraagd om interviews met vertegenwoordigers van de bisschoppen van Breda en Roermond en met de voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, maar in alle gevallen werd dit door voorlichters afgehouden. Men lijkt niet zo goed te weten wat ze nu precies van de Sint Michaël Brigade vinden en wat ze ermee aan moeten.
Het bisdom Roermond veroordeelt hen wel redelijk stellig: ‘We willen niks met die club te maken hebben. Je mag conservatief zijn en je mag rechts zijn. Maar zij zijn extreemrechts en hebben ronduit enge opvattingen, daar willen wij ons gewoonweg niet mee associëren.’ Het bisdom Breda is juist weer relatief mild en zegt ‘een open gesprek’ te zijn aangegaan.
De Katholieke Kerk Nederland blijft ook na herhaaldelijk vragen naar hun standpunt inzake de Sint Michaël Brigade zo vaag mogelijk, in de hoop vooral niets verkeerds te zeggen. ‘We gaan inhoudelijk niet in op de manier waarop deze groep actievoert. In het algemeen geldt wat ons betreft dat we staan voor vrijheid van meningsuiting, en dat iedereen bij het voeren van actie zich aan de wet zou moeten houden en respectvol zou moeten blijven, en geen geweld of andere vormen van agressie zou moeten gebruiken.’
DRIE JAAR SINT MICHAËL BRIGADE
De Sint Michaël Brigade is een groep van enkele tientallen oerconservatieve katholieke jongeren, hoofdzakelijk uit Noord-Brabant. Met gerichte acties strijden ze tegen alles wat zij beschouwen als onzuiverheden binnen de katholieke kerk. Ze schrijven kritische brieven naar het bisdom, flyeren voor de deuren van kerken, intimideren kerkgangers en maken pastoors uit voor ketter.
De brigade bestaat inmiddels drie jaar. Aanvankelijk kwamen ze eenmaal per week bij elkaar om samen de rozenkrans te bidden en toekomstige acties te bespreken, later werd dat één keer in de maand. Op zondag wonen ze de mis bij in aartsconservatieve kerkgenootschappen, zoals de kerken van de Pius X-broederschap in Nuenen, Leiden of Utrecht. Tot een paar maanden geleden had de Sint Michaël Brigade een besloten Facebook-groep en een openbare Facebook-pagina, bestemd voor supporters, maar nadat verschillende brigadeleden vervelende vragen kregen van hun werkgevers, hebben ze de pagina’s offline gehaald. Hoewel ze zelf beweren geen extreemrechtse organisatie te zijn, is het spoor dat de brigade nalaat doordrenkt van extreemrechtse elementen. Zo zijn verschillende leden ook betrokken bij (acties van) radicaal rechtse clubs als Identitair Verzet. Andere leden verheerlijken openlijk Adolf Hitler.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct