Joseph Luns had oren waarover de olifanten tegen elkaar zeiden: ‘Ik wou dat ik zulke grote oren had, maar dan niet zo lelijk.’ Hij was zo lang dat de giraffen tegen elkaar zeiden:
‘Die klootzak kijkt op ons neer.’
Hij werd in Rotterdam op 28 augustus 1911 geboren als zoon van Sjoerd Luns, een kunstschilder die zich specialiseerde in het natekenen van schilderijen die hij eerst zelf niet tot een goed einde had gebracht, en Sjaan Luns-Van Nunspeet, die extern onderwijs gaf aan leerlingen die liever thuisbleven.
Luns had een hoop broertjes en zusjes die je, als je ze allemaal op een hoop gooide, had kunnen omschrijven als ‘een zootje van jewelste’. Hij studeerde van alles en nog wat, haalde diploma na diploma, waarvan hij sommige om onachterhaalbare reden weigerde te ontvangen, en werd een attaché. Wat een attaché eigenlijk doet is nooit duidelijk geworden, toch oefende Luns deze job met hart en ziel uit. Als je hem vroeg wat hij precies deed, antwoordde hij: ‘Iets met hart en ziel, geloof ik.’
Luns vond dat alle inwoners van Nieuw-Guinea verplicht moesten worden om een strooien rokje te dragen, vooral de vrouwen
Hij werd uitgestuurd naar Bern, Lissabon en Londen. Hij leerde Berns, Lissabons en Londens praten, maar niemand begreep een reet van wat hij allemaal uitkraamde met die enorme scheur die z’n mond was. Hij stapte over van het attachégedoe naar het ministerschap. Zo was hij minister van Internationale Binnenlandpolitiek onder Drees, minister van Extrapolatie onder Beel, en minister van Buitenlandse Zaken onder De Quay. In een interview met z’n drieën zeiden Drees, Beel en De Quay over hem: ‘Luns was een onuitstaanbare eikel, een streber tot aan de dood, en zelfs de olifanten en de giraffen zouden geen al te vleiende mening over hem hebben.’ Hij bemoeide zich ook met de kwestie Nieuw-Guinea, die erin bestond dat Nieuw-Guinea onafhankelijk wilde worden onder leiding van stamhoofd Soekarno, terwijl Luns vond dat Soekarno z’n gore bek moest dichthouden en dat alle inwoners van Nieuw-Guinea verplicht moesten worden om een strooien rokje te dragen, vooral de vrouwen.
Als politicus werd Luns beschouwd als een conservatieve, reactionaire democraat, zolang de democratie hem op het hoogste schavot kon houden. Zeker als secretaris-generaal van de NAVO wilde hij eerste viool spelen, en zodoende zei hij tijdens een wereldtopvergadering tegen president Nixon: ‘Sut the fock up, you sun of bits.’ Nixon revancheerde zich door de nacht daarna de hond van Luns te laten vergiftigen door de CIA, zeer tot verdriet van Luns, want die hond was het enige levende wezen dat een beetje sympathie voor hem had. Voor de rest had hij een 52-jarig huwelijk met een barones van het dertiende knoopsgat, en ondertussen bleef hij maar doorgaan met ademen, tot dat van lieverlee stopte ergens in 2002, en ja, Luns was eindelijk de kluns.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Steve Nestorovski