Leon Verdonschot: 'Minister Veldkamp besluit Afghaanse bewakers in levensgevaar niet naar Nederland te halen'
'Het gaat om mensen die onze militairen beschermden, we hebben een ereschuld bij die mensen'
Beste minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp,
Bijna twintig jaar zat Nederland in Afghanistan. Nederlandse militairen werkten vooral in de provincies Uruzgan en Kunduz mee aan de veiligheid van het land, dat was bevrijd van de Taliban. Die zijn nu weer terug aan de macht. De vrouwenhatende achterlijkheid van de Taliban laat zich samenvatten in één maatregel: in augustus verboden ze het geluid van vrouwenstemmen in het openbaar.
Toen Nederlandse militairen in Afghanistan zaten, kregen ze hulp van tolken en beveiligers. Nu de Taliban weer aan de macht zijn, lopen die gevaar. Ze waren goed genoeg om ons te helpen, dus moeten ze nu ook goed genoeg zijn om zelf te worden geholpen. In het verleden hebben we als Nederland hier al enorme steken laten vallen, onder meer door een evacuatie van het Nederlandse ambassadepersoneel in Kabul niet voor te bereiden. Ik herinner me nog goed wat Mark Rutte, de optimist tegen wie iedere andere optimist afsteekt als een pessimist, daar tegenover stelde: er waren inderdaad mensen niet geëvacueerd, maar er waren ook mensen wél geëvacueerd.
Het vorige kabinet besloot dat een (beperkte) groep Afghaanse bewakers alsnog naar Nederland wordt gehaald. We hebben een ereschuld bij die mensen, maar u noemt die term ‘verkeerde terminologie’. Het gaat om mensen die in wachttorens stonden om onze militairen te beschermen, of aan de poort stonden voor het Nederlandse kamp. Ze liepen toen levensgevaar voor ons, en lopen dat nu opnieuw. Als ‘ereschuld’ dan niet de juiste terminologie is, dan wel zeker: zorgplicht.
Niet alleen wijst u de térm ereschuld af, u heeft ook besloten het besluit om de bewakers en hun gezinnen naar Nederland te halen terug te draaien, zonder enige motivering, behalve een briefje met de kosten van de opvang.
Waarom zou je zo’n besluit terugdraaien? Dat legde PVV-Kamerlid Raymond de Roon heel helder uit. ‘Wij willen niet nog meer buitenlanders in Nederland die op de een of andere manier moeten worden opgevangen. Wij voelen ons niet speciaal verbonden met hun lot.’
Wauw. Er blijkt altijd nog een morele verdieping ónder het afvoerputje. De partij wiens bestaansrecht het bestrijden van de islam is, krijgt twintig jaar lang hulp van Afghanen bij het bestrijden van de organisatie waarin alles dat niet deugt aan de islam zit verzameld. Maar voelt zich vervolgens niet speciaal verbonden met hun lot. Of hun noodlot.
Hét argument van rechts-radicale populisten tegen iedere vorm van rekenschap over ons (koloniale) verleden is altijd: te lang geleden. Voor onze tijd. ‘Ík heb toch nooit een slaaf gehad?’ Dit is ván onze tijd. Wíj hadden die bewakers. Maar ja, volgens VVD-Kamerlid Christianne van der Wal waren de bewakers ‘laag geprioriteerd’. Een bondige samenvatting van een politieke visie. Je hebt nu eenmaal hoog-geprioriteerden, en je hebt laag-geprioriteerden, en die hebben pech gehad.
- NL Beeld