In Vermist bundelde Loes Leeman twintig spraakmakende vermissingen. Een voorpublicatie van het boek dat deze week verschijnt. ‘Leven in onzekerheid is het ergste wat er is.’
Robin den Oever uit Bussum is 10 jaar oud als hij in januari 1999 samen met zijn zus Marije van vijftien en zijn 45-jarige moeder Aukje het kantoor van de redactie van TROS Vermist binnenkomt. Stamelend zegt Aukje dat ze haar man Huib als vermist komt opgeven. Hij is sinds december vorig jaar verdwenen en niemand weet waar hij is. Robin staart door zijn ziekenfondsbrilletje verdrietig voor zich uit.
Jullie hoeven me niet te zoeken. Ik zal ervoor zorgen dat niemand me ooit kan vinden en als jullie me zie ik er niet uit
Huib den Oever is vijf weken eerder overspannen uit de echtelijke woning in Bussum weggegaan. Hij was de laatste tijd depressief en kreeg vaak woorden met zijn vrouw en kinderen. Hij zat niet goed in zijn vel en leed onder het leven. De middag van zijn verdwijning hadden hij en Marije een knallende ruzie en hij vertrok boos uit huis met zijn hoofdkussen onder zijn arm geklemd en de fles jenever die hij net had aangebroken in zijn hand. Later zag Aukje dat hij ook zijn antidepressiva meegenomen had. Rond 02.00 uur belde Huib naar Aukje en zei dat hij het niet meer zag zitten, dat zijn gezin hem ertoe dreef... en hij hing op. Aukje herkende dit als een depressieve bui. Ze dacht dat het wel over zou gaan en dat Huib snel weer thuis zou komen. Maar Huib kwam niet thuis.
Een dag later meldde Huibs beste vriend dat Huib hem een afscheidsbrief gestuurd had. Hij schreef: ‘Jullie hoeven me niet te zoeken. Ik zal ervoor zorgen dat niemand me ooit kan vinden en als jullie me vinden zie ik er niet uit.’ Aukje laat het afscheidsbriefje aan de redactie zien. Marije is verdrietig en voelt zich schuldig. Toen hij die middag boos vertrok, dacht ze dat het goed voor haar vader was dat hij even ging afkoelen. Maar die afkoelingsperiode duurt nu al meer dan een maand.
Oproep
De redactie van TROS Vermist zet de gegevens en het signalement van de vermiste in hun databank met vermiste personen: ‘Naam: Huib den Oever, leeftijd: 48 jaar, verdwenen sinds begin december 1998. Verdwenen uit: Bussum. Beroep: bouwkundig ingenieur. Uiterlijke kenmerken: fors postuur (105 kg), grijzend haar, litteken op de arm. Zoekinformatie: Te voet vertrokken in een blauwgroen jack, een rode trui en een spijkerbroek. Om zijn pols een zilverkleurig horloge en om zijn vinger een trouwring. Opvallend is dat hij zijn hoofdkussen heeft meegenomen en zijn paspoort.
Een foto van Huib wordt bij zijn signalement gevoegd en de map met alle informatie over Huib verdwijnt in een archiefkast.
Een paar weken later is de familie Den Oever in de studio om een oproep te doen. Aukje is erg gespannen en kan nauwelijks uit haar woorden komen. Ze vertelt over het afscheidsbriefje en Huibs laatste telefoontje en mag daarna een oproep doen. Aukje vertelt dat Huib schreef dat hij naar een plek is waar niemand hem zal vinden. Ook de kinderen richten zich tot de camera en vragen of papa iets van zich laat horen. Robin vraagt met trillende stem wanneer papa weer thuiskomt zodat ze kunnen gaan voetballen.
Er komen veel tips binnen bij het telefoonteam, vooral van mensen die Huib mogelijk in het buitenland gezien hebben: in de trein naar Duitsland, in de Franse Alpen, op een festival in Engeland en zelfs in de Grand Canyon. Na afloop van de uitzending neemt Aukje de tips met de redactie door. Tot lang na de uitzending wordt er nog gebeld. Alle binnengekomen informatie wordt door Aukje nagetrokken, maar het levert niets op.
Wat moet Huib in Rusland?
Een jaar later is Huib nog steeds weg. De vermissing ontwricht het gezin. Het is onverteerbaar dat Huib hen zomaar in de steek heeft gelaten. Aukje heeft nog de hoop dat hij terugkomt, maar is tegelijkertijd bang dat haar man overleden is. Zijn afscheidsbriefje kan zoveel betekenen. Misschien is hij ergens anders een nieuw leven begonnen? Zou hij een gedaantewisseling ondergaan hebben? Of bedoelt hij dat hij zelfmoord ging plegen op een plaats waar zijn lichaam niet te vinden is?
Alle plekken waar Huib iets mee heeft, zoals het graf van zijn ouders, zijn geliefde visstekkie en het bos achter hun huis waar hij graag wandelde, zijn door Aukje en de kinderen doorzocht. Ze vinden niets. Geen boodschap, geen teken dat hij er is geweest, niets. Misschien is hij toch naar het buitenland.
Nog twee keer wordt in de media aandacht besteed aan de vermissing van Huib in de hoop op nieuws. Ambassades zijn geïnformeerd en posters van de vermiste Huib hangen op reisbureaus met de vraag aan vakantiegangers om naar hem uit te kijken. Aukje en de kinderen gaan alle tips die binnenkomen grotendeels zelf na. Ze proberen op allerlei manieren de vermissing van Huib onder de aandacht te houden. Het gezin wil dat Huib weet dat ze hem missen en dat hij gewoon thuis kan komen.
Drie jaar na de verdwijning van Huib uit Bussum staan Robin, Marije en Aukje weer in de redactieruimte van Vermist. Ze menen een gouden tip te hebben en Aukje laat een krant zien met op de voorpagina een grote foto van een huis dat tot aan de dakgoot onder water staat. Op het platte dak zit een zwaarlijvige man die zijn in veiligheid gebrachte huisraad probeert te drogen. Hij heeft een ontbloot bovenlichaam en is van opzij gefotografeerd. Ze weten bijna zeker dat het Huib is. Ze herkennen zijn oren, zijn buik, zelfs zijn kenmerkende navel die iets uitsteekt. Het artikel dat bij de afbeelding hoort, gaat over een overstroming die een paar maanden terug in Rusland plaatsvond. De rivier de Tom trad plotseling buiten zijn oevers, waardoor een heel dorp is ondergestroomd. Het dorp ligt in Siberië. Wat moet Huib in Rusland, vraagt iedereen zich af. Maar Aukje weet zeker dat het Huib is daar op het dak.
Nicrasov
De redactie zet weer een zoektocht in gang. Via De Gooi- en Eemlander wordt contact gelegd met het Russische persbureau ITAR-TASS, dat de fotograaf van de betreffende foto traceert. Een tolk wordt ingeschakeld om met hem te praten. De fotograaf zegt dat hij de mensen die hij kiekte niet gesproken heeft, maar dat het huisje in het Siberische dorp Teba staat. Telefoonverbindingen zijn daar schaars, dus wordt gezocht naar een Russische correspondent die daar poolshoogte kan nemen. Maar Aukje wil er zelf heen want vreemdelingen kunnen Huib afschrikken. Marije wil mee. Robin ook, maar die moet gewoon naar school.
Een reisplan wordt gemaakt en voorbereidingen worden getroffen. Besloten is dat Aukje en Marije samen met een verslaggever van Vermist op pad gaan. De verslaggever spreekt een beetje Russisch en heeft contacten in Moskou. Het is er nu dertig graden kouder dan toen de foto genomen werd, dus de reizigers moeten zich goed voorbereiden.
Eind november reist het drietal af. Ze worden in Rusland opgewacht door een journaliste van de regiokrant en door de bewuste fotograaf. Zij zullen hen begeleiden tijdens hun tocht door Siberië, die minimaal drie dagen duurt en voor een deel lopend afgelegd moet worden. Ze houden dagelijks contact met Robin.
Woensdag 28 november: ‘Lieve Robin. We zijn in Kemerovo! In de buurt van Teba. We moeten eerst kniehoog door de sneeuw ploeteren. De Russische journaliste Natascha van de regionale krant Kuzbass is meegegaan. Zij spreekt een beetje Engels en vertaalt voor ons wat fotograaf Rudakov vertelt. Morgen meer, liefs, Marije en Mam.’
Donderdag 29 november: ‘Lief broertje. We lopen nu langs die rivier de Tom die nu bevroren door de sneeuw kronkelt. Brrr, wat is het koud. We zijn blij dat we ons warm hebben aangekleed en mama maakt grappen over de lange onderbroek die ik draag, net zoals papa ze droeg. Volgens Rudakov heet de man op de foto Nicrasov en woont hij aan de Mezhgureghemsk. Hoe vinden we ooit zijn huis in deze witte wereld? Veel liefs, Marije en Mam.’
Vrijdag 30 november: ‘Dag Robin, hier mama. We hebben het huisje gevonden. Maar onze man Nicrasov – mogelijk papa – is niet thuis. Er is een bedrijvige, vriendelijke vrouw die ons binnenlaat, kussentjes aanbiedt en onze schoenen droogt voor het vuur. We krijgen Russisch voedsel (soep?), hetgeen ze bereidt op een met hout gestookte oven. Marije moet naar het toilet, maar dat is buiten in de vrieskou en bestaat uit een gat in de vloer. Het uur van de waarheid nadert. Tot morgen jongen, we bellen.’
Op zaterdag 1 december belt Aukje naar Bussum, waar Robin in spanning bij de telefoon wacht. Aukje vertelt hem dat de man papa niet is. Hij leek er wel een beetje op, maar van dichtbij was het echt een totaal ander persoon. Robin begint te huilen en ook Aukje is teleurgesteld. Na de ontmoeting met Nicrasov hebben ze nog thee gedronken met Russische lekkernijen. De Rus was zeer begaan met Aukje en Marije.
Eenmaal weer thuis en bijgekomen van de tegenslag schrijft Aukje een gedicht voor Huib, dat als ingezonden brief in De Gooi- en Eemlander wordt opgenomen:
Gedicht voor Huib
Drie jaren zijn er nu voorbij sinds jij ‘adieu’ tegen ons zei.
Waarom je vertrok? Voor mij blijft het gissen, maar je wist dat de kinderen je niet kunnen missen! Drie lange jaren van angst, verdriet, hoop en pijn.
En die eeuwige vraag: ‘Waar zou je zijn?’
Geen enkele zoektocht heeft mogen baten, er waren momenten dat we je daarom haatten.
Want leven in onzekerheid is het ergste wat er is. Geen vader, geen man: een snijdend gemis.
Hopelijk komt er ooit dát teken van leven dat ons eindelijk rust zal geven...
Bewijs van overlijden
Een vermiste heeft geen status, waardoor achterblijvers van vermisten in de problemen kunnen komen, bijvoorbeeld als ze het gezamenlijke huis willen verkopen, zoals Aukje. Ze zit met de handen in het haar, want Huib kan niet tekenen voor verzekeringspapieren, koopoverdrachten en dat soort zaken. Ze overweegt een bewijs van overlijden aan te vragen voor haar vermiste man om zo uit de juridische problemen te komen. Dat kan vijf jaar na iemands verdwijning. Maar dat is een lastige stap. Toch doet Aukje het, een triest besluit.
Presentator Jaap Jongbloed vertelt in Vermist over de plannen voor de doodverklaring van Huib. Het is een hartverscheurend verhaal. Aukje zit ook in de studio en zegt verdrietig dat ze helemaal niet wil dat Huib dood is, dat haar kinderen niet begrijpen dat ze iets gaat tekenen waarin staat dat hun vader niet meer leeft en dat het haar veel pijn doet.
Drie lange jaren van angst, verdriet, hoop en pijn. En die eeuwige vraag: waar zou je zijn?
Dan neemt de zus van een tiener die in 1975 verdween en tien jaar later geïdentificeerd werd, maar al die tijd in een naamloos graf lag, contact op met het programma. Marion Jacobse, kunstenares en oprichtster van Sophies Kunstprojecten, heeft het plan opgevat om 25 kunstenaars een beeldend werk te laten maken voor 25 achterblijvers van langdurige vermissingen. Er komt een samenwerking met Vermist tot stand en Huib wordt een van de ‘projecten’. Een kunstenares heeft een gesprek met Aukje, Marije en Robin. Ze wil dat de drie-eenheid die zijn achtergelaten gezin vormt en hun gezamenlijke verdriet in haar kunstwerk gestalte krijgen. Het beeldhouwwerk heet Geheugenis en bestaat uit drie stenen elementen die een vierde ontbrekend deel omvatten. Aukje en de kinderen zijn blij met dit tastbare beeld van hun vermiste vader. Robin zet de laatste foto die van hem en zijn vader gemaakt is in het gat dat het ontbrekende deel moet voorstellen.
Een jaar later krijgt het gezin Den Oever weer een tip die de moeite van het onderzoeken waard lijkt. Een vrouw die bedevaartreizen organiseert naar Lourdes heeft gereageerd op een vermissingsposter die ze op het aanplakbord van een kerk zag hangen. Ze meent dat ze Huib op een van haar pelgrimstochten heeft gezien en dat hij Lourdes bezocht heeft. De dame is zo zeker van haar zaak dat het gezin besluit naar Lourdes te gaan. Deze keer gaat Robin ook mee. Hij is blij eindelijk iets te kunnen doen om zijn vader op te sporen.
In Lourdes bezoeken ze alle bezienswaardigheden en ze hangen foto’s op van Huib. Wie weet herkent iemand hem of komt hij hier nog een keer. Ze gaan langs bij de winkels die kaarsen, kaarten, beelden en andere bedevaartsnuisterijen verkopen, ze bezoeken eethuizen, kapelletjes, pensions en souvenirstallen. Overal vragen ze of iemand Huib heeft gezien. Ook deze tocht levert niets op.
Kruipruimte
In 2006, tussen kerst en oud en nieuw, wordt het lichaam van Huib den Oever gevonden. De vermiste echtgenoot en vader is na zeven jaar eindelijk terecht. Zijn lichaam is aangetroffen in de kruipruimte van de gemeenteschool in Bussum. Volgens de politie is Huib in de nacht van de vermissing al overleden en men gaat uit van zelfmoord. De lege pillendozen en een lege jeneverf les liggen naast hem. Hij ligt met zijn hoofd op zijn eigen hoofdkussen. Het lichaam van Huib is bij toeval aangetroffen. Hij beheerde als bouwkundig ingenieur het onderhoud van de school en wist van de kruipruimte af: een zanderige ruimte onder een onzichtbaar luik waar nooit iemand kwam. Nu de school gesloopt werd om plaats te maken voor een nieuwe, werd Huib gevonden.
Het is voor Robin moeilijk te verteren dat zijn vader gevonden is onder de school waar hij als kind onderwijs kreeg. Hij weet nog dat er op school een tijdje sprake was van stankoverlast, maar wie denkt aan zoiets? Aukje en de kinderen bezoeken de plek waar Huib gevonden is, een kleine en kille ruimte. De afdruk van zijn lichaam is nog zichtbaar. Ze kunnen precies zien waar en hoe hij gelegen heeft. Huib had zijn dood goed voorbereid. Pillen slikken en als dat niet lukte, had hij ook nog een stuk touw bij zich voor plan B.
Het gezin zou het nu moeten kunnen afsluiten, maar dat lukt niet. Dat Huib en zij met ruzie uit elkaar zijn gegaan, heeft altijd aan Aukje gevreten. Maar ze weet dat Huib depressief was. Nu hebben ze in elk geval zekerheid en hoeven ze niet constant in spanning te zitten. Het beetje hoop dat ze nog hadden is ruw weggenomen.
Bij de begrafenis van Huib staan Aukje, Marije en Robin hand in hand om zijn kist heen.
Twee weken eerder waren ze nog bij het Pauzemonument in Utrecht: een waardige gedenkplek waar je de herinnering aan je dierbare vermiste familielid of geliefde levend kunt houden en waar achterblijvers de hoop kunnen uitspreken dat hij of zij héél misschien, tegen alle verwachtingen en statistieken in, toch ooit terug zal komen. Marije liet er een briefje achter waarop stond: ‘Papa, laat nu eindelijk iets van je horen.’ De inmiddels 17-jarige Robin kan het maar moeilijk verwerken dat zijn vader nooit meer thuis zal komen. Zeven jaar lang hebben ze stad en land afgezocht, ze zijn zelfs in het buitenland geweest, terwijl Huib al die tijd op nog geen kilometer van hun huis vandaan lag. Zo ver weg en toch zo dichtbij.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Getty Images, iStock