Wanneer ik bij haar aanbel in Apeldoorn, word ik meteen begroet door het luide gekef van drie kleine hondjes. Als de voordeur opengaat, begint Sandra zich meteen te verontschuldigen. ‘Ze worden zo wel rustig, hoor.’
Geen probleem. Hoe heten ze?
Die witte, dat is Nokia. Die daarnaast is Bliksem en die achter de bank verstopt zit, dat is Coco. Nokia is een opvanghondje. Die is al zes keer moeten verhuizen. Dus hebben we besloten dat ze hier mag blijven. Want, ja, die heeft natuurlijk heel veel gedragsproblemen. Heel nerveus, alles. Blijft de hele dag op en neer lopen. Echt, de hele tijd.’
Nokia is altijd onderweg?
Ja, zo kun je dat wel zeggen, ja.’
Dat begrijp ik. Maar dit zijn hondjes. Heb ik je website verkeerd gelezen?
Nee, nee, de cavia’s staan buiten. Ik heb ook konijnen en een paar opvangkatten.’
Dat is verdorie nogal een dierenfestijn.
Ja, het is inderdaad wel een beetje uit de hand gelopen. Uiteindelijk weten ze je te vinden. Soms komen ze ook met hondjes om op te vangen.’
Ik ben begonnen met twee cavia’s en heb er nu ’s zomers negentig in de opvang
Van het paard gevallen
Sandra zet koffie en schenkt een glaasje water in. Aan de keukentafel praten we verder. Ze begint meteen te vertellen over haar opvang en over hoeveel ze van dieren houdt.
Maar hoe ontstáát zoiets dan? Want het is niet zo dat er mensen op een dag ineens met een emmer cavia’s voor je deur staan met de mededeling ‘Maak maar ruimte in de achtertuin, jullie zijn vanaf vandaag een opvang’. Toch?
‘Nee, ja, klopt. Ik heb altijd in de paarden gezeten. Met paarden gewerkt, op maneges, maar toen viel ik van mijn eigen paard en heb ik op twee plaatsen mijn rug gebroken. Daarna hield ik zo veel pijn dat ik mijn werk niet meer kon doen: ik kon niet meer rijden, stallen schoonmaken ging niet meer, dus, nouja, toen kwam ik thuis te zitten, in de ziektewet. Daar werd ik dan weer heel depressief van. Toen zei mijn psychiater tegen me dat ik een andere hobby zou moeten gaan zoeken, iets wat ik wel vol kon houden.’
En dat werden de cavia’s?
‘Ja. Ik heb één caviaflat gekocht en ben begonnen met twee gladhaarcavia’s. Maar na een tijdje zag ik op internet US-Teddy’s, en die vond ik zo schattig dat ik daarmee ben gaan fokken. Dat is een heel vrolijk ras, met een soort opstaande kuif.’
En toen?
‘Toen kreeg ik ineens heel veel vragen voor opvang. Nouja, zo rol je daar dan toch in. En nu fok ik eigenlijk helemaal niet meer. Soms krijg ik ook weleens tips over verwaarloosde cavia’s. Daar ga ik dan eventjes kijken.’
Eigenlijk bijna missiewerk, niet? Is het een missie van je?
‘Ik doe het voornamelijk om de beestjes te helpen. Het gaat gewoon heel vaak fout. Vaak worden beesten ook gedumpt. Als je je cavia naar een asiel wil brengen, kost dat geld. Dus als mensen dat niet hebben, ja...’
Even valt het gesprek stil. Ik kijk rond in de sober ingerichte huiskamer. Alles is katten-, konijnen-, cavia- en hondenproof gemaakt. Nokia zigzagt nog altijd nerveus over de plavuizen
En ehh, hoe lang doe je dit al?
‘Twaalf, dertien jaar.’
En je doet dat allemaal alleen?
‘Ja. Mijn dochter heeft meer met Instagram en Facebook en haar mobiele telefoon dan met cavia’s. Je kunt kinderen niet dwingen.’
En hoeveel tijd ben je er dan mee kwijt?
‘Eigenlijk elke dag wel. Ik kreeg weke-delen-reuma nadat mijn rug gebroken was. Dus ik probeer het over de week te verdelen, dan gaat het wel. Ondanks alles. En het geeft me ook ontspanning.’
Goed voor jou en goed voor de cavia’s.
‘Ja, precies.’
We lopen samen naar de achtertuin, die volstaat met caviaf lats en caviarennen. Het is koud buiten, maar Sandra loopt onverstoord op haar, door cavia’s aangeknaagde, Adidas-slippers naar buiten.
‘Ik heb er nu rond de vijftig in de opvang.’
Vijftig?!
‘Ja, dat is nog weinig. In de zomer zit ik meestal op negentig.’
Maar wat maakt zo’n cavia dan zo leuk? Want negentig is wel echt heel erg veel.
‘Ja, dat weet ik zelf eigenlijk ook niet.’
Pardon? Je hebt er negentig in je achtertuin, maar hebt eigenlijk geen idee?
‘Ach, ik ben gek op alle dieren. Ik vang alles op. Pony’s heb ik ook nog lopen.’
Castratiekosten
En is het niet ook een beetje zo dat, als je zoveel dieren hebt, dat je jezelf soms een beetje overslaat?
Even twijfelt Sandra. Dan knikt ze voorzichtig.
‘Ja, dat heb ik af en toe wel, ja. Af en toe heb ik wel zoiets van: waar ben ik aan begonnen. Maar goed, als er dan weer diertjes een fijn nieuw huis krijgen, dan denk ik elke keer weer: toch fijn. Ik bedoel, het kost ook wel veel geld: dierenartskosten, voer, al dat soort dingen. Soms zit ik ook wel met mijn handen in het haar. Ik doe alles uit eigen portemonnee, want ik vraag geen geld als mensen hun cavia komen brengen. Gelukkig heb ik met castreren wel goede tarieven bij mijn dierenarts, dat ie me wat tegemoet komt in de kosten. Normaal betaal je 60 tot 80 euro. En ik betaal bij de mijne 40.’
Per beest.
‘Ja. Nee, ik verdien er niks aan...’
En kun je geen subsidie aanvragen?
‘Dat zou ik wel willen, maar daar zitten zoveel haken en ogen aan. Je moet sowieso ook die papieren hebben, die heb ik gewoon niet. Maar over twee jaar worden die papieren verplicht voor alle opvangen.’
En dan?
‘Geen idee.’
Het gesprek valt weer een beetje stil. Sandra prutst wat aan haar jas en kijkt een keer liefdevol naar een van haar US-Teddy’s. Ik kijk toe hoe het konijn in en uit de cavia-ren springt.
Dus toch maar proberen te sparen voor die papieren, dan? Want ik heb niet het idee dat stoppen een optie is.
‘Nee, ja, natuurlijk wil ik door. Ik kan alleen maar mijn best doen.’
Voor de cavia’s.
‘Voor de cavia’s.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Alexander Schippers